De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel uit 2013 waarmee de politie de bevoegdheid krijgt om kentekens vast te leggen en voor de duur van maximaal vier weken op te slaan in een kentekenregister.
In de Eerste Kamer hebben de fracties van VVD, CDA, PVV, PvdA, ChristenUnie, SGP, 50PLUS en OSF voor het wetsvoorstel gestemd. De tegenstemmers waren de leden van D66, SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren. In 2013 diende Ivo Opstelten, de toenmalige minister van Veiligheid en Justitie, het voorstel in. Twee jaar later haalde het wetsvoorstel een meerderheid in de Tweede Kamer. Door toestemming van de Eerste Kamer kan de wet in werking treden.
Het wetsvoorstel voegt een bepaling toe aan het Wetboek van Strafvordering, waardoor de politie de bevoegdheid krijgt gegevens van voertuigen zoals het kenteken, de locatie, het tijdstip en de foto van het voertuig in een kentekenregister vast te leggen en te bewaren. Deze gegevens mogen binnen vier weken gebruikt worden bij de opsporing van een specifiek misdrijf en voor de aanhouding van voortvluchtige personen. Na deze bewaartermijn van vier weken moeten de gegevens automatisch vernietigd worden, waarbij er waarschijnlijk nog extra menselijke controle komt op deze vernietiging van de gegevens.
De tegenstemmers toonden zich tijdens het debat over het wetsvoorstel met name kritisch omdat het zou gaan om een ongerichte vorm van gegevensverzameling. Daarmee zou ook de privacy in het geding kunnen komen. Senator Wezel van de SP diende een motie in om uit te sluiten dat kentekengegevens verstrekt kunnen worden aan derden. Over deze motie wordt later nog gestemd. Volgens minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid is dit punt van zorg al verwerkt in het wetsvoorstel.
D66-senator Bredenoord toonde zich vooral kritisch over het privacyaspect. Zo vroeg hij of de principes van dataprotectie voldoende worden gerespecteerd en hoe kan worden beoordeeld en gecontroleerd waar in het wegennet camera’s komen te staan. De camera's die de kentekens fotograferen, kunnen aspecten van iemands persoonlijke leven in kaart brengen doordat de locatie ook duidelijk wordt zodra er een foto wordt gemaakt.
Senator Vlietstra van de PvdA vindt dat deze wet noodzakelijk is, omdat de kentekengegevens in de praktijk al worden opgeslagen zonder dat er een wettelijke basis voor was. Het CDA is ook voor het wetsvoorstel en vindt dat er ten aanzien van eventuele privacybezwaren voldoende waarborgen in de wet zijn opgenomen. PVV-senator Dercksen vindt de wet van belang in de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme. Volgens hem gaat de regeling niet ver genoeg; hij acht de bewaartermijn van vier weken te kort en vindt dat er nog een voorziening in de wet ontbreekt om een snelle uitwisseling van de gegevens met bijvoorbeeld buurlanden mogelijk te maken.
De camera's die worden gebruikt voor de kentekenregistratie, zijn anpr-camera's. Met de huidige wetgeving mag de politie niet alle kentekens die via anpr zijn verzameld, bewaren en raadplegen, omdat dit in strijd zou zijn met de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politiegegevens. Alleen een hit ten opzichte van een databasebestand mag worden opgeslagen.
De wet wordt voor drie jaar in werking gesteld. Tussentijds en aan het einde vindt een evaluatie plaats en bepaalt de regering of de maatregel langer van kracht moet zijn.