De Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Thomas de Maizière, heeft in een interview met de krant Bild am Sonntag laten weten dat hij voorstander is van het invoeren van camera's met gezichtsherkenning. Dit moet gebeuren op plekken als treinstations en vliegvelden.
In het interview stelt De Maizière verder dat er 'een techniekoffensief van de veiligheidsdiensten' nodig is om terreurverdachten op te sporen. Hij legt uit dat het herkenningssysteem een melding moet tonen zodra een verdachte wordt gesignaleerd.
Over het juridische aspect zegt hij: "Voor particulieren bestaat ook de mogelijkheid om iemand te fotograferen en met gezichtsherkenningssoftware via het internet erachter te komen of die persoon een politicus of een ander belangrijk persoon is." Een dergelijk systeem zou al ingezet worden voor achtergelaten bagage, waarvan automatisch melding wordt gemaakt, aldus de krant. De minister is ook van mening dat de opsporingsdiensten 'technisch de middelen moeten kunnen benutten die juridisch mogelijk zijn'.
Deel van het maatregelenpakket is ook een 'rugzakverbod' op grote evenementen. Daarbij ziet de minister dit niet als beperking van de vrijheid van bezoekers: "Iedere museumbezoeker is er al lang aan gewend om zijn tas of rugzak achter te laten." Of de maatregelen juridisch inderdaad eenvoudig te realiseren zijn is nog niet geheel duidelijk, zo schrijft de site Heise op basis van informatie van het persbureau Deutsche Presse-Agentur.
Een politicus van de partij Die Grünen is van mening dat de plannen ondoordacht zijn en dat zij een grondwetswijziging vereisen om doorgevoerd te kunnen worden. Inzet van dergelijke middelen zou alleen in specifieke gevallen, bijvoorbeeld bij een concrete dreiging, gerechtvaardigd kunnen zijn.
Het inzetten van camera's met gezichtsherkenning is in Nederland ook al gedaan. Het Rotterdamse ov-bedrijf RET begon in 2010 met een proef om mensen met een ov-verbod te herkennen door middel van camera's. De politie in Amsterdam experimenteerde voor het eerst in 2008.