Nederlandse internetaanbieders moeten een begrijpelijke uitleg geven over de minimale, de normaliter beschikbare, de maximale en de geadverteerde download- en uploadsnelheid. Klanten moeten zelf meten of de snelheden kloppen, maar kunnen met die metingen niet naar de rechter.
De Autoriteit Consument en Markt heeft regels opgesteld waarin staat wat een normale, minimale en maximale internetsnelheid is en aan welke basisvereisten snelheidsmetingen van klanten moeten voldoen. Feitelijk zijn aanbieders van vast en mobiel internet al verplicht de minimale en daadwerkelijke download- en uploadsnelheden te melden, op basis van artikel 4 van de Europese netneutraliteitsverordening. ACM had echter nog niet aangegeven wat onder de verschillende snelheden verstaan moet worden. Dat doet de toezichthouder nu wel, maar het gaat nog om een ontwerp. Als het beleid definitief is, moeten de internetaanbieders de snelheden aan klanten communiceren.
De ACM beschouwt de minimale snelheid als ondergrens. Providers moeten daarnaast de 'normaliter beschikbare download- en uploadsnelheid' melden. Die snelheden moeten klanten in ten minste acht van de tien metingen kunnen behalen. Die metingen moeten ze over tenminste drie dagen verspreiden. Meerdere metingen per uur tellen niet mee om incidentele storingen uit te sluiten.
Bij op zijn minst een van de tien metingen in een week, moet tenminste 90 procent van de maximale snelheid behaald kunnen worden. De ACM stelt dat niet van aanbieders verwacht kan worden dat ze vaker de maximaal haalbare snelheid realiseren. De bedrijven zijn vrij zelf te kiezen met welke snelheden ze willen adverteren, zolang die maar niet de maximale snelheden overtreffen. Voor mobiele aanbieders geldt dat ze moeten benadrukken dat de werkelijke snelheden kunnen afwijken van die van advertenties. De minimale en gemiddelde snelheden hoeven mobiele aanbieders niet te melden.
Providers moeten verder duidelijke informatie gaan geven over hoe klanten hun snelheid kunnen meten. Volgens de ACM moet in ieder geval aangegeven worden dat de klant zijn snelheid voor vast internet vanaf een eigen apparaat via een bedrade verbinding test. Voor het meten van de mobiele verbinding moet de gebruiker wifi uitzetten. Daarnaast wijst de toezichthouder erop dat verkeer dat gelijktijdig plaatsvindt van invloed kan zijn en dat de klant verouderde hard- en software kan hebben. Providers moeten melden hoe die invloeden te beperken zijn.
Als klanten constateren dat de snelheden lager zijn dan hun provider belooft, kunnen ze echter niet met hun meting naar de rechter om bijvoorbeeld hun contract te ontbinden, bevestigt ACM tegen Tweakers: "Ze kunnen niet direct een beroep op de beleidsregel doen, omdat er nog geen gecertificeerd meetsysteem is. De netneutraliteitsverordening schrijft namelijk voor dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst als de beloofde prestaties van de internettoegangsdienst niet worden gehaald en dit wordt vastgesteld met een door de toezichthouder gecertificeerd meetsysteem." De ACM raadt gebruikers in plaats daarvan aan contact op te nemen met hun provider en desnoods een deadline te stellen, of een melding te maken bij ConsuWijzer.
De ACM werkte vorig jaar zelf aan een eigen meetsysteem, in de praktijk een speedtest, samen met het door Google opgerichte M-Lab. Eind 2016 stopte die ontwikkeling en koos de toezichthouder ervoor om zich bij het certificeringsprogramma van Berec, de Europese koepelorganisatie van toezichthouders, aan te sluiten.
Die organisatie heeft afgelopen zomer in zijn consultatie bepaald waar de speedtesten aan moeten voldoen. Berec adviseert drie tot vijf http-connecties op te zetten met tcp slow start afgerond om te garanderen dat de maximale doorvoer behaald kan worden. De organisatie gaat daarnaast in op hoe de speedtesten moeten omgaan met packet loss en traffic management zoals dns-manipulatie en proxies. Daarnaast beschrijft Berec dat bij metingen informatie over gebruikersfactoren te achterhalen zijn die van invloed zijn op resultaten, zoals het type modem en het besturingssysteem. Niet bekend is wanneer de Berec de definitieve versie van regels voor een Europees meetsysteem publiceert.
De ACM laat weten dat iedereen tot 20 oktober kan reageren op het ontwerp van de nieuwe beleidsregel. Dat kan per e-mail of per post. Na het ontvangen van de reacties zal de consumentenautoriteit de definitieve beleidsregel vaststellen. Wanneer dat zover is en wanneer providers de snelheid volgens de nieuwe regels moeten gaan melden, is nog niet bekend.