De Referendumcommissie heeft bepaald dat het referendum over de invoering van de 'sleepwet' op 21 maart 2018 zal plaatsvinden. Het lag al in de lijn der verwachtingen dat deze dag zou worden uitgekozen, mede omdat er op die dag ook gemeenteraadsverkiezingen zijn.
De Referendumcommissie heeft de datum van 21 maart 2018 nu officieel vastgesteld. De Kiesraad gaf eerder al aan dat altijd het uitgangspunt is dat referenda gecombineerd worden met 'gewone' verkiezingen; dit uitgangspunt volgt uit de Wet raadgevend referendum, die voorschrijft dat een referendum dient samen te vallen met de dag waarop reguliere verkiezingen plaatsvinden.
De vraag die op het stembiljet komt te staan, luidt als volgt: 'Bent u voor of tegen de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017?' In de wet is vastgesteld dat de vraag op het stembiljet altijd moet beginnen met 'Bent u voor of tegen'. De commissie heeft er aldus voor gekozen om de naam van de wet waar het om draait, geheel uit te schrijven.
De Kiesraad maakte op 1 november bekend dat er genoeg handtekeningen zijn opgehaald om het referendum mogelijk te maken. In totaal zijn 417.453 handtekeningen ontvangen. Daarvan waren er 417.135 ingediend op een geldige manier. Op basis van een steekproef is vervolgens gekeken of deze inzendingen inhoudelijk ook correct waren. Daaruit bleek dat dit in 92,09 procent het geval was. Het aantal geldige handtekeningen komt daarmee op 384.126, veel meer dan de 300.000 handtekeningen die nodig zijn om tot een raadgevend referendum over te gaan.
De wet, ook wel de 'aftapwet' genoemd, werd op 11 juli door de Eerste Kamer aangenomen. Daaraan ging een lange behandeling vooraf. De regeling breidt de bevoegdheden van de Nederlandse inlichtingendiensten uit, zodat zij bijvoorbeeld ongericht mogen tappen op de kabel.
De nieuwe wet zou op 1 januari 2018 ingaan, maar dat wordt uitgesteld tot 1 mei, omdat het langer duurt om de leden van de toetsingscommissie te installeren. Dat betekent ook dat de wet niet ingaat voordat het raadgevend referendum heeft plaatsgevonden. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft eerder in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat het kabinet de uitslag van het referendum in overweging zal nemen, conform de bepalingen van de Wet raadgevend referendum. Daarbij zegt ze dat het kabinet dit zorgvuldig zal doen.