De komende dagen kun je maar beter goed de lucht in de gaten houden. Niet omdat het gaat regenen, maar misschien krijg je wel een stuk raket op je kop. Dat betekent dat het brandstoftanks of andere brokstukken kan regenen, die met een vaartje van een paar honderd kilometer per uur neerkomen: niet echt gezond. Dit soort dingen gebeuren bijna nooit, ondanks de flinke toename in het aantal raketlanceringen van de laatste jaren. Alleen als het flink misgaat, is er kans op brokstukken die ongecontroleerd op aarde storten. Raketwetenschappers zijn namelijk nogal pienter en vinden het geen goed idee om stukken raket lukraak op aarde te laten komen. Echt harde afspraken zijn daar niet over, meer een soort consensus en 'gentlemen's agreements'.
Desondanks heeft de CNSA, de Chinese tegenhanger van de Amerikaanse NASA, besloten haar jongste raket lekker ongecontroleerd rond te laten slingeren in een lage baan om de aarde. En het gezegde 'what goes up, must come down' gaat hier onverbiddelijk op, wat betekent dat een rakettrap van pakweg twintig ton in stukken ergens op aarde terecht gaat komen. Nee, een paraplu helpt dan niet.
Die raket, onderdeel van een Long March 5B, heeft eind april een leefmodule naar het gloednieuwe Chinese ruimtestation CSS gebracht. Om onbekende redenen is blijkbaar geen zogeheten reentry-burn uitgevoerd om de rakettrap volgens berekening weer op een veilige plaats op aarde te laten neerkomen. Gevolg: de rakettrap tuimelt door de ruimte en gevreesd wordt dat ie in stukken op bewoonde gebieden terechtkomt. Dat is niet eens de eerste keer: een jaar geleden vielen stukken van een Long March op dorpen in Ivoorkust.
Miljoenen brokstukken
De NASA en ESA hebben richtlijnen, maar daaraan hoeven ze zich alleen zelf te houden.
Dat toont eens te meer aan dat de huidige regels en afspraken wel aardig zijn, maar geen garantie voor voor veilig ruimteverkeer. Het probleem in de ruimte is dat een onvoorziene botsing door rondslingerende raketstukken of defecte satellieten zomaar een bizarre hoeveelheid brokstukken kan genereren die op hun beurt weer meer brokstukken genereren als ze tegen een satelliet van miljoenen euro's botsen. Daarom worden grotere objecten nauwkeurig in kaart gebracht en gevolgd, en soms kunnen botsingen ontweken worden. Het ISS maakt regelmatig kleine koerswijzigingen om afval te mijden. Aan die tracking zit echter een limiet; kleine deeltjes van enkele centimeters of kleiner kunnen nauwelijks gevolgd worden. Net als grotere brokstukken schieten die als kogels met meer dan 10km/s, 36.000km/h, rond de aarde. Ter vergelijking: de snelste kogels verlaten een loop met pakweg 6000km/h. Met letterlijk miljoenen van dergelijke supersnelle kogels mag de ruimte dan groot zijn, maar de kans om geraakt te worden is zeker niet nul en de gevolgen zijn kostbaar.
:strip_exif()/i/2004342578.jpeg?f=imagemedium)
Facility-ruimtevaartuig uit 1990. Foto: NASA JSC
Hebben we dan echt geen afspraken in de ruimtevaart? De NASA en ESA hebben richtlijnen, maar daaraan hoeven ze zich alleen zelf te houden. En wat te denken van bedrijven als SpaceX met het Starlink-netwerk of Kuiper Systems dan? Wat die eerste betreft is er al genoeg te doen over de de lichtvervuiling waarover menig astronoom klaagt, maar daarmee houdt het niet op. De inmiddels dik 1500 satellieten zijn voor SpaceX-klanten, maar Amazon werkt aan Project Kuiper, een constellatie van dik 3000 satellieten voor satellietinternet. Die komen boven op al operationele initiatieven, zoals het Iridium-netwerk of Globalstar. Als met de privatisering van de ruimtevaart elk groot techbedrijf een zwik satellieten de ruimte inschiet, is het einde binnen de kortste keren zoek.
Bijna-botsing
Operationele netwerken als Iridium laten zien dat je er met het lanceren van je satellieten niet bent. Omloopbanen zijn niet voor eeuwig en satellieten evenmin, dus moeten die na hun werkzame leven veilig buiten het drukke verkeer rondom onze blauwe planeet geloodst worden. Dat lukt niet altijd. Los van achtergebleven, kapotte exemplaren die onbestuurbaar in hun baan blijven, is Iridium 33 in 2009 tegen een Russische satelliet gebotst, met duizenden brokstukken en een bijna-botsing met het ISS tot gevolg.
Met nu al duizenden grote en miljoenen kleine brokken afval die als een schil om onze aarde heen zweven wordt het alleen maar moeilijker om veilig in de ruimte te manoeuvreren. Een goed plan om die letterlijke puinzooi op te ruimen is er nog niet en een betrouwbare manier om de rommel in de gaten te houden evenmin. En dan zijn we nog maar een paar decennia bezig met raketten en satellieten. Hoe moet dat er over twintig jaar uitzien, of over tweehonderd jaar? Hoog tijd voor een grote opruimactie dus en duidelijke afspraken. Of we daar met z'n allen toe in staat zijn als we er al niet in slagen om complete eilanden afval op te ruimen op de veel makkelijker toegankelijke oceanen…
Column?
Een column is een kort opinieartikel. Dit artikel is onderdeel van de bèta van Plus, waarbij we verschillende artikelvormen proberen. Wekelijks publiceren we op zondag een column van een van de Tweakers-redacteuren, die daarbij vrij is in zijn onderwerpkeuze en zijn mening terug kan laten komen. Reageren op Plus en de onderdelen daarvan, zoals dit artikeltype, kan in het daarvoor bestemde topic. Reageren op de inhoud van de column kan hieronder.