Wetenschappers van de Amerikaanse, privaat gefinancierde onderzoeksuniversiteit Rensselaer Polytechnic Institute ontwikkelen een relatief autonoom opererende cubesat die door middel van het afschieten van netten ruimtepuin moet vangen.
De satelliet heeft de naam Oscar en wordt door hoogleraar Kurt Anderson en zijn studenten ontwikkeld als een kleine, goedkope satelliet die grotendeels autonoom stukken ruimtepuin uit het vacuüm plukt. De bovenkant van de satelliet bestaat uit vier 'geweerlopen' waaruit netten worden geschoten die met draden aan Oscar vastzitten. Daarmee worden kleine stukken ruimtepuin gevangen en meegesleurd. Er kunnen maximaal vier stukken ruimtepuin worden gevangen, waarna de satelliet automatisch zijn baan om de aarde verlaat en samen met het ruimtepuin in de atmosfeer verbrandt.
Oscar bestaat uit drie cubesats die op elkaar zijn gestapeld, met een totale lengte van 30cm, een breedte van 10cm en een hoogte van eveneens 10cm. Een van deze units huisvest het brein van de satelliet, inclusief een gps-sensor, dataopslag, communicatieapparatuur en de elektriciteitsvoorziening. Een tweede unit biedt plaats aan brandstof en de aandrijvingsmodule. De derde en bovenste unit bevat de vier lopen, de netten en de draden. Volgens Anderson is dit afschiet- en vangmechanisme al eerder ontworpen en is dat een vrij eenvoudig onderdeel van Oscar. Het lastige is het integreren en het optimaliseren van het brein.
Het apparaat is ontworpen om semiautonoom te opereren. Dat autonome karakter is volgens Anderson lastig te realiseren, omdat Oscar een taak moet uitvoeren die normaal gesproken door grote, dure satellieten wordt gedaan. Oscar maakt gebruik van de bestaande, in kaart gebrachte verzameling van 22.300 stukken ruimtepuin. De satelliet moet stukken ruimtepuin lokaliseren aan de hand van deze database en data van de optische, warmte- en radarsensoren. Zodoende kan de satelliet grotendeels zelfstandig achter ruimtepuin aan zonder dat veel sturing vanaf de grond nodig is.
Het ontwikkelteam ziet een toekomst voor zich waarin hele hordes Oscar-satellieten op wolken van ruimtepuin worden afgestuurd, waarbij de cubesats ook routinematig met grote ruimteschepen kunnen worden meegenomen. Momenteel worden de algoritmes van Oscar geperfectioneerd. De makers hopen nog dit jaar een test op de grond te doen, waarna een test in de ruimte moet volgen.
De noodzaak van een dergelijke puinruimer is volgens Anderson groot. "Het aantal geobserveerde stukken ruimtepuin neemt sneller toe dan de snelheid waarmee we daadwerkelijk objecten in de ruimte plaatsen. Dit is een indicatie dat het Kessler-syndroom wellicht in aantocht is." Hiermee doelt Anderson op een theorie van NASA-wetenschapper Donald Kessler. Hij schetste in 1978 een scenario waarin het zo druk wordt in een lage baan om de aarde dat botsingen tot een domino-effect zullen leiden.