Dit is geen Baldur’s Gate 3-review. Daar heb je er lang geleden vast al tig van gelezen, samen met de technische analyses van Digital Foundry en ga zo maar door. Waar waren wij toen? Ik was op vakantie toen Baldur’s Gate 3 uitkwam en het nadeel van opereren met één gameredacteur is dat er zeker in de vakantieperiode niet altijd iemand anders beschikbaar is om een belangrijke review over te nemen. Redacteur Donovan Kerssenberg toog wel naar Keulen voor de gamescom, maar de review van Baldur’s Gate 3 bleef liggen. Toen ik eenmaal terug was, stonden Starfield en het verdere najaar al te wachten en dus bleef deze roleplayinggame onbesproken. Anders gezegd: de game die de Game Award voor beste game van het jaar bleek te winnen, bleef onbesproken. Dat hebben we geweten. Regelmatig lazen we vragen en opmerken van mensen die zich afvroegen of we de game ooit nog zouden bespreken.
Het antwoord op die vraag is de origin story van deze round-up, want dezelfde vragen kregen we over Cocoon en over de dlc van Cyberpunk en van Age of Empires. Het leek ons dus een leuk idee om aan het einde van het jaar nog een paar games in vogelvlucht te bespreken, al was het maar om in elk geval te kunnen zeggen dat deze games nog iets van aandacht hebben gehad, want afgaande op algemene reacties van reviewers en gamers die ze eerder hebben gespeeld, lijken ze het zeker te verdienen. Zie dit dus niet als de diepgaande review die normaal zou verschijnen, maar als een wat kortere, beknoptere behandeling van een aantal games die we niet onbesproken wilden laten in 2023.
In den beginne… was er Dungeons & Dragons. Of nu ja, tabletopspellen bestaan al sinds ver voor Christus, maar Dungeons & Dragons is sinds de jaren zeventig haast synoniem voor rpg-tabletopgames. Je speelt de game met een groep, waarbij een persoon de spelleider is, de Dungeon Master. Het verhaal beleef je door keuzes te maken op basis van de informatie die de DM je geeft. Deze keuzes gaan vaak gepaard met skillchecks, waarbij een rol met een twintigzijdige dobbelsteen bepaalt of je slaagt in wat je probeert te doen. Dat is de simpele basis voor vrijwel alles en het werkt vrij overzichtelijk.
D&D als ruggengraat
Sinds jaar en dag bestaan er natuurlijk ook rpg’s in de wereld van videogames en die hebben veel aan spellen als D&D te danken. Sterker nog: het hierboven beschreven systeem fungeert als de ruggengraat voor veel roleplayinggames. Ga maar na: in elke game waarin je waardes toekent aan eigenschappen van een personage, ben je feitelijk een character sheet aan het invullen, maar dan op een net andere manier. De dobbelsteengebonden skillchecks hebben in gaming de dobbelstenen losgelaten, maar of je iets wel of niet kunt, hangt vaak toch af van wel of niet vrijgespeelde vaardigheden. Je speelt de held, maar hebt vaak genoeg ook partymembers, alleen zijn die in de meeste games computergestuurd. De systemen zijn versimpeld, maar ze zijn er nog wel en ze zijn allemaal terug te leiden naar een tabletopgame die bijna vijftig jaar geleden verzonnen is.
Baldur’s Gate 3 is een game die dat anders doet. Of nu ja, niet anders doet: waar al die andere rpg’s een vrije interpretatie van de door D&D bedachte basis zijn, blijft deze game juist dicht bij die basis. De manier waarop je je personage aanmaakt en van vaardigheden voorziet, is haast identiek. Die lijn wordt in de hele game gevolgd, nergens duidelijker dan bij het verschijnen van de dobbelstenen. Jazeker, handelingen op basis van vaardigheden gaan in Baldur’s Gate 3 gepaard met dezelfde skillchecks. Dat gebeurt aan de lopende band en niet alleen als je bewust handelingen verricht. Als je bijvoorbeeld in de natuur loopt, kan het zijn dat je automatisch een perceptioncheck haalt of faalt, wat bepaalt of je een begraven kist of een valstrik wel of niet opmerkt. Het wel of niet vinden van een kistje, is ogenschijnlijk onbelangrijk, maar illustratief voor datgene wat Baldur’s Gate 3 een speciale game maakt. De game kent ontelbaar van dat soort momenten. De combinatie van toeval en van je eigen keuzes bepaalt op welke manier je avontuur verloopt.
Het beginpunt is altijd hetzelfde. Je personage wordt wakker aan boord van een schip van de mindflayers, ofwel de illithids. Die mindflayers zorgen dat je geïnfecteerd wordt met een vreemde parasiet die ervoor zorgt dat je zelf in een mindflayer verandert. Dat is althans het idee. Die transformatie laat echter op zich wachten. In de tussentijd wordt het schip aangevallen en crasht het in Faerûn, een deel van de Forgotten Reals, bekend uit Dungeons & Dragons. Eenmaal op de grond vind je al snel wat andere lieden die met hetzelfde probleem kampen. Aangezien je hetzelfde probleem hebt, klinkt het als een goed idee om samen op te trekken. Tenminste, dat kun je zo zien. Je kunt er ook voor kiezen het avontuur solo aan te gaan of gewoon iedereen die je tegenkomt te lijf te gaan. Je maakt de game er niet makkelijker op, maar dat is wel de mate van vrijheid die Baldur’s Gate 3 je biedt.
Verwend
Die vrijheid heeft een prijs: Baldur’s Gate 3 is een game die je eraan herinnert hoe verwend we anno nu zijn door games. Als je D&D speelt, moet je bijhouden hoeveel goud je hebt, welke spullen je hebt en wat je vaardigheden zijn. Baldur’s Gate 3 heeft wel een menu waarin je al je spullen ziet, maar andere games zijn veel verder vereenvoudigd. Die games laten je bijvoorbeeld betere spullen automatisch gebruiken. Baldur’s Gate 3 doet dat niet. Je zult moeten kijken welke gear handig is. Sterker nog: als je met een party van personages speelt, kun je elk van die personages besturen als primair personage. De stats van dat personage gelden dan voor skillchecks. Een van de speelbare personages, Astarion, heeft bijvoorbeeld een hoge bonus op deceptie. Hem laten praten als je iemand om de tuin probeert te leiden, kan dus een stuk betere resultaten opleveren. Maar vind je ergens een oud boek met spreuken, dan is het slimmer er een wizard of warlock naar te laten kijken.
De samenstelling van je party en hoe je daarmee omgaat, maakt of breekt Baldur’s Gate 3. Breken? Ja, Baldur’s Gate 3 kan best een beetje tegenvallen, als je nog niet helemaal doorziet hoe je het spel het best te lijf kunt gaan. Als je de checks vooral faalt en in gevechten belandt die je niet kunt winnen, wordt het al snel minder leuk. Personages die dood gaan, ben je ook echt kwijt, dus les één is alvast om je game veelvuldig op te slaan. Tot je de game goed door hebt, is trial-and-error je beste vriend.
Daar hoort vechten bij. Een gevecht begint met een dobbelsteenrol die bepaalt op welke volgorde de personages aan de beurt komen in het gevecht. Daarna verloopt de actie dus beurtelings, waarbij je steeds een beweging, een actie en eventueel een bonusactie mag doen. In de regel zal het vooral neerkomen op positie kiezen en een aanval of spreuk doen om je tegenstanders te belagen. Hier merk je dat een uitgebalanceerde groep met ten minste één, maar liever meerdere healers geen overbodige luxe is. Ook merk je dat vechten in Baldur’s Gate 3 een tijdrovend klusje kan zijn. Dat strookt met D&D, want daar kan een gevecht ook lang duren, maar in games gaan gevechten meestal wat sneller. Bovendien moet je alle acties van al je partymembers doen, dus het is van belang dat je al hun sterke en zwakke punten kent.
Alle eigenschappen bijhouden
Dat kan best een horde zijn. In een potje D&D is het soms al best lastig om alle vaardigheden en items van je eigen personage bij te houden. Nu moet je dat dus voor alle personages in je groep doen. Ze voldoen redelijk aan bepaalde archetypen dus als je vaker rpg’s hebt gespeeld, helpt dat zeker, maar ik vond het in de gaten houden van alle skills, aanvallen en buffs best lastig. Belangrijk is het wel, want een goed op elkaar afgestemde party kan helpen in gevechten en dat is ook nodig als je de game op de middelste of hoogste moeilijkheidsgraad speelt. In variant ‘Explorer’, de makkelijkste, ligt de nadruk meer op het verhaal en kom je wat sneller weg met niet al te diep nadenken tijdens gevechten, maar ook daar kun je wel gevechten tegenkomen die je niet zomaar wint.
Mocht je geen zin hebben om alle rollen zelf te spelen, dan kan de multiplayer uitkomst bieden. Baldur’s Gate 3 ondersteunt co-op voor maximaal vier spelers. Logisch, want dat is de maximum grootte in de game. De multiplayeroptie werkt op twee manieren: je kunt meedoen aan losse potjes of andere toestaan om bij jou mee te doen. Op die manier spelen de spelers die op bezoek zijn altijd de rol van een van de standaardpersonages. Je kunt echter ook met een groep vrienden samen een avontuur starten. In dat geval kunnen alle spelers hun personage vormgeven en de game aanvliegen alsof het een digitale versie van Dungeons & Dragons is. Mocht iemand een keer niet mee kunnen doen, dan kun je die plek opvullen met een standaardpersonage. Er zijn ook andere oplossingen om online D&D te spelen, maar dat Baldur’s Gate 3 een soortgelijke ervaring biedt, is vrij bijzonder.
Je zou Baldur’s Gate 3 ook kunnen zien als een one-shot D&D-campagne die je uitstekend in je eentje kunt spelen en dat zelfs meerdere keren. Zoals gezegd: het verhaal kan totaal verschillende vertakkingen bevatten, afhankelijk van welke keuzes je maakt, welke personages je actief hebt in je party en ga zo maar door. De personages hebben ook allemaal eigen quests die meer over hun achtergrond vertellen. Vrijheid, keuzes en diverse paden, zo kunnen we Baldur’s Gate 3 wel samenvatten.
Dat alles wordt op prachtige wijze in beeld gebracht. Het grootste deel van de tijd zie je de game vanuit een isometrisch gezichtspunt. Je kunt daarbij vrij ver in- en uitzoomen, waardoor het hoge detailniveau van de spelwereld wat beter tot zijn recht komt. Belangrijke momenten in het verhaal worden verteld via tussenfilmpjes, die er cinematografisch vrij simpel uitzien, maar alsnog prima kwaliteit laten zien. Vooral de gezichten van de belangrijkste personages zien er uitstekend uit. Datzelfde geldt voor de spelwereld. Die is lekker divers en weet mede door sterke lichteffecten mooie plaatjes op je scherm te brengen. Toch zijn we misschien wel méér fan van het geluid. Baldur’s Gate 3 is verhaalgedreven en dat maakt het essentieel dat de personages die dat verhaal dragen, overtuigend voor de dag komen. De personages die je tegenkomt, zijn zeer kleurrijk en voorzien van overwegend goede stemmen, die de vermakelijk geschreven dialogen uitstekend ten gehore brengen.
Conclusie
De reden dat we deze pagina begonnen met ‘dit is geen review’, is dat een dergelijke beknopte behandeling een game die zo ontzettend veelzijdig en uitgebreid is, nooit recht kan doen. Daarnaast hebben we er ook simpelweg niet voldoende tijd in zitten. We avonturieren ondertussen een uur of vijftien door Faerûn en hebben allerlei delen van de spelwereld nog niet eens gezien. Die vijftien uur begonnen met wat uur om aan de werking en lage snelheid van Baldur’s Gate 3 te wennen, maar uiteindelijk zijn ook wij gegrepen door de personages, het verhaal en de spelwereld. Baldur’s Gate 3 is een game waar je even goed voor moet gaan zitten, net zoals je voor een Dungeons & Dragons-sessie zou doen, maar als je dat doet, heb je een van de bijzonderste, veelzijdigste en daarmee leukste roleplayinggames die je op dit moment kunt spelen.
Ruim twee jaar nadat Age of Empires IV is uitgekomen, is half november de eerste betaalde uitbreiding uitgekomen. Een jaar geleden kwam er al een tussentijdse dlc die geheel gratis was; dat bracht ons de Ottomans en Malians als nieuwe volken, inclusief hun eigen spelwijze. Sindsdien was het de vraag wat een volgende uitbreiding zou brengen, hoe duur die zou worden en of die dan het geld waard zou zijn. Kortgezegd: dat valt niet tegen!
Twee jaar na de release hebben we, los van de eerste gratis dlc, talloze updates met verbeteringen gezien. Dat was ook nodig, want volken moesten wat meer in balans worden gebracht en irritante bugs moesten worden opgelost. Ten tijde van onze review waren er nog geen mods en maps beschikbaar, maar enkele maanden later wel. Die bieden extra variatie, al valt de hoeveelheid content wel wat tegen; volgens communityleden vanwege de complexiteit van de editor en de wijze van publicatie. Iets dat ook nog aandacht behoeft, is dat de AI minder goed met custommaps overweg kan; units raken dan regelmatig de weg kwijt en blijven soms ook ergens steken. Op zo'n manier winnen, is niet leuk.
Zoals benoemd in de review is deel IV ten opzichte van de Age I-, Age II- en Age III-rts-klassiekers goed met de tijd meegegaan. De AI is veel minder voorspelbaar, de maps zijn veelzijdig en de volken onderscheiden zich flink van elkaar, niet alleen met eigen units, maar ook met een unieke speelstijl. Dat biedt variatie en verdieping voor bestaande spelers en maakt het spel wat 'sneller' en unieker voor nieuwkomers. De nieuwe volken bieden dezelfde veelzijdigheid en onderscheiden zich opnieuw van de andere volken. Met deze dlc komen er nu opnieuw twee nieuwe volken bij: de Byzantines en Japanese. Ook deze hebben unieke eigenschappen en spelen compleet anders, ook beduidend anders dan dezelfde volken in Age II. Dat is altijd even wennen, maar ook een welkome uitdaging. Net als eerder is er ook veel aandacht besteed aan de stemmen en muziek van de volken. Voor nieuwkomers is de leercurve wel wat steil: je moet de verschillen proefondervindelijk ervaren of even spieken op YouTube.
Aquaductinfrastructuur van de Byzantines
Byzantines
De ervaren Age-speler kende ze al: de Byzantines. Ze zaten ook al in Age of Empires II. Dit oostelijke Romeinse Rijk, bestaande uit Griekenland, de Balkan en een deel van Turkije, was toen al geliefd om de krachtige Cataphract-cavalerie en de vuurschepen. Die onderdelen vinden we ook terug in dit nieuwe deel. De Cataphract is duurder dan de reguliere Knight, maar ze zijn in staat om een krachtige charge uit te voeren die een vijandelijk leger flinke schade toebrengt. De Varangian Guard-elitesoldaten vervangen de Man-at-Arms. Verder zijn er nog de Cheirosiphon, een vervangende Battering Ram die vuur spuwt, de Limitanei in plaats van de Spearman (met een Shield Wall-actie) en de Dromon die de Springald-schepen vervangt.
De grote veranderingen zitten vooral in iets anders: de Byzantines maken gebruik van een aquaductnetwerk voor water en de Cistern om dat op verschillende punten in het dorp op te vangen. Je Villagers werken veel sneller als ze in de buurt van zo'n Cistern zijn en hoe meer je er onderling verbindt, des te meer dit toeneemt. Verder wordt er olijfolie geproduceerd op je landerijen, naast regulier voedsel. Dit kun je inruilen voor andere zaken via de marktplaats, maar je kunt er ook mercenaries van kopen via een speciaal gebouw. Daarmee kun je unieke legereenheden van andere volken kopen, zoals de Tower Elephant van de Delhi Sultanate, de Elite Landsknecht van de Holy Roman Empire of de Camel Rider van de Abbasid Dynasty. Via de Golden Horn Tower-landmark kun je automatisch nieuwe eenheden laten aanrukken, min of meer vergelijkbaar met de Ottomans.
Het systeem om mercenaries te kunnen produceren, kennen we al van Age of Empires III. Het is een interessante toevoeging, maar de uitwerking voelt wat random aan. Je kunt dus units van andere volken produceren, maar daar is soms geen historische verbondenheid mee, denk bijvoorbeeld aan eenheden van de Chinese. Het maakt het samenstellen van een leger wel veelzijdig, omdat je bepaalde favoriete units kunt toevoegen, maar het was misschien origineler geweest als die niet identiek waren.
Naast alle reguliere producties zul je ook het aquaductnetwerk moeten bouwen. Dit kost tijd, maar ook steen. Daar staat tegenover dat je bij ieder gebouw dat je bouwt, gratis steen krijgt. Lastig is het uiteindelijk niet en de tegenprestatie is afdoende. Het wordt wel een uitdaging als je je dorp verder uitbreidt. Al met al zijn de Byzantines een interessant en machtig nieuw volk om te spelen.
De Japanese
Japanese
De Japanese kenden we ook al van eerdere Age of Empires-edities. In de Age IV-dlc zijn diverse standaardeenheden vervangen door Japanse varianten. Zo vervangt de Yumi Ashigaru de standaard Archer, is de Onna-Musha een snelle Archer te paard die de Crossbowman vervangt en is deOnna-Bugeisha lichte infanterie met een hoge snelheid en groot wapenbereik. De Odzutsuvervangt de gunpowderunit en zijn zeer nuttig om gebouwen en groepen units te vernietigen dankzij area-of-effectschade. Er zijn twee soorten priests: de Shinto Priest, via de Floating Gate-landmark, die heilige objecten in gebouwen kan plaatsen voor extra bonussen, en de Buddhist Monk, via de Temple of Equality-landmark, die vijandelijk schade kan beperken. Er is ook de Atakebune, een uniek Warship met raketten.
Het uniekst zijn de Shinobi en Samurai. De Shinobi zijn lichte infanterietroepen die, vermond als vijandelijke Villagers, vijandelijke gebouwen kunnen saboteren en via rookbommen ongezien kunnen opduiken op een andere locatie. De krachtige Samurai vervangen de Man-at-Arms-mêlee-infanterie en bezitten deflective armor dat periodiek vijandelijke aanvallen blokkeert. Er is ook nog een Mounted Samurai, een mêleecavalerie-unit in plaats van de Lancer die eveneens voorzien is van deflective armor. Verder zijn er nog drie soorten bannermen die je kunt toevoegen. Deze verhogen de aanvalskracht van nabijgelegen infanterie met vijftien procent.
Andere afwijkingen zijn dat huizen meteen ook de functie van Mill hebben en dus als drop-offpunt voor voedsel gebruikt kunnen worden. De Forge is ook een Mining Camp. Forten kunnen raketten afschieten op naderende vijanden. Het Town Center kun je upgraden.
De Japanese beschikken dus over interessante units met speciale krachten en zijn ook niet al te ingewikkeld of afwijkend om te spelen in vergelijking met een aantal andere volken, zoals de Chinese, Abbasid Dynasty, Delhi Sultanate en Mongols. De bannermen maken het wel complexer. Historisch gezien kunnen er vraagtekens bij worden gezet, want de Japanners staan in werkelijkheid niet bekend om hun krachtige cavalerie of iets als deflective armor en het gebruik van raketten is historisch gezien vooral gelieerd aan de Mongolen en Chinezen.
Naast twee nieuwe volken zijn er ook vier variantvolken.
Extra: vier nieuwe volkvarianten
We zijn er nog niet, want de dlc bevat vier extra volken. Dat zijn geen volledig nieuwe volken, maar variaties op bestaande beschavingen. Het gaat om de Ayyubids (Abbasid Dynasty), Order of the Dragon (Holy Roman Empire), Zhu Xi's Legacy (Chinese) en Jeanne d'Arc (France). In de basis werken deze vergelijkbaar als het basisvolk, maar dan met enkele wijzigingen, afwijkende units en unieke eigenschappen. Deze stap werd niet door alle spelers met gejuich ontvangen, maar wij vinden dit wel een interessante ontwikkeling. Voor spelers die een of meer van deze vier volken graag spelen, biedt het weer wat extra variatie zonder dat je je een compleet nieuwe speelstijl eigen moet maken; de veranderingen zijn immers relatief klein ten opzichte van nieuwe volken, zoals de Byzantines en Japanese.
De Ayyubids, dus een variant van de Abbasid Dynasty, is gebaseerd op de Ayyubid Dynasty uit 1171. Doorontwikkelen doe je nog steeds via het House of Wisdom, er zijn wat andere bonusupgrades en de Golden Age bestaat nog steeds, maar bevat nu vijf stadia. Mangonels kunnen nu ook vuurprojectielen afschieten en de Desert Raider-kamelenunit kan wisselen tussen een zwaard en een boog. De Tower of the Sultan kan pijlen afvuren terwijl gebouwen geramd worden. Nieuw zijn ook de Atabeg die je in militaire gebouwen kunt onderbrengen waardoor de productie toeneemt.
De Order of the Dragon, een variant op de Holy Roman Empire, is geïnspireerd op de ridderorde gesticht door Sigismund van Luxemburg in 1408, die later keizer van het Heilige Roomse Rijk werd. De Prelate Monk inspireert geen Villagers meer om harder te werken, maar kan dat wel doen voor militaire units nadat Inspired Warriors onderzocht is. De elite-units kosten flink wat meer resources en het kost ook meer tijd om ze te trainen, maar dat levert wel wat op: ze zijn een stuk sterker. Dat is vooral een voordeel tijdens het eindspel, en in het begin dus een risico.
Zhu Xi's Legacy is een variant op de Chinese, gebaseerd op de gelijknamige filosoof die geboren werd in 1130. Net als voorheen kenmerkt dit volk zich door de keizerlijke functionarissen die overal geld komen ophalen en verschillende Chinese dynastieën om door te ontwikkelen. Je kunt al in een vroeg stadium beschikken over de Palace Guard, Zhuge Nu en Grenadier. Door de nieuwe Zhu Xi's Library-landmark te bouwen, krijg je gaandeweg de beschikking over de Yuan Raider en de Imperial Guard. In de Imperial Age kun je doorontwikkelen naar de Ming-dynastie, die alle nieuwe units vijftien procent krachtiger maakt.
De laatste sub-civ is een variant op het Franse volk dat volledig draait rondom Jeanne d'Arc. Met Jeanne komen nu voor het eerst heroes naar Age of Empires IV. Jeanne begint als simpele Villager en genereert XP met alles wat ze doet. Ze is een ware alleskunner en kan schade aanrichten, bondgenoten genezen en zowel dorpelingen als soldaten inspireren. Ze kan ook gebouwen maken waarmee je units goedkoper kunt produceren. Later in het spel verruilt ze de rol van gewone dorpeling tot aanvoerder van het leger, waarbij ze speciale moba-achtige acties kan uitvoeren, zoals het oproepen van speciale units die helpen tijdens het gevecht. In die rol doet ze XP op tijdens gevechten, waardoor ze steeds krachtiger wordt. Dit heeft ook een risico, zij het beperkt: als ze dood gaat, kun je haar weer tot leven wekken in het Town Center in ruil voor goud. Tijdens haar ontwikkeling kun je op een gegeven moment kiezen voor een zwaard of een boog als wapen.
Jeanne heeft als hero dus speciale acties, zoals het healen of boosten van legereenheden of het oproepen van speciale units, maar dergelijke actieknoppen zien we ook bij de units van andere nieuwe volken. Dat maakt het spel extra dynamisch, maar betekent dus ook weer iets extra's om over na te denken tijdens het spel; tijdens drukke momenten kan dat er nog wel eens bij inschieten.
De dlc voegt een vijfde campaign toe aan het spel.
Campaign
De naam 'The Sultans Ascend' is gekoppeld aan de nieuwe singelplayercampagne van Age of Empires IV. Deze speelt zich af in het Midden-Oosten tijdens de Europese kruistochten. Je kruipt in de huid van het islamitische verzet tegen de invasie en volgt het verhaal van bekende moslimleiders, hun strijd met de kruisvaarders en de veldslagen die zij voerden. Denk aan het veroveren van grote steden en de strijd om het heilige land. Als speler neem je het op tegen de Templars, Hospitallers, Teutons en Mongolen, zowel ter land als ter zee. We missen eigenlijk nog de Ottomans. De campaign is leuk, maar wel vrij kort: er zijn slechts acht missies. De naam van de dlc heeft, los van de campaign, dus niet met de andere vernieuwingen van de dlc te maken.
Conclusie
De nieuwe volken en campaign zijn niet de enige veranderingen. Er zijn ook een tiental nieuwe maps toegevoegd, evenals twee nieuwe biomen: Japanese Spring, met landschappen vol kersenbomen, en Savanna. Ook is het maken van muren nu aangepast. Voorheen moest je muurdelen apart maken als er een object tussen zat, zoals een bos, maar nu kan dat in één keer. Deze fix is wel laat omdat het spel al een tijd uit is. Ook levert deze verandering soms ongewenste effecten op, zoals dat een muur daardoor per ongeluk een doorgang heeft omdat hij automatisch ruimte laat tussen objecten, zoals bessenstruiken. Iets wat de eerste weken na de release niet lekker werkte, waren de savegames: het spel crashte bij mij regelmatig als je er een wilde inladen.
Historisch valt er wel wat af te dingen op deze dlc; dat is een klein puntje van kritiek omdat de Age of Empires-reeks juist bekend staat om de historische verhalen. Al met al is de dlc wat ons betreft zeker waar voor je geld. De twee nieuwe volken zitten goed in elkaar en daar bovenop kun je ook nog met vier varianten aan de slag. Die varianten zijn veel minder onderscheidend, maar een leuk alternatief op het basisvolk dat je al kent. Met deze dlc als basis voor de toekomst ligt er veel moois in het verschiet, zowel met nieuwe volken die we nog missen ten opzichte van Age of Empires II als met nieuwe varianten op bestaande volken. We kunnen niet wachten, maar tot die tijd vermaken we ons wel even.
Tot voor kort had niemand nog van indiegameontwikkelaar Geometric Interactive gehoord, maar met de release van hun eerste game, Cocoon, is dit snel aan het veranderen. Het is een ontwikkelingsstudio gevestigd in Kopenhagen, opgericht door voormalige werknemers van Playdead: Jeppe Carlsen, die de hoofdgameplayontwerper was van Limbo en Inside, en programmeur en componist Jakob Schmid, die in 2013 een prijs won voor de muziek van het platformspel 140. Hun nieuwste creatie, Cocoon, won deze maand bij The Game Awards de prijs voor beste indienieuwkomer.
Cocoon is een sciencefictionpuzzelspel waarin je als een gevleugeld wezentje door een fraaie 3d-wereld loopt. Terwijl je je een weg baant door een vreemde buitenaardse omgeving, kom je allerlei biomechanische apparaten tegen die zijn achtergelaten door een oude beschaving. Deze zul je soms in beweging moeten zetten om verder te komen. Onderweg zul je verborgen paden en objecten ontdekken en acties moeten uitvoeren om blokkades te omzeilen.
Met een orb op je rug zie je dingen die je anders niet ziet, zoals het oranje pad naar de overkant.
Het avontuur speelt zich af in 'werelden in werelden' door minder van zogenaamde orbs, een soort lichtgevende wereldbol die je op je rug draait. Dat klinkt complexer dan het in werkelijkheid is en dat geldt ook voor de problemen die je moet oplossen om verder te komen. Door goed te kijken of simpelweg dingen uit te proberen, ontrafel je al snel wat je precies moet doen. Je interacteert met mysterieuze buitenaardse technologie zonder hints of begeleidende filmpjes, maar toch spreekt het meestal voor zich. Doordat de raadsels waar je tegenaan loopt iedere keer weer compleet anders zijn, blijft het spel uitdagend en afwisselend. Wel is het soms even zoeken wat nu precies de bedoeling is.
Tijdens je avonturen moet je de ene keer mechanische delen, zoals een brug, in beweging zetten, zodat je je weg kunt vervolgen. Een andere keer moet je een object, zoals een orb, gebruiken om een normaal niet-zichtbare route te ontdekken. Op weer een ander moment moet je een object verplaatsen of aan dingen draaien om een effect te triggeren. Soms los je het probleem op met wat trial-and-error, soms door figuurlijke puzzelstukjes te verbinden en af en toe door exacte timing of door je geheugen te gebruiken. Iedere keer kom je weer een stap verder in de vreemde alienwereld waarin je je bevindt. Tegelijkertijd ontgrendel je ook steeds nieuwe vaardigheden die je later in het spel goed kunt gebruiken om nieuwe deuren te openen, letterlijk of figuurlijk.
Op een gegeven moment krijg je ook te maken met boss fights, die weer andere eigenschappen vergen. Timing is alles, want als de boss je raakt, is het meteen afgelopen en ga je een stap terug in het spel. Je wordt die wereld uitgegooid en moet deze opnieuw betreden. Je moet dan het gevecht opnieuw aangaan, ontdekken wat je precies moet doen om de boss te verslaan en tegelijkertijd behendig genoeg zijn om veilig te blijven.
Je kunt eenvoudig je voortgang zien of terugkeren naar een eerder deel in het spel.
Een duidelijk verhaal ontbreekt, maar de fascinerende wereld waarin je je bevindt en waarin je al snel ontdekt hoe die in elkaar steekt, maakt veel goed. In eerste instantie ziet de wereld er wat simpel uit, maar interactie met lichteffecten, zwaartekracht, mechanische vernuftigheid en geluidseffecten maakt dat meer dan goed. De screenshots zeggen dus niet alles: je moet het ervaren.
Iedere keer als je een puzzel oplost, leidt dat tot een kort moment van euforie. Dat gevoel blijft actief terwijl je een volgende ruimte betreedt, verkent wat je daar aantreft en onderzoekt hoe je weer een stap verder kunt komen. De een zal het direct willen uitspelen; een ander vindt het misschien leuk om een paar puzzels op te lossen en dan weer iets anders te gaan doen. Beide kan. Als je helemaal losgaat, kun je het spel waarschijnlijk in één dag uitspelen, maar ik was er langer zoet mee. Bovendien kun je makkelijk terug naar een eerder deel van het spel om dat nog een keer opnieuw te beleven.
Conclusie
Al met al is Cocoon een origineel, mooi uitgevoerd en leuk spel om aan je collectie toe voegen. Ook omdat het niet al teveel kost: de adviesprijs is 22,99 euro, maar je kunt het ook regelmatig voor minder oppikken in een aanbieding. Het spel is niet alleen beschikbaar voor Windows, maar ook voor de Xbox, PS4, PS5 en Nintendo Switch. Het laat zich het beste spelen met een controller, maar een toetsenbord is, als je dat wilt, ook prima te gebruiken. Dit eerste spel van Geometric Interactive smaakt naar meer!
Cyberpunk 2077: Phantom Liberty is fantastisch nieuws voor iedereen die iets om de scifi-rpg van CD Projekt RED geeft. Voor de fans van de oorspronkelijke game is het simpel: Phantom Liberty is meer van hetzelfde, maar ook net anders genoeg om fris en vernieuwend te voelen. Het grauwe neonoirmysterie vol complotten en verraad is minstens net zo meeslepend als het hoofdverhaal. Ook wanneer je geen dertig euro over hebt voor dit extra verhaal, heeft de Poolse ontwikkelaar een hoop lekkers voor je. Cyberpunk 2077 draagt voortaan met recht het versienummer 2.x, want de ontwikkelaar heeft zo’n beetje alle grote tekortkomingen na de oorspronkelijke release opgelost. Kortom, Cyberpunk 2077: Phantom Liberty is een waardige toevoeging aan een toch al rijke scifi-rpg en de perfecte reden om na de desastreuze release weer in Cyberpunk te duiken.
Voordat we de toevoegingen uit Phantom Liberty onder de loep nemen, is het belangrijk om te benadrukken hoezeer de basisgame is verbeterd. CDPR bracht namelijk in dezelfde week, ergens eind september 2023, update 2.0 en Phantom Liberty uit, ofwel een immense lading aan nieuwe en verbeterde content. Als je net als ik sinds de oorspronkelijke release Cyberpunk 2077 niet meer hebt durven aanraken, is er goed nieuws: de game lijkt zo goed als 'af' te zijn. De rpg komt in elk geval dusdanig overeen met de oorspronkelijke beloftes, dat het moment eindelijk is aangebroken om de cyberpunkdystopie zonder gamebrekende bugs te kunnen trotsteren.
Om te onderstrepen hoezeer update 2.0 een impact heeft op de basisgame, is een korte opsomming wellicht van toepassing. Zo heeft de ontwikkelaar eindelijk een werkend politiesysteem toegevoegd, waarbij de NCPD dynamisch reageert op je handelingen. In het verlengde daarvan werd voertuigcombat toegevoegd: V kan nu schieten vanuit voertuigen en sommige auto's hebben geïntegreerde wapens. Deze gameplaymechaniek heeft weer een uitwerking op de vernieuwde autosteelmissies, want gangs achtervolgen je nu soms, waarna er gevechten vanuit voertuigen ontstaan.
Verder niet onbelangrijk: het gehele skill- en perksysteem is omgegooid en werkt nu daadwerkelijk intuïtief. Je mag individuele perks, die uitgedund en sterk aangescherpt zijn, altijd herverdelen, attributepunten zijn te herdistribueren en skills worden hier niet meer door begrensd. Ook is kleding volledig cosmetisch geworden, zodat je niet hoeft te kiezen tussen er cool uitzien of V als een maniakale clown verkleden om enkele kleine statbonussen te krijgen. En niet te vergeten: loot, damage en de levels van vijanden schalen met het level van V mee en zijn verder gestroomlijnd. Ja, het is schandalig dat veel van deze functies niet direct na de release in de basisgame zaten en ja, het is absurd dat deze update drie jaar op zich liet wachten. Maar nu het eindelijk zover is, laat CDPR op de meeste vlakken het bedoelde eindresultaat zien.
Cyberdistopie Dogtown
Boven op de aanzienlijk verbeterde basisgame krijgt de liefhebber daar voor zo'n dertig euro een portie Phantom Liberty bij. De dlc speelt zich volledig af in het sfeervolle Dogtown. Vergeleken met dit afgezonderde gedeelte van Pacifica is Cyberpunks Night City een paradijs. Dogtown is een typische cyberpunkdystopie zoals je die wellicht van de oorspronkelijke game zou verwachten; dit volledig afgetakelde stukje van de stad wordt met een ijzeren vuist geregeerd door een enigmatische dictator, Kurt Hanson, een beetje zoals Ma-Ma en de Peach Trees-wolkenkrabber uit de recentste Dredd-film. Je struikelt in Dogtown over afgerukt ‘chrome’, junkies en hopen afval, op iedere hoek van de straat staan zwaargewapende soldaten en praktisch ieder gebouw staat duidelijk al decennia op instorten. Afgezien van de luxe en zwaarbeveiligde wolkenkrabber van Hanson dan, de letterlijke hoge toren van waaruit hij regeert.
Dit droevige deel van Night City is dan ook een ideaal decor voor het neonoirmysterie dat centraal staat in Phantom Liberty. De president van de New United States of America strandt in het afvoerputje van de Cyberpunk-stad en V moet de Federal Intelligence Agency helpen om haar uit de enclave te redden. Mocht je Escape from New York gezien hebben, dan komt die set-up je wellicht bekend voor.
Hartverscheurend zijspoor
Wat volgt is een saga van tien à vijftien uur vol complotten, een hoop ‘netrunning’ en enkele snoeiharde twists. De speler kruipt voor dit verhaal wederom in de huid van V. Ergens halverwege de tweede acte van het hoofdverhaal leidt een van de hoofdmissies naar het afgetakelde wijkje. Dat is ook wel belangrijk om te benadrukken: Phantom Liberty is geen epiloog zoals Blood and Wine dat voor The Witcher 3: Wild Hunt was, maar eerder een tot in detail uitgewerkt zijspoor dat grotendeels naadloos in het hoofdverhaal past. Overigens kán het zijn dat de ontknoping van de dlc, die overigens zoals te verwachten bitterzoet dan wel hartverscheurend is, afhankelijk van je gekozen pad, een effect heeft op het hoofdverhaal van Cyberpunk.
Nu denk je misschien, hoe past een losstaand epos in het overkoepelende verhaal van Cyberpunk 2077? Geen zorgen, geen spoilers. Maar ik kan in elk geval zeggen dat CD Projekt RED een uitstekende balans heeft gevonden tussen een bombastisch zijspoor en de integratie daarvan in het hoofdverhaal. Sowieso kan V na de eerste paar Phantom Liberty-missies gewoon weer Dogtown uit om missies in Night City te doen. Overigens voelt de uitbreiding vanwege de urgentie van het verhaal als een geheel en dan is het wellicht een beetje vreemd om tussendoor rustig yakitori met Takemura te eten of Judy tevergeefs te versieren.
Dat gezegd hebbende, laat CDPR hier en daar bewust het verhaal een beetje stilvallen, zodat je even wat voor jezelf kunt gaan doen. Zo moet je halverwege Phantom Liberty gedwongen meerdere gigs voor de fixer Mr. Hands doen voordat hij je een gunst doet waardoor je verder kunt in het verhaal. Ontzettend lui van de ontwikkelaar om een dlc op deze manier kunstmatig te rekken. Dat was tenminste mijn eerste ingeving, maar feitelijk was de Poolse ontwikkelaar aan het pronken; ook deze nieuwe sidequests hebben een enorme productiewaarde en voelen veelal als volwaardige missies met unieke cutscenes, memorabele personages en enkele nieuwe spelmechanieken.
Topproductie
Hetzelfde mag gezegd worden over de dlc als geheel. De productiewaarde is wederom immens, want als je zelfs door een verhaaltechnisch vrij onbelangrijke sidequest bedroefd achtergelaten wordt vanwege het noodlottige einde van een nieuw personage, dan doet de game iets goed. De manier waarop Phantom Liberty net als de basisgame verhalen volledig vanuit een eerstepersoonsperspectief vertelt, is ook nog steeds bewonderenswaardig. V is namelijk een zeer belangrijk onderdeel van het verhaal van de dlc, terwijl de hoofdpersoon in de basisgame soms meer als observeerder leek te opereren. Dat maakte mij in ieder geval extra betrokken bij dit zijspoor, enigszins sluw aangespoord door de manier waarop CDPR het verhaal van Phantom Liberty stiekem ook persoonlijk heel relevant voor V maakt.
Een belangrijke kanttekening is dan wel dat V, ondanks de belangrijke rol in het verhaal, weinig invloed heeft op de richting die het verhaal neemt. Dat is ergens onoverkomelijk: CDPR kan moeilijk allerlei zeer tegenstrijdige verhaalrichtingen volledig uitwerken, zeker in dlc. De keuzes die je in Phantom Liberty kunt maken hebben dan ook vooral invloed op interpersoonlijke relaties en de gevolgen voor de nieuwe personages. Daarover gesproken, na Keanu Reaves in Cyberpunk 2077 staat de Britse acteur Idris Elba in de dlc in de spotlight. Zijn eigen accent dat hier en daar doorschemert daargelaten, speelt hij een toffe sleutelrol. Maar Minji Chang, die de gekwelde netrunner Songbird vertolkt, steelt de show met haar gelaagde performance, al zijn de beslissingen van Songbird hier en daar wat twijfelachtig.
Er komen hier en daar verder wat momenten voor waarop V een vreemde tijdsprong maakt en regelen personages soms zelf belangrijke dingen voor de missie. Op deze momenten werd de eerstepersoonsillusie en het belang van V in het verhaal een beetje ondermijnd. Dat kwam de pacing van de dlc vermoedelijk wel ten goede; mijn dertien uur aan onafgebroken hoofdverhaal in de dlc zat tjokvol belangrijke momenten en van filler was absoluut geen sprake, mits je het typische, soms wat voorspelbare noirverhaal en de bijbehorende wat langere dialoogscènes kunt waarderen. Deze dipjes zijn in mijn optiek essentieel om de daaropvolgende spannende momenten beter uit de verf te laten komen. En spannend kan in Phantom Liberty zowel actiespektakel als bloedstollende infiltratie betekenen.
DLSS 3.5
Verder is het nog noemenswaardig om te kijken naar een technische vooruitgang die Cyberpunk 2077 en Phantom Liberty representeren: de introductie van DLSS 3.5-ondersteuning. Cyberpunk is de eerste game die deze versie van de upscalingtechnologie van Nvidia ondersteunt en naast Alan Wake 2 op het moment van schrijven nog steeds de enige. De nieuwste variant van DLSS maakt rayreconstruction mogelijk, een nieuwe toevoeging aan de DLSS-functieset waarbij zogenoemde denoisers voor het opschonen van gesimuleerde 'rays' opnieuw ontwikkeld zijn. Voorheen waren deze denoisers volgens Nvidia 'handgemaakt', maar intussen heeft het bedrijf AI-modellen losgelaten op dit proces.
In de praktijk is het relatief simpel. Raytracingeffecten zijn met rayreconstruction net wat scherper, minder wazig en in sommige gevallen ook accurater, terwijl dit geen extra rekenkracht kost en in het geval van Cyberpunk volgens Gamers Nexus zelfs enkele frames oplevert. Reflecties in plassen water zijn met rayreconstruction bijvoorbeeld aanzienlijk scherper. Ook zijn ghostingeffecten, een nadelige bijkomstigheid van DLSS-upscaling en raytracing, een stukje minder zichtbaar. DLSS 3.5 en rayreconstruction werken op alle RTX-videokaarten. Houd wel in de gaten dat de functie framegeneration, geïntroduceerd in DLSS 3.0, alleen beschikbaar is voor RTX 40-seriekaarten. Of je rayreconstruction kunt gebruiken, is daarbij in de eerste plaats afhankelijk van of raytracing überhaupt een optie voor je is.
Links zijn raytracing (medium) en DLSS (performance) ingeschakeld, met rechts daarnaast ook rayreconstruction ingeschakeld. Vooral in de weerspiegeling in de waterplassen is het effect goed te zien.
Conclusie
Cyberpunk 2077: Phantom Liberty is van het mysterieuze begin tot het bombastische einde meeslepend en boeiend, binnen de perken van een typische noirthriller. Twists worden constant om je oren geslingerd, maar daarvoor moet je wel betrokken zijn bij het soms wat voorspelbare, subtiele verhaal over verraad, allianties en lokale politiek. Dat gezegd hebbende weet CD Projekt RED met deze eerste en enige dlc een toch al sterk verbeterde basisgame te verrijken met nieuwe mogelijkheden tot avontuur, enkele zeer memorabele personages, uitvoerig uitgewerkte sidequests en een strak cyberpunkverhaal dat ondanks de aardige omvang van de basisgame toch nieuwe Black Mirror-achtige concepten weet te introduceren. En als je net als ik ook nog eens toegang krijgt tot het beste einde dat Cyberpunk 2077 te bieden heeft, dan was het uitstapje naar Dogtown het ondanks de moeilijke beslissingen toch meer dan waard.
Ik heb de laatste jaren niet echt meer de tijd en het geduld om uren te verslinden in een spel en grote open-wereld spellen staan me dan vaak bij voorbaat al een beetje tegen. Helemaal omdat als ik daar dan na een week niet spelen uit ben, niet meer weet wat ik aan het doen was en het vervolgens vaak dan helemaal maar weer laat zitten.
Is BG3 dan een slecht idee voor mij? Het klinkt gaaf en ziet er prachtig uit, maar ik kan dus ook overweldigend zijn als ik dit zo lees.
Ik deel je ervaring. Bij games als bijvoorbeeld farcry had ik echt wel uren in zitten, maar dan was je ook wel klaar. De nieuwste far cry is gewoon veel te groot geworden en zo zijn er meerdere games die gewoon te groot zijn.
Groot is niet erg maar vooral repetitief. Veel open world games zijn na een aantal uur teveel van het zelfde waarbij je steeds weer van punt a naar b moet.
Veel spellen hebben inderdaad dit probleem, ze kiezen kwantiteit over kwaliteit, waardoor ze groter worden maar er tegelijkertijd op achteruit gaan. Vaak is de marketing ook gericht op hoe groot de spelwereld wel niet is, en dan weet je al snel dat het weer zo'n tegenvallend spel wordt. Starfield is denk ik wel de meeste recente die ik heb gespeeld met dat probleem. Een stuk groter dan Skyrim en Fallout 4, maar vooral repetitief en bevat al snel niets bijzonders meer om te ontdekken.
Ik moet zeggen de laatste far cry die ik gespeeld heb was die Amerikaanse (denk 5) maar heb mij kostelijk vermaakt om al die forten te veroveren. Helemaal in stealth. Ondanks de herhaling blijft dat leuk
By Baldur's Gate III is dat niet het geval, elke queeste is weer anders, en elk personage is weer anders. Er is weinig herhaling en eentonigheid. Zogenaamde fetch quests zijn er niet, dat ik heb gezien.
[Reactie gewijzigd door Cerberus_tm op 23 juli 2024 08:52]
Tsja dat zal voor iedereen verschillend zijn. Ik heb juist wel tijd over om te gamen. Maar ik vond BG3 zo goed dat ik bewust iedere keer stopte met spelen, om het te rekken. Maar dat kwam dan neer op 1 of 2 uurtjes iedere dag, met soms 1 of 2 dagen niet spelen.
Het is een heel goed jaar qua games... Bg3, cs2, nog een cs2, starfield, Cyberpunk en ook best een pak oudere spellen die prima te doen zijn. Dan nog leuke.indies. te veel keuze...
Herken wel dat complexe verhalende RPGs soms wat veel vergen, ff dom knallen tussendoor is ook wel ontspannend.
Met BG3 ben je echt wel even bezig. Denk dat je vooral voor jezelf moet bedenken hoe lang je met een game bezig wil zijn, want als je maar af en toe speelt ben je hier de komende 6 maanden wel zoet mee.
Stel jezelf vervolgens de vraag of je iemand bent die ook met een paar uurtjes per week prima invested kan blijven in een game. Want BG3 is niet alleen een hele lange game, maar ook 1 waar verhaal en personages belangrijk zijn.
Als je gewoon een game wil om af en toe in te kloten zijn er wellicht betere alternatieven zoals de laatste Zelda, waar verhaal en personages ondergeschikt zijn aan avonturieren en experimenteren. Die noem ik meer als voorbeeld dan specifieke aanbevelingen trouwens
Ik ben aan BG3 begonnen bij release, maar ondertussen zijn we een aantal grote patches verder, maar heb het niet verder opgepakt.
Niet omdat ik het spel niet leuk vind, maar ik wil de volledige focus erop kunnen leggen. Maar gezien ik een backlog aan (Koreaanse) series en anime wil wegwerken voor het einde van het jaar, ben ik van plan om opnieuw te beginnen in 2024, met als voordeel dat er een hoop gepatcht is intussen.
Ik heb al in geen jaren serieus gegamed, maar het kriebelde wel, en BG3 trok me over de streep om er nog es voor te gaan, ook al heb ik net als jij niet meer de tijd om me dagen/weekenden ongestoord onder te dompelen. Soms hindert dat, maar het lukt me toch om BG3 fragmentarisch met plezier te spelen (in explorer mode weliswaar), pakweg wekelijks een avondje, en het verhaal is best te volgen (story-wise niet anders dan een televisieserie). Tijdens langere hiaten onderhoud ik mijn band met de lore door artikeltjes of clips rond BG3 te checken. Het is wel overweldigend, maar da's ook deel van de uitdaging om het min of meer te vatten, al zal ik bij een replay (2025?) het ook wel aangenaam vinden om de grote lijnen beter te kennen
Ik ken het gevoel. Ik blijf daarom ook weg bij BG3, hoe gaaf het me ook lijkt. Als ik niet lekker door kan spelen, gaat me dat irriteren. Ik heb niet zoveel tijd door jonge kinderen en uiteraard gewoon m’n werk. Ben wel begonnen aan Cyberpunk 2077 nu. Heb lang gewacht op de “next-gen” patch en man, die game… nu draait deze heel soepel op de PS5. Het ziet er prachtig uit, zelfs in Performance Mode. De meeste bugs zijn verdwenen gelukkig. Ik vermaak me enorm. Heb de Ultimate Edition gekocht toen deze uit kwam, zodat ik gelijk van de DLC kan genieten.
Voordeel van CP is dat ik een missie kan spelen en het dan ook wel kan pauzeren zonder me te gaan irriteren. Bij BG3 gaat dat me denk ik niet lukken 🤪. Daarbij is CP een stuk korter dan BG3.
[Reactie gewijzigd door Godjira op 23 juli 2024 08:52]
Ik herken dit heel erg. Ik heb zo Death Stranding op Epic Games, wat ik, als ik het speel, geweldig vind, maar zie er telkens heel erg tegenop om er weer aan te beginnen omdat het me zo'n enorm lang durend spel lijkt te zijn.
Ik heb dat bij veel games. Vaak snap ik dan ook niet meer alle mechanics en als het echt tegenzit snap ik ook de besturing niet meer. Tegenwoordig maar een abbo op GeForce Now genomen en dan speel ik zoiets als Marcel Midnight Suns. Hele leuke RPG met niet al te ingewikkelde besturing en mechanics.
Net toch maar BG3 aangeschaft na een half jaar wachten en is in een kleine discount bij Steam.
Met veel plezier ooit Divinity Original Sin gespeeld, maar ik moet zeggen dat het mij nog niet echt lukt om te beginnen. Zelfs de initiele karakterkeuze vind ik toch heel lastig en heb ik niet direct een gevoel van of ik het wel goed doe.
Bijvoorbeeld: De Warlock en Wizzard... ...of was het sorcerer? (geloof ik) moeten het plots hebben van charisma, terwijl dat in andere games altijd intelligence en wisdom waren. vervolgens beginnen te spelen, en de eerste keer met de dobbelsteen gaat direct al mis.. ..dus inderdaad, misschien ben ik toch te oud en te ver heen het opnieuw allemaal te laten leren en hier bovenop door kinderen heb ik niet meer die tijd..
Naja.. ik ga 't toch nog maar een keertje opnieuw proberen .
Als je bereid bent om een week (á avondjes van 2-3 uur) aan BG3 te besteden, dan zou ik zeggen: ga minimaal op pad met enige kennis/voorbereiding in hoe je je party wil bouwen. Een main character met bijvoorbeeld hoge Charisma is een pré omdat je dan lekker makkelijk vanuit je 'eigen' character kunt blijven spelen in conversaties. Een Sorcerer is dan een goede keuze. Eventueel multiclass je naar Warlock level 2 en dan heb je een hele goede tovenaar die altijd lekker kan schieten met Eldritch Blast. De rest van je party vul je op met een gevarieerde 'cast' die je tegenkomt in de eerste uren van de game, of je maakt hem helemaal zelf. Het is heel nuttig om jezelf de eerste paar uren van de eerste Act 'kado te doen' door het via een guide te spelen. Dan kom je spelenderwijs de basis mechanics tegen en hoe je 'wint' in de game. Vervolgens kun je zelf voortbouwen op die kennis en dan is er nog enorm veel te ontdekken. Door een guide voorkom je het dal waarin je anders in BG3 echt wel belandt: een zoektocht.. maar naar wat eigenlijk? Je gaat dus maar quests doen en dan gaat de complexiteit je te boven. Met een guide krijg je het begin van de rode draad voor je uitgerold.
Dat is in mijn ervaring wel waar het bij BG3 om gaat, je moet een goede start hebben en de rest volgt vanzelf - en elke playthrough is toch anders omdat er zo ontiegelijk veel wegen/opties zijn om dingen te voltooien. Er is niet echt een foute weg. De combat is ook niet bijster ingewikkeld - elke class is nuttig, dus je kan niet snel falen met een character, tenzij je je stats heel dom besteedt; en je kan altijd alles ombouwen voor een schamele 100 gold.
Het is wel, inderdaad, een game met veel lezen, en af en toe actie. Maar het verdient je tijd, en de uren die je besteedt die zijn memorabel - zeker van hogere waarde dan een paar uur online knallen . Maar in 2-3 uur kun je echt wel progressie maken. Leg het spel niet té lang weg. Dan ben je de draad kwijt.
Ik ben zelf 37 en ook niet in de gelegenheid om dagen door te halen... gaat prima
[Reactie gewijzigd door Vayra op 23 juli 2024 08:52]
In principe kun je het spel behoorlijk cheesen. Ik heb 3 fighters met de lightfooted jump, heavy armor, de perks en skills met multi hits . Totaal onverslaanbaar. Net zoals divinity 2 kom je met bijna alleen tanks gewoon snel verder.
Monk 6 Rogue 3 en Fighter 3 is ook lachen, vooral met Tavern Brawler en de 18 Dex gloves... Thief voor een bonus action, Fighter voor Action Surge en Imp Critical. Elke beurt 2x Flurry en 2x attack met een dubbele Str modifier... 48-68 dmg met 1 Flurry of Blows
Ik twijfelde om dezelfde reden. Heb twee jongen kinderen, werk, etc. Maar heb het toch gedaan en tot nu toe valt het niet tegen. Als je je in het begin een beetje verdiept in de mechanismen en m op explorer difficulty zet dan is het goed te doen. Verhaal technisch kun je er namelijk best een paar dagen uit zijn. Wat ik vooral overwhelming vind zijn alle abilities, items, etc. Maar ik heb dan ook builds opgezocht die ik nabouw in de game met m’n characters. Scheelt ook weer tijd en energie. Op die manier kan je het spel toch op een leuke manier ervaren en dat is het wel waard. Ik ben al meerdere keren positief verrast door de karakters en verhalen die je tegenkomt.
Ik heb het wel gekocht, maar ik kom er inderdaad niet echt toe en dat frustreert een beetje. Dus ik kan me je overwegingen goed voorstellen. Toen BG2 uitkwam was ik student en had ik zeeën van tijd; dat is niet meer zo...
Heb in 3 weken tijd 40 uur in BG3 zitten, dus vermaak mij er prima mee.
Wat mij wel erg stoort en soms vermoeid is dat je min of meer gedwongen wordt constant te saven en herladen. Één fout antwoord of slechte dice roll kan het verhaal verpesten of je party wipen omdat npcs je aanvallen, dan moet je weer herladen. Doordat je hier aan gewend raakt ga je, in mijn geval, voor nog meer kleine dingen herladen of puur om de gesprek opties te verkennen.
Uiteindelijk zit ik elke play sessie tientallen keren naar een lang laadscherm te kijken.
Tja, dat hangt natuurlijk af van hoe je een rpg speelt. Als je wilt min-maxen en alles "perfect" wilt spelen zal je (vaak) moeten herladen, maar de charme van BD3 (en daarmee Dungeons and Dragons) is grotendeels dat je keuzes en rolls bepalen hoe het verhaal verloopt. Anders kan je net zo goed een film kijken
Maar ik snap de aandrang hoor. Toen ik het losliet en me liet meevoeren op mijn beslissingen en dito consequenties heb ik er een stuk meer lol aan gehad in elk geval!
Dat je keuzes het verhaal bepalen vind ik juist leuk, maar de RNG die daar aan verbonden zit niet. Ik snap dat het echt iets D&D is maar had graag gezien dat er voor gesprekken een optie was om dice rolls uit te schakelen, dan had ik veel meer plezier en minder frustratie in het spel gehad.
[Reactie gewijzigd door Rogers op 23 juli 2024 08:52]
Door dice rolls weg te halen, neem je een hele grote portie van de gameplay weg. Dat zou een hele andere game opleveren. Zoals boven je opgemerkt wordt door Killamonkey, heb ik het ook ervaren. Give it a try, zou ik zeggen.
Dit heb ik in m'n eerste playthrough gedaan, omdat ik bang was dingen te missen..
Ik kan je vertellen dat de game op z'n best is als je de dobbelstenen gewoon laat vallen en de uitslag accepteerd. In het echte leven kan ook niet alles perfect lopen en die D20 in DnD doet goede poging dat na te bootsen en in BG3 werkt het heel goed. Ook op het laatst van m'n eerste playthrough gestopt met rerollen en reloaden omdat het veel leuker was dan alles perfect doen.
Generatiedingetje? Deze ouwe zak is over turn-based spellen heen gegroeid, ik vind ze ook te traag. Ik speelde in de 80s The Bards Tale, Ultima, ging naar Dungeon Master en Eye of The Beholder en vervolgens ben ik BG gaan spelen eind jaren 90. Maar 3D FPS en spellen als Elder Scrolls en GTA hebben mij door meer actie, de onderdompeling die je erbij ervaart, verpest. Daarom kon ik BG EE niet meer spelen, ik vond het te saai. Ik speel veel liever met mensen aan tafel D&D.
Ik wil meer diepgang dan action roleplaying games als Diablo, want die spellen worden heel snel een grind voor betere items en dat is geen karakter ontwikkeling; dan speel je een superwapen/superbuild, dat is ook niet leuk. Neem een goed gebouwde Ball Lightning Sorcerer in D4, die The Butcher in een NM 100 dungeon in enkele secondes wegvaagd. Die seizoenen helpen niets, er is meer te grinden. Maar ik draaf door, je begrijpt het vast, deze ouwe lul heeft BG3 niet gekocht.
Cyberpunk 2077 heb ik in de beginperiode met dikke korting gekocht, maar nauwelijks gespeeld want het draaide niet zo lekker op mijn PC, daarom heb ik Phantom Liberty nog niet aangeschaft. Ik heb genoeg te spelen, Cyberpunk speel ik wel nadat ik mijn PC vervangen heb. Ooit .
Wat betreft AoE, god games zijn nooit echt mijn ding geweest.
[Reactie gewijzigd door ABD op 23 juli 2024 08:52]
Ik weet niet wat voor PC je nu hebt, maar Cyberpunk draait nu heerlijk op mijn RTX 3060 Ti en R7 5800x3d. topt de 100 fps aan. drukke stad is 60+. ik had hem op launch gerefund, afgelopen week in 50% off gekocht. ik heb hem bijna 100% heerlijk spel
Ik heb een PC met een i7 7700k en een fabrieksopgevoerde GTX1080 'GLH', met 1600p monitor of Rift gen1, dus jouw machine is een stuk sneller.
Als mijn PC morgen spontaan in de fik zou staan, zou ik een 7800x3d kopen met een videokaart van ca €600. De rtx4700 heeft mij te weinig vram, en de aanstaande super versies gaan mij waarschijnlijk niet helpen, en een 7800XT zou leuk zijn voor het geld(zag een model voor €513 vandaag), ware het niet dat als ik jarenlang met een videokaart zal gaan doen, ik een kaart met RT wil, die ook prima RT performance heeft. Daarom wil ik eigenlijk pas een nieuw systeem als de rtx5000 uitkomt, en kijken wat AMD daartegenover stelt. Een 7800xt als upgrade kopen zou kunnen, mijn corsair rm750 kan het vast aan. PCIe 3.0 x16 zou niet of nauwelijks moeten bottlenecken, maar ik vermoed dat de CPU teveel achterblijft.
die CPU zou idd wel veel moeite hebben met cyberpunk.
ik zit ook nog af te wachten tot de volgende GPU generatie voor een upgrade. RT van de 3060 ti is waardeloos in most cases.
Ja precies, vond het juist totaal niet traag. Misschien lijkt het doordat er zoveel content in zit alsof je niet veel voortgang boekt. Maar ik vond het totaal niet erg om alle lore te lezen en alles uit te pluizen en na 140 uur eindelijk klaar te zijn.
Enige van dit lijstje die ik zelf gespeeld heb is Cocoon (die ook in gamepass zit). Het is zeker een originele en mooie game, maar persoonlijk vond ik het eigenlijk toch wat saai en heb ik het niet uitgespeeld. De focus ligt voor mij denk ik te veel op puzzels en verkenning. Die gevechten zijn vrij zeldzaam. Vooral op momenten waar het even niet duidelijk was wat ik als volgende zou moeten doen of waar naar toe te gaan verloor de game mijn aandacht.
Eigenlijk zou ik het veel interessanter vinden om reviews van ervaren spelers te lezen. Geschreven door een redacteur omdat spelers niet de beste journalisten zijn natuurlijk. Iemand die bijv. Divinity original sin 1 en 2 gespeeld heeft, andere isometric RPG's als Wasteland 3 etc. en BG3 kan beoordelen op zowel evolutie als aspecten die slechter zijn.
Sowieso zegt de userscore op een Metacritic vaak meer dan de score van de media, al is reviewbombing helaas een ding. Een verdiend 6je word dan een 1. Qua zogenaamde kwalitatieve games is het ook moeilijk als alle games minimaal een 7 krijgen. Dit zie je in de vorm van films ook bij rottentomatoes terug, sinds het "upgraden" van het ratingsysteem komt er bijna geen film meer onder de 7. Dit terwijl er wel degelijk erg slechte films tussenzitten. Game awards is hier ook weer een voorbeeld van, slechte games die awards ontvangen, goede die gesnubbed worden
Heel leuke (mini) reviews van die 4 games. Cocon staat ook op mijn lijstje, net als Buldersgate 3 en de betaalde DLC van Age of Empires 4.
Cyberpunk moet ik eerst de main game nog een keer een kans geven, na 2x zo vast gelopen door een bug er mee gestopt, plus opeens niet meer de DLC krijgen terwijl die in mijn bundel wel eerst bij zou zitten (Xbox One X CybperPunk 2077 Edition) motiveert me ook niet om nu de DLC alsnog opeens te kopen. Maar zoals gezegd, ga ik de main game zeker nog een keer de kans geven.
Cocoon was van de game designer van Limbo en Inside, en Somerville lijkt van de grafische designer van die games af te komen. Ik hoop toch van harte dat die weer samenkomen om voor Playdead een volgende game te maken, want zowel Limbo als Inside behoren tot mijn favoriete spelervaringen.
Leuk dat jullie alsnog aandacht besteden aan COCOON. Ik vond het zelf wel een prijzige game voor hoe snel je het uitgespeeld hebt. Echt goede aanbiedingen heb ik nog niet gezien. Maar is ook te spelen met een Xbox Gamepass abonnement. Net zoals bij Limbo en Inside vind ik 10 a 15 euro een mooiere prijs.
Vond het wel een van de betere games die ik dit jaar gespeeld heb. Welliswaar aan de korte kant, maar de kwaliteit straalt er van af.
[Reactie gewijzigd door L23 op 23 juli 2024 08:52]