De Nederlandse overheid kan de komende drie jaar geen nieuwe maatregelen meer doorvoeren die via de Belastingdienst moeten worden geregeld, omdat de ict bij de fiscus pas daarna kan worden aangepast. Dat komt voornamelijk door vertraging bij de vermogensheffingen.
Staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën schrijft in een brief aan de Tweede Kamer over het voortgangstraject van ict-faciliteiten bij de Nederlandse Belastingdienst dat bij de fiscus pas vanaf 2026 weer mogelijkheden ontstaan om nieuwe fiscale regelingen door te voeren die uit kabinetsbeleid ontstaan. Als er vóór die tijd wijzigingen worden doorgevoerd, loopt de modernisering van de ict nog meer vertraging op en worden de huidige problemen bij de Belastingdienst alleen nog maar erger, waarschuwt de staatssecretaris.
De Belastingdienst heeft al jaren last van zijn sterk verouderde ict-systemen. Die stammen in sommige gevallen nog uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Die verouderde software maakt het nagenoeg onmogelijk om bepaald kabinetsbeleid door te voeren, omdat veel van dat beleid via belastingen moet worden aangepast. Dat werd bijvoorbeeld vorig jaar duidelijk toen bleek dat de 'jubelton' pas later kon worden afgeschaft dan gepland.
Van Rij reageert met zijn brief op Kamervragen die werden gesteld naar aanleiding van een artikel in NRC over die problemen.
Een groter probleem ontstaat bij de vermogensbelasting in box 3, die na een uitspraak van de Hoge Raad moet worden aangepast, maar wat ook niet lukt vanwege de problemen bij de Belastingdienst. Dat laatste heeft prioriteit gekregen bij de Belastingdienst. De vermogensrendementsheffing werkt op software die is geschreven in programmeertaal Cool:Gen, dat al in 1987 werd opgeleverd. Zowel binnen als buiten de Belastingdienst verdwijnt de kennis over die taal, waardoor de Belastingdienst dat systeem sneller wil uitfaseren. "Vanwege deze herplanning is de inwerkingtredingsdatum van het nieuwe stelsel verschoven naar 2026", schrijft de staatssecretaris.
Verbeterprogramma
Van Rij zegt dat de Belastingdienst in 2020 een programma is gestart om de ict te moderniseren. Dat is het ICT-verbeterprogramma. "Dat richtte zich op verbeteringen in het portfolioproces, de verbinding tussen financiën, ict-capaciteit en portfolio, de samenwerking tussen gebruikers en ict, de cultuur en het lifecyclemanagement", schrijft de staatssecretaris. Van alle maatregelen die toen werden opgepakt, is inmiddels 'ongeveer de helft' geïmplementeerd.
Daar staat tegenover dat de Belastingdienst nog steeds veel techdebt heeft. Die zou wel zijn verbeterd: in 2018 zou 52 procent van de systemen nog last hebben van techdebt, maar dat is in 2022 verminderd naar 26 procent.
Dat komt onder andere omdat de fiscus veel heeft geïnvesteerd in werknemers die werken aan modernisering van de systemen. In 2019 werden er in totaal nog 534.000 dagen besteed aan het ICT-verbeterprogramma. In 2023 moeten dat er 626.000 worden. De Belastingdienst heeft zo'n 900 applicaties in gebruik, die in het proces zijn onderverdeeld in groepen. Die groepen zijn bijvoorbeeld inkomensheffingen, loonheffingen, vennootschapsbelastingen of autobelastingen, maar ook analytics of manieren om belastingen in de eerste plaats te innen. De fiscus krijgt in 2023 860 miljoen euro om de ict aan te passen, waarvan zestig procent naar personeel gaat en veertig procent naar infrastructuur, licenties en uitbestedingen.