De manier waarop in België vingerafdrukken op identiteitskaarten worden ingevoerd, is onduidelijk, risicovol en niet effectief. Dat concludeert onderzoek van de KU Leuven. Het advies is om de vingerafdrukken niet op te nemen op de eID.
De onderzoeksgroep Computer Security and Industrial Cryptography, of Cosic, van de KU Leuven richtte zich in zijn technische analyse op de technologie die gebruikt wordt voor het opnemen van vingerafdrukken op de eID. Vorig jaar oktober keurde de Belgische Kamercommissie Binnenlandse Zaken het wetsontwerp voor het opslaan van vingerafdrukken op elektronische identiteitskaarten goed. Vanaf april dit jaar moeten nieuwe Belgische identiteitskaarten de vingerafdrukken bevatten.
De Leuvense onderzoekers adviseren echter dit niet te doen. Ze stellen dat de overheid beter eerst kan onderzoeken of de maatregel wel helpt tegen identiteitsfraude. Volgens hen is dat niet het geval, omdat de maatregel te omzeilen is door de chip te vernietigen. Ook kan de identiteitsfraude bestreden worden met bestaande biometrische informatie op de kaarten, zoals de foto van het gezicht, als deze informatie maar beter gebruikt wordt.
Bijzonder kritisch zijn ze over de tijdelijke centrale opslag van vingerafdrukken, die het gevolg lijkt van de manier van verstrekking. De onderzoekers denken dat minimale opslag van een maand in een centraal systeem realistisch is. Ze noemen dit 'bijzonder risicovol' en wijzen erop dat de kans bestaat dat de data voor andere doeleinden gebruikt gaat worden, zoals door de politie, of op straat komt te liggen. De analyse stelt dat er veilige alternatieven zijn, zoals sensor-on-cardtechnologie, zodat uitsluitend de kaart in aanraking komt met de vingerafdrukken, zonder tijdelijke centrale opslag.
De conclusie is verder dat de wet voor de invoering onduidelijk is, dat die geen technische beschermingsmaatregelen oplegt en in sommige gevallen zelfs goede bescherming verhindert.
In de afgelopen week werden commissies van het Europees Parlement en de lidstaten het in principe eens over de opname van twee vingerafdrukken in Europese identiteitskaarten om identiteitsfraude tegen te gaan. Twee jaar na de eventuele bekrachtiging gaan de regels in. Niet bekend is wanneer de bekrachtiging volgt. Huidige identiteitskaarten zonder vingerafdruk blijven daarna nog maximaal tien jaar geldig. In het paspoort is een vingerafdruk sinds 2009 verplicht in alle EU-lidstaten.
De Nederlandse regering twijfelt aan het nut van het toevoegen van vingerafdrukken aan de identiteitskaart, zoals de Europese Commissie wil, en ook de Europese databeschermingsautoriteit is kritisch.