Zestien verschillende Amerikaanse staten beschuldigen Google ervan dat het een overeenkomst met Facebook heeft gesloten om die partij voor te trekken op de online advertentiemarkt. Google zegt in een reactie dat de aanklacht inaccuraat is.
De beschuldiging is te vinden in een aanklacht tegen Google, ingediend door de staat Texas, waar 15 andere staten zich bij hebben gevoegd, zo schrijft Reuters. Oorspronkelijk is de aanklacht in 2020 ingediend, maar is met deze beschuldiging aangevuld op vrijdag jongstleden.
De overeenkomst, genaamd 'Jedi Blue', werd gevormd om de macht van overige partijen op de advertentiemarkt in te perken. Overige partijen op de markt wilden 'header bidding' invoeren als nieuw systeem voor de inkoop van advertenties. Google zou dat gezien hebben als een bedreiging voor zijn capaciteit om een commissie van 19 tot 22 procent op zijn advertenties te vragen, waardoor het tot actie overging.
De deal tussen Google en Facebook zou ingehouden hebben dat Facebook zijn steun voor header bidding introk en in ruil daarvoor 'informatie, snelheid en andere voordelen' van Google kreeg. Volgens de aanklacht zouden zelfs Google-topman Sundar Pichai en Facebook-hoofd Mark Zuckerberg op de hoogte zijn geweest van de overeenkomst. De deal zou een overtreding zijn van antitrust-wetgeving.
Google stelt dat de beschuldiging 'niet accuraat' is en dat de gehele aanklacht 'vol met onjuistheden' zit. De internetgigant wil de gehele zaak door de rechter laten afwijzen. Facebook laat weten dat de overeenkomst 'niet alleen Google betrof' en dat 'andere overeenkomsten de concurrentie voor reclameruimte juist hebben bevorderd'. Die zouden juist beter geweest zijn voor adverteerders 'terwijl uitgevers fatsoenlijk gecompenseerd worden'.