Ericsson is er met behulp van vdsl2-technologie in geslaagd om doorvoersnelheden van 500Mbps over koperkabel te behalen. Om deze snelheid te realiseren, is wel kanaalbundeling nodig en de kabellengtes zijn vooralsnog beperkt.
In zijn testopstelling gebruikte Ericsson zes twisted-pairkabels met een lengte van 500 meter, waarover de data met vectorized vdsl2-technologie wordt verstuurd. Deze techniek moet overspraak tussen de kabels voorkomen. Ericsson zegt zo stabiele doorvoersnelheden van meer dan 500Mbps te kunnen behalen. De vdsl2-specificatie vermeldt momenteel nog een maximumsnelheid van 100Mbps over een afstand van 500 meter, maar de vectoring-technologie van Ericsson zou al eind dit jaar gestandaardiseerd kunnen worden.
Toch is het niet erg waarschijnlijk dat de verbeterde vdsl2-technologie op grote schaal gebruikt zal worden als last-mile-oplossing. Slechts weinig huizen beschikken over de benodigde zes koperlijnen en ook de afstand waarover de hoge snelheid wordt behaald, is te beperkt, waardoor glasvezelkabels alsnog tot diep in woonwijken moeten worden doorgetrokken. Adsl2+, waarbij snelheden tot 20Mbps gehaald kunnen worden, kampt met hetzelfde probleem: bij een afstand van een kilometer of meer tot de wijkcentrale loopt de maximale downloadsnelheid snel terug.
De verbeterde transmissietechniek van Ericsson lijkt nuttiger voor de aanbieders van mobiele telefonie. Volgens de fabrikant kunnen zij via bestaand koper relatief goedkoop zendmasten met backbones verbinden. Ericsson denkt daarbij vooral aan de 4g-netwerken die in de toekomst in de VS en Europa uitgerold zullen worden.