De Nederlandse onderzoeker naar autonome voertuigen Maarten Sierhuis, die werkt voor Nissan en voorheen NASA, is van mening dat George Hotz onverantwoord handelt met zijn plan om een goedkope kit voor autonoom rijden uit te brengen.
De bekende hacker George Hotz kreeg onlangs een miljoeneninvestering om een kit van minder dan duizend dollar te ontwikkelen die gebruikers in staat stelt hun auto autonoom rijdend te maken. "Aan de ene kant denk ik: geweldig dat hij dit doet, aan de andere kant vind ik het onverantwoordelijk", zegt Sierhuis bij een door Nissan georganiseerde sessie waar Tweakers bij aanwezig was.
De Nederlander geeft bij Nissan leiding aan het Nissan Research Center Silicon Valley, waar de autofabrikant werkt aan de ontwikkeling van autonome voertuigen. Een systeem met risico's op het gebied van veiligheid kan volgens hem een rem zetten op de ontwikkeling. "Stel dat iemand met de technologie van die jongen iemand doodrijdt", stelt Sierhuis. "Dan krijg je enorme krantenkoppen en loop je de kans dat de ontwikkeling van onze technologie wordt stilgelegd."
Nissan neemt de voorzichtige weg naar autonoom rijden. "Bij ons is het devies safety first. We beginnen met een systeem voor hands-free driving, waarbij de bestuurder nog deels zelf moet sturen”, zegt de onderzoeker. “Het deel voor de snelwegen is gereed, nu ontwikkelen we het deel voor de steden. Dat moet in juni 2017 klaar zijn en in 2020 moet het in productie genomen worden voor auto’s."
Het lastige voor Nissan is dat het niet streeft naar een systeem voor dure bolides, maar dat het een systeem wil verwerken in betaalbare auto’s van ongeveer 30.000 euro. "We kunnen niet zoals Google een sensor van 40.000 dollar op de auto’s zetten." Daarnaast wil het Japanse bedrijf zoveel mogelijk in eigen beheer ontwikkelen. "Leveranciers als Nvidia willen met hun platform voor autonoom rijden alleen maar geld verdienen en ik weet dat hun deeplearning-systeem lang niet zo goed werkt als ze beloven", claimt Sierhuis.
Nissan werkt nauw samen met NASA, de voormalige werkgever van Sierhuis: "Als je eens weet welk hoog niveau van veiligheid we moesten kunnen bieden om te mogen testen op het terrein van NASA." Dat terrein zou ideaal zijn voor dergelijk testwerk, vanwege de betrekkelijke autonomie die er heerst. Nissan hoeft daardoor minder aan de regelgeving te voldoen die elders wel van kracht is. Bovendien kan Nissan gebruikmaken van kennis van de ruimtevaartorganisatie. Daarnaast werkt Sierhuis samen met universiteiten zoals Stanford.
Samenwerking tussen autofabrikanten is er nog nauwelijks, maar daar wil Sierhuis verandering in gaan aanbrengen: "Ik wil een groep creëren van de onderzoeksafdelingen van autofabrikanten om kennis te delen." Zo moeten de autofabrikanten beter een vuist kunnen maken tegen technologiebedrijven die werken aan autonoom rijden, zoals Google en Apple. "Die houden hun kennis voor zichzelf en willen vooral een nieuw commercieel platform voor apps. Toen ik een paar jaar geleden bij Google aanklopte voor toegang tot Maps kreeg ik ‘nee’ te horen, inmiddels zijn ze gelukkig wat opener."
Een van de problemen waar Sierhuis en zijn team tegenaan lopen is de lokalisatie van het voertuig. "Hoe weet het voertuig precies waar hij is? Gps is daar ontoereikend voor. Wij experimenteren met
extended Kalman filters om dit op te lossen." Op een hoger niveau is het redeneren op basis van data en het interpreteren van signalen van medeweggebruikers lastig voor het team. Voor dit laatste heeft Sierhuis een socioloog in dienst. Uiteindelijk hoopt Sierhuis zo tot een systeem van, in zijn woorden, socially acceptable humanlike driving te komen. Het grootste struikelblok voor een marktintroductie is echter niet de technologie maar uiteindelijk de regelgeving, denkt hij.
Nissan test voorlopig alleen in Silicon Valley en Japan, maar spreekt met de provincie Noord-Holland om ook hier te kunnen testrijden.