Nederland en België zitten beide in de top van Europa als het gaat om toegang tot breedbandverbindingen. In beide landen heeft meer dan 95 procent van de huishoudens toegang tot deze diensten. Alleen Malta en Litouwen zitten ook boven dit percentage.
Gemiddeld heeft slechts 28 procent van de woningen in landelijke gebieden toegang tot breedband, staat in het Europe Digital Progress Report of EDPR dat maandag is vrijgegeven. Over het geheel wordt zo'n 71 procent van de huishoudens bereikt met breedband in de 28 lidstaten.
Het rapport wordt samengesteld uit informatie ingewonnen via de Digital Economy and Society Index of desi. Desi kijkt naar vijf verschillende hoofdgebieden. Bij verbindingen gaat het om de verspreiding van en de kosten van breedband, bij human capital gaat het om hoe digitaal bekwaam de bevolking is, het gebruik van internet kijkt naar het gebruik van online diensten zoals bankieren of winkelen. Het onderdeel dat kijkt naar integratie van digitale technologie onderzoekt hoe bedrijven belangrijke digitale technieken in hun bedrijfsprocessen integreren en als laatste wordt er gekeken naar het gebruik van digitale diensten door de overheid en gezondheidszorg.
Nederland en België presteren allebei goed. België staat op de vijfde plaats en Nederland op twee en moet daarmee alleen Denemarken voor zich dulden. Als Noorwegen tot de EU had behoord, was Nederland derde geweest. Omdat Nederland het afgelopen jaar sneller vooruitgang wist te boeken dan de EU als geheel, staat het land in de groep koplopers. België wist zijn verbeteringen niet meer zo rap door te voeren, waardoor het in de subtop staat.
België is wel een van de best presterende landen als het gaat om connectiviteit en staat op de tweede plaats, al is er wel kritiek: het land moet mobiel breedband verder uitbreiden en het moet ultrasnelle breedbandverbindingen van boven de 100Mbit/s stimuleren. Nederland loopt in de EU voor met praktisch honderd procent 4g-dekking, maar zit met een aantal van 80 van de honderd mensen met een mobiel breedbandabonnement nipt boven het EU-gemiddelde.
Voor beide landen blijkt uit het rapport dat het aantal afgestudeerden in wetenschap en technologie aan de lage kant is, in Nederland zelfs de helft lager dan het EU-gemiddelde. De angst bestaat dat het tekort aan ict-professionals 56.000 mensen bedraagt in 2020. België heeft in dat jaar vermoedelijk een tekort aan 30.000 ict'ers.
Nederlandse bedrijven presteren het best als het gaat om gebruik van sociale media en zeer goed op het gebied van delen van informatie, al schort er volgens het rapport nog wel het een en ander aan het toepassen van identificatietechnologieën voor bijvoorbeeld identificatie van personen, tracking van goederen en voorraadbeheer. Van het mkb in België verkoopt zo'n 13 procent producten over de grens, wat veel is. Nederlandse bedrijven zouden daar meer gebruik van moeten maken. Om Nederlandse ondernemers meer gebruik te laten maken van alle mogelijkheden die digitale diensten kunnen bieden, legt het Nederlandse overheidsprogramma de Digitale Agenda 2016-2017 een sterke focus op 'digitalisering van ondernemers'.
Nederland moet zorgen voor meer acceptatie 'e-health' bij publiek
Het rapport wijst ook op de uitdaging waar Nederland de komende vijf jaar voor staat als het gaat om digitale overheid en 'e-health'. Nederland moet zorgen voor meer acceptatie bij het publiek van e-health. Andere overheidsdiensten doen het goed. In België is onlangs Recip-e gestart voor digitale recepten voor medicijnen. Dit kan rekenen op goedkeuring van de rapporteurs, vooral omdat al meer dan 90 procent van de huisartsen van dit systeem gebruikmaakt.
Een algemene noot uit het rapport is dat mensen niet veel buiten hun eigen land online winkelen. Slechts 16 procent koopt goederen uit andere landen terwijl van alle inwoners van de EU 53 procent online aankopen doet. Gemiddeld verkoopt van de kleinere winkeliers slechts 7,5 procent buiten zijn eigen land, terwijl de EU juist een digitale interne markt wil opzetten waar geen grenzen bestaan.
De hoofdreden voor het niet doen van online aankopen door burgers, is dat mensen nog steeds naar een fysieke winkel willen. Slechts een kwart is bang voor veiligheidsvraagstukken van online aankopen doen. Ook zijn de meeste EU-inwoners niet bekend met goede manieren om zichzelf online te beschermen en heeft 35 procent bijvoorbeeld nooit van cookies gehoord.
Alle rapporten zijn te vinden op de Digital Single Market-pagina van de EU. De EU heeft ook geprobeerd een vergelijking met de rest van de wereld te maken. Dit bleek lastig, omdat vergelijkbare gegevens vaak schaars zijn. Een vergelijking met 15 andere landen liet zien dat de EU lidstaten die hoog op de desi-scorelijst staan, ook wereldwijd bovenaan staan. De best presterende landen in dat rapport zijn Zweden, Denemarken en Finland, gevolgd door Zuid-Korea, de Verenigde Staten en Japan.