Andrus Ansip, EU-commissaris voor de digitale markt, zegt dat socialemediabedrijven actiever moeten worden in de bestrijding van nepnieuws. Hij vindt dat bedrijven dat zelf moeten reguleren, maar dat de EU bereid is 'verduidelijking te bieden'.
Tegenover de Financial Times zegt de commissaris dat het niet de taak is van de Europese Commissie of overheden om online content te censureren. "Nepnieuws is slecht, maar een ministry of truth is nog slechter." Volgens de woordvoerder van Ansip houdt de Europese Commissie wel de acties van bedrijven in de gaten en zijn er plannen om 'raad te bieden' rondom de verschillende vrijwillige maatregelen.
De commissaris ging niet verder in op de mogelijke maatregelen van de Commissie, maar wees als voorbeeld op de gedragsregels die de organisatie in mei met techbedrijven overeenkwam om haatzaaien op internet te bestrijden. Ansip zegt tegen de krant: "Bedrijven moeten actiever zijn. Het was normaal om te denken dat de rol van kwaliteitsmedia zou afnemen en die van sociale media zou toenemen. Door nepnieuws kan men die bronnen niet meer vertrouwen en gaat men terug naar kwaliteitsmedia."
Facebook kondigde onlangs maatregelen aan om de verspreiding van nepnieuws via zijn platform tegen te gaan. Dit deed het bedrijf zowel in de VS als in Duitsland. Zo werkt het onder andere samen met factcheckingbedrijven om berichten te controleren. Ansip laat zich tegenover de Financial Times niet uit over de genomen maatregelen.
De discussie rond nepnieuws op Facebook kreeg veel aandacht tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen. In Duitsland leidde dat tot plannen om boetes uit te delen aan platforms als Facebook als zij nepnieuws niet binnen een dag verwijderen. De Europese Commissie riep bedrijven in december al op om strenger op te treden tegen dit soort berichten.