De Nederlandse overheid mag voorlopig doorgaan met het gebruik van Automatic Number Plate Recognition-camera's. Stichting Privacy First eiste in een rechtszaak dat de ANPR-camera's moesten worden verboden, maar de rechter heeft dat verzoek afgewezen.
Privacy First eiste in een kort geding dat de overheid zou stoppen met het gebruik van Automatic Number Plate Recognition-camera's. Die staan op honderden plekken in Nederland en scannen kentekens van voorbijrijdende auto's. Volgens Privacy First is het aantal kentekens dat wordt gescand veel te hoog, en staat het effect niet in verhouding met de vermeende privacyschending. Privacy First stelt dat de ANPR-camera's in strijd zijn met het Europees Handvest en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en stapte daarom naar de rechter.
De voorzieningenrechter stelt dat de overheid niet hoeft te stoppen met het gebruik van automatische kentekenplaatherkenning. De rechter oordeelt niet inhoudelijk over het gebruik van de camera's, maar wel over de procedure. Privacy First stelde dat er een 'spoedeisend belang' was bij de uitspraak, en dat de camera's zo snel mogelijk moesten worden uitgezet. De rechter gaat daar niet in mee. Die wijst erop dat de Wet ANPR, die de inzet van de camera's bepaalt, al sinds 1 januari 2019 actief is. "Privacy First heeft kennelijk gedurende die periode geen aanleiding gezien om zich in rechte op de onverbindendheid van die regelgeving te beroepen", schrijft de rechter.
Privacy First verwees in de rechtszaak naar twee artikelen uit NRC, waaruit bleek dat de camera's ook gezichten van bestuurders scanden en dat de politie die bevoegdheid wil uitbreiden. Uit die artikelen zou echter niet blijken dat het OM op grote schaal misbruik maakt van de bevoegdheden, of dat er andere 'structurele misstanden' bestaan bij de inzet van de ANPR-camera's.
Ook uit een aangehaald rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum zou niet blijken dat er structureel misbruik plaatsvindt van de camerabeelden, zoals Privacy First stelde. "Dat Privacy First aan de bevindingen van het WODC andere conclusies verbindt, is uiteraard haar goed recht maar daarmee is het bestaan van ernstige misstanden niet aannemelijk geworden'', zegt de rechter.
De rechter keek wel naar de inhoud van de vraag of de verzameling illegaal is, maar concludeert ook daar dat Privacy First geen gelijk heeft. Kentekengegevens zijn geen dusdanig grote privacyschending dat er voorafgaand aan het gebruik een rechter of andere autoriteit toestemming moet verlenen voor het verzamelen ervan. Privacy First zegt dat dat wel moet, maar de rechter gaat daar niet in mee en zegt dat er dus ook op dat gebied geen spoedeisend belang is voor de stichting.