De Belgische minister van Financiën, Vincent Van Peteghem, wil dat alle nieuwe bedrijfswagens vanaf 2026 elektrisch zijn. Om dat doel te bereiken diende hij een regeringsvoorstel in dat enkel bedrijfswagens die geen broeikasgassen uitstoten, vanaf 2026 volledig fiscaal aftrekbaar maakt.
Bedrijfswagens die op diesel of benzine rijden zullen volgens het regeringsvoorstel vanaf 2026 niet langer fiscaal aftrekbaar zijn. Er wordt wel in een overgangsperiode voorzien voor dit type wagens die voor 2026 aangeschaft werden. 'De regeling zal gedeeltelijk van start gaan voor bedrijfswagens die aangeschaft werden vanaf 2023. De fiscale aftrekbaarheid zal vervolgens jaar na jaar worden afgebouwd om in 2028 helemaal te vervallen', klinkt het in de persmededeling van de minister. Bij lichtevrachtbedrijfsvoertuigen die wel nog CO₂ uitstoten, zou het fiscale voordeel vanaf 2026 met de helft dalen.
Niet enkel de bedrijfswagens die rijden op fossiele brandstoffen moeten het ontgelden: ook werknemers die zich van en naar hun werk verplaatsen met een brandstofwagen zullen de dans niet ontspringen. Zij zullen volgens het ingediende regeringsvoorstel vanaf 2026 hun woon-werkverkeer niet meer automatisch en forfaitair vergoed zien worden via de belastingen.
Van Peteghem wil ook werk maken van de Belgische laadinfrastructuur. Via het regeringsvoorstel wil hij bedrijven die investeren in laadpalen tegemoetkomen met een belastingsvermindering van 45 procent op de investering. Dit op voorwaarde dat de laadpalen dan ook gedeeltelijk publiek worden zodat ook niet-werknemers, tegen betaling, hun wagen kunnen herladen. Bovendien wil Van Peteghem dat de laadpalen elektriciteit leveren op basis van hernieuwbare energiebronnen en beschikken over slimme software.
Ook het Belgische mobiliteitsbudget moet volgens Van Peteghem ‘flexibeler’ worden. Het mobiliteitsbudget is een vergoeding die de werknemer kan ontvangen bovenop zijn of haar salaris in plaats van een bedrijfswagen. Deze vergoeding kan ingezet worden om op milieuvriendelijke wijze het woon-werkverkeer aan te vatten. “We merken dat er vandaag nog te veel drempels zijn en die willen we wegwerken”, aldus Van Peteghem.
De Belgische term 'bedrijfswagen' kan worden vergeleken met het Nederlandse ‘auto van de zaak’. Hiermee stelt de Belgische werkgever een wagen ter beschikking voor zijn of haar personeel zodat die het beroep kan uitoefenen. Als de wagen in kwestie niet gebruikt wordt voor privédoeleinden wordt het boekhoudkundig beschouwd als ‘werkgereedschap’. Als het voertuig ook gebruikt wordt voor privé-doeleinden kan een bedrijfswagen deel uitmaken van het loonpakket van de werknemer.