De Belgische steden Antwerpen, Mechelen, Kortrijk en Turnhout willen toegang krijgen tot de data van camera’s met technologie voor automatische nummerplaatherkenning. De steden vinden dat er onvoldoende met deze gegevens gebeurt, waardoor 'heel wat kansen worden gemist'.
De gegevens van anpr-camera’s kunnen in België vooralsnog uitsluitend door de politie worden gebruikt. Antwerpen, Mechelen, Kortrijk en Turnhout vinden deze inzet van de camera’s te beperkt en gaan via een studie onderzoeken of de technologie ook door lokale besturen kan worden aangewend. De vier steden zijn niet toevallig verenigd in het City of Things-project van het Vlaamse Agentschap Innoveren & Ondernemen.
De stad Mechelen publiceerde in naam van de vier steden deze week een openbare aanbesteding voor de studie. Daarin wordt gesteld dat 'data van anpr-camera’s een interessante bron van informatie vormen' en dat die gegevens 'momenteel onvoldoende doorstromen naar lokale besturen'. De steden spreken over 'heel wat gemiste kansen' en menen dat de anpr-data bijvoorbeeld ook kan bijdragen aan een dynamischer verkeersmanagement, een verhoogde verkeersveiligheid en een verbeterde leefomgeving.
Volgens Data News vermeldt de aanbesteding enkele concrete voorbeelden van mogelijke toepassingen. Het gaat daarbij onder meer om herkomst-bestemmingsanalyses en het aansturen van verkeerslichten op basis van de geregistreerde verkeersdrukte. Met de studie willen de vier steden naar eigen zeggen ook duidelijkheid scheppen over de technische eisen voor de data-analyse, de kostprijs daarvan en het juridische kader.