De Europese Rekenkamer gaat onderzoeken of de beleidsdoelstelling van de EU om in 2020 alle Europeanen van snel breedbandinternet te voorzien, haalbaar is. Ook zullen de controleurs onderzoeken of de projecten, strategieën en financiering om dat doel te bereiken, toereikend zijn.
De controleurs van de Europese Rekenkamer wijzen op studies van de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank die aantonen dat er naar schatting 270 miljard euro nodig is om de breedbanddoelstellingen in 2020 te realiseren. Daarbij horen ook investeringen van particulieren en publieke financiering door individuele lidstaten.
Medewerkers van de Rekenkamer gaan kijken of de lidstaten wel passende strategieën hebben ontwikkeld en ingevoerd om het doel te kunnen verwezenlijken. Ook onderzoekt het overheidsorgaan in hoeverre het waarschijnlijk is dat de lidstaten de doelstellingen behalen. Daarnaast moet het onderzoek aantonen of de Europese Commissie de lidstaten heeft gesteund en gemonitord bij het bereiken van breedbanddoelstellingen.
Het beleid voor breedbandinternet kwam in 2010 tot stand in de Digitale Agenda van de Europese Commissie. Het streven was om alle Europeanen in 2013 te voorzien van basistoegang tot breedbandinternet en tegen 2020 te voorzien van snel breedbandinternet met een minimale bandbreedte van 30Mbit/s. Daarbij moet de helft van de Europeanen in 2020 toegang hebben tot verbindingen met een bandbreedte van minimaal 100Mbit/s.
In 2011 liet de Europese Commissie nog weten af te zien van een verplichting voor lidstaten om een minimale internetsnelheid mogelijk te maken. Volgens de toenmalige Eurocommissaris Neelie Kroes zou een dergelijke verplichting telecombedrijven mogelijk op hoge kosten jagen. De Commissie vond dat een verplichte minimale internetsnelheid met name in landen met een laag gemiddeld inkomen zou zorgen voor een te hoge prijs voor internettoegang. Ook zou het bedrijfsleven in deze lidstaten onnodig hard getroffen worden.
De Europese Rekenkamer gaat vijf projecten in Ierland, Duitsland, Hongarije, Polen en Italië onderzoeken. Wat er precies wordt onderzocht en waarom er is gekozen voor deze vijf landen is niet duidelijk. Het verslag van het onderzoek wordt waarschijnlijk in het voorjaar van 2018 gepubliceerd.