Het einde van de high-end desktop is in zicht. Jarenlang voorzagen chipmakers Intel en AMD consumenten van twee concrete productgroepen: consumentenprocessors als AMD Ryzen en Intel Core, en hedt-chips als Threadripper en Core-X. Met een boel cores, extra geheugenkanalen en een overdaad aan PCIe-lanes waren deze processors bedoeld voor de enthusiast, de consument die alleen genoegen neemt met het beste van het beste. De hedt-markt is in de afgelopen jaren echter in verval geraakt. Met dank aan de release van AMD's Ryzen-serie kan de 'gewone' consument tegenwoordig immers relatief goedkoop 16 cores in zijn of haar systeem steken, wat een paar jaar geleden nog ondenkbaar was, zelfs in het high-end segment.
Zo is de hedt-processor in de afgelopen jaren geleidelijk aan steeds overbodiger geworden en nu is het lot van de high-end desktop bezegeld. AMD heeft onlangs laten weten dat het stopt met Threadripper-processors voor consumenten en team blauw heeft ook al drie jaar geen nieuwe hedt-chips op de markt gebracht. Zo komt er langzaam maar zeker een einde aan een uniek marktsegment dat al bijna twee decennia bestaat. In dit artikel blikken we kort terug op de opkomst én ondergang van het hedt-segment en hoe dat zo is gekomen.
Meer cores en andere sockets
De roots van de high-end desktop liggen in het begin van het millennium, toen AMD de prestatiekroon in handen had met zijn Athlon 64-processors. Het was dat bedrijf dat in 2003 begon met het uitbrengen van processors speciaal voor enthusiasts en gamers, destijds in de vorm van zijn AMD Athlon 64 FX-processors.
:fill(white):strip_exif()/i/2000832081.jpeg?f=thumblarge)
de eerste hedt-chip
De Athlon 64 FX was een heel andere chip dan de gewone Athlon 64-processors. Hij toonde meer gelijkenis met AMD's serverplatform dan met de gewone 'mainstreamprocessors', maar dan met hogere kloksnelheden en lagere prijzen. Bovendien waren alle clockmultipliers van de Athlon 64 FX-cpu's volledig vrijgegeven, zodat gebruikers thuis gemakkelijk hun processor konden overklokken. Dat alles op een aparte socket: 939. Als antwoord op de stap van AMD kwam Intel in dezelfde week met een Pentium 4 Extreme Edition, een variant op de gewone Pentium 4 met hogere baseclocks en extra L3-cache, gericht op gamers en enthusiasts. Zo werd de hedt-chip geboren.
Dat ging enkele jaren door. Langzaam maar zeker verloor AMD de hedt-markt uit het oog, maar Intel zette door en in de herfst van 2008 verschenen socket LGA-1366, de bijbehorende X58-chipset en de inmiddels welbekende Core i7-naamgeving. Het was een losstaand platform met eigen socket, puur gericht op de markt voor hardware-enthusiasts en gamers. Met onder meer een extra geheugenkanaal en extra PCIe-lanes voor SLI- en CrossFire-set-ups moest LGA-1366 zich bij release onderscheiden van de destijds al vier jaar oude socket LGA-775, die ook na de release van 1366 in gebruik bleef voor de mainstreammarkt. De processors toonden daarmee veel gelijkenissen met Intels serveraanbod.
:fill(white):strip_exif()/i/2005265784.jpeg?f=thumblarge)
hexacore-cpu voor consumenten
Misschien nog belangrijker: het LGA-1366-platform was de enige manier om als consument aan een processor met meer dan 4 cores te komen bij Intel. Bij release waren nog de welbekende Core i7-920, Core i7-940 en Core i7-965 beschikbaar, met 4 cores, hyperthreading en tot 8MB L3-cache. Later werd dat aanbod aangevuld met onder meer een Core i7-980x, een nieuwe Extreme Edition met maar liefst 6 cores en 12 threads, destijds ongehoord voor de desktop. Tweakers noemde de chip bij release dan ook een 'zeskoppig monster' en 'de snelste processor die er te koop is. Punt'. Het consumentenplatform van Intel bleef daarbij beperkt tot Core 2 Quad-processors en later Core i7-quadcores.
Het quadcoredecennium
Het hogere aantal cores is altijd een rode draad geweest in de high-end desktop. Hedt-processors van chipmakers als AMD en Intel zijn in feite een soort goedkopere serverchips, weliswaar met bepaalde enterprisefeatures uitgeschakeld en uiteraard ook hogere kloksnelheden, aangezien serverprocessors, afhankelijk van het model, ook in 2022 nog altijd onder de 3GHz geklokt zijn, wat voor meer singlethreaded workloads zoals games niet ideaal is.
Intel bleef het aantal cores op zijn hedt-platforms door de generaties heen dan ook geleidelijk ophogen, maar liet het aantal kernen op zijn consumentenplatforms ongedeerd. Ook later zette dat door. Terwijl Intels hedt-platform doorgroeide van 6 naar 8, 10, 12 en later zelfs 18 cores, bleef het ‘mainstreamplatform’ bijna een decennium lang steken op vier rekenkernen. AMD bood met zijn Phenom-serie dan wel hexacoreprocessors met 6 cores voor consumenten en kwam later met Bulldozer, maar kon destijds amper marktaandeel wegsnoepen van het dominante Intel, dat tot zijn 14nm-debacle steevast een paar chipproductiegeneraties voorliep op de concurrentie.
Het aantal cores stagneerde dus op de mainstream, maar dat leidde wel tot een duidelijk onderscheid tussen de consumenten-pc's en de high-end desktop. De gewone consument kon genoegen nemen met maximaal 4 cores en 8 threads voor alledaags gebruik, terwijl de enthusiast die meer wilde, kon overstappen op een duurder hedt-platform voor extra cores, meer geheugenkanalen en andere extra features die de doorsneegebruiker niet per se nodig heeft.
Intel-hedt-platforms door de jaren heen | ||||
---|---|---|---|---|
Socket | Chipset | Cores/threads (max.) | Geheugenkanalen | PCIe-lanes (max.) |
LGA-1366 | X58 | Nehalem (2008): 4C/8T Westmere (2010): 6C/12T |
3x DDR3 | 32x PCIe 2.0 (chipset) |
LGA-2011 | X79 | Sandy Bridge-E (2011): 6C/12T Ivy Bridge-E (2013): 6C/12T |
4x DDR3 | 40x PCIe 3.0 (cpu) 8x PCIe 2.0 (chipset) |
LGA-2011-3 | X99 | Haswell-E (2014): 8C/16T Broadwell-E (2016): 10C/20T |
4x DDR4 | 40x PCIe 3.0 (cpu) 8x PCIe 2.0 (chipset) |
LGA-2066 | X299 | Skylake-X (2017): 18C/36T Cascade Lake-X (2019): 18C/36T |
4x DDR4 | 48x PCIe 3.0 (cpu - Cascade) 40x PCIe 3.0 (cpu - Skylake) 24x PCIe 3.0 (chipset) |
Intel-consumentenplatforms (desktop) door de jaren heen | ||||
---|---|---|---|---|
Socket | Hoogste chipset | Cores/threads (max.) | Geheugenkanalen | PCIe-lanes (max.) |
LGA-1156 | P55 | Lynnfield (2009): 4C/8T Clarkdale (2010): 4C/8T |
2x DDR3 | 16x PCIe 2.0 (chipset) |
LGA-1155 | Z67/Z77 | Sandy Bridge (2011): 4C/8T Ivy Bridge (2012): 4C/8T |
2x DDR3 | 16x PCIe 3.0 (cpu) 8x PCIe 2.0 (chipset) |
LGA-1150 | Z87/Z97 | Haswell (2013): 4C/8T Broadwell (2015): 4C/8T |
2x DDR3 | 16x PCIe 3.0 (cpu) 8x PCIe 2.0 (chipset) |
LGA-1151 | Z170/Z270/Z390 | Skylake (2015): 4C/8T Kaby Lake (2016): 4C/8T |
2x DDR4 + 2x DDR3 (Skylake) |
16x PCIe 3.0 (cpu) 24x PCIe 3.0 (chipset) |
LGA-1151v2 | Z370/Z390 | Coffee Lake (2017): 6C/12T Coffee Lake Refresh (2018): 8C/16T |
2x DDR4 | 16x PCIe 3.0 (cpu) 24x PCIe 3.0 (chipset) |
LGA-1200 | Z490/Z590 | Comet Lake (2020): 10C/20T Rocket Lake (2021): 8C/16T |
2x DDR4 | 16x PCIe 3.0 (cpu - Comet Lake) 20x PCIe 4.0 (cpu - Rocket Lake) 24x PCIe 3.0 (chipset, max.) |
LGA-1700 | Z690 | Alder Lake (2021): 16C/24T |
2x DDR4/DDR5 | 16x PCIe 5.0 (cpu) 4x PCIe 4.0 (cpu) 12x PCIe 4.0 (chipset) 16x PCIe 3.0 (chipset) |
Meer cores op de mainstream en AMD's Threadripper
Lange tijd was dit de status quo in processorland. Intel had zijn Core-chips voor consumenten en bracht daarnaast aparte Core-X-platforms voor enthusiasts op de markt. AMD richtte zich op zijn beurt exclusief op de mainstream met zijn tegenvallende Bulldozer- en Piledriver-architecturen. Daar kwam pas in 2017 verandering in, toen AMD met zijn Ryzen-processors kwam. De chipontwerper begon, na een jarenlange achterstand, in 2017 aan een comeback met zijn Zen-architectuur.
Niet alleen dat, met de release van de Ryzen-serie hoogde AMD het aantal cores voor mainstreamprocessors voor het eerst in ruim een decennium op, van 4 naar 8 cores met 16 threads. Een reactie van Intel volgde niet lang daarna. Na bijna een decennium quadcores verhoogde ook Intel eindelijk het aantal cores op zijn mainstreamprocessors, eerst naar 6, toen naar 8 en uiteindelijk naar 10 en meer.
Bovendien kwam AMD met een eigen hedt-platform, Threadripper. Met maximaal 16 cores en 32 threads, 4 geheugenkanalen en extra PCIe-lanes was dat platform in 2017 een direct antwoord op Intels Core-X-serie, die al jarenlang de hedt-markt domineerde. Bij de release van Threadripper had Intel alleen Core-X-cpu's met maximaal 12 cores, maar slechts een maand later kwam het bedrijf al met een hedt-chip met 18 kernen.
Threadripper kwam als een onverwachte opschudding op de markt. AMD bracht die serie vrij plotseling uit, zeker aangezien Threadripper officieel niet eens op de roadmap van het bedrijf stond. AMD verduidelijkte later in een interview met Forbes dat Threadripper eigenlijk een hobbyproject van een stel medewerkers was, die een jaar lang in hun vrije tijd aan Threadripper werkten voordat ze hun product presenteerden aan het management van AMD. Sindsdien is AMD terug in het hedt-segment.
Het aantal cores bleef daarop doorgroeien. In 2019 kwam AMD met zijn Ryzen 9 3950X-consumentenprocessor met 16 cores en 32 threads. Threadripper werd gaandeweg geüpdatet met modellen tot 64 cores en 128 threads.
De dood van Threadripper
Dat is waar we nu staan. Momenteel kan de mainstreamgebruiker dus een processor kopen met 16 cores en 32 threads, en in 2019 brachten Intel en AMD ieder hun recentste hedt-chips voor consumenten uit, AMD dus met maximaal 64 cores, Intel nog altijd met 18. Sindsdien is het echter ijzig stil op de hedt-markt.
AMD introduceerde in de tussentijd wel Threadripper Pro-chips, die vooral zijn bedoeld voor bedrijven en oem's die workstations bouwen. Wat aantal cores betreft zijn die gelijk aan de gewone Threadripper-chips, maar dan met extra geheugenkanalen en 128 PCIe-lanes in combinatie met een andere socket en chipset. Hiermee kan Threadripper Pro bijvoorbeeld overweg met maximaal 2TB DDR4-geheugen, waar dat maximum bij de gewone Threadripper-serie op 256GB ligt. De Ryzen-processors ondersteunen 128GB geheugen.
Nog meer dan de gewone Threadripper-serie, positioneert AMD de Pro-varianten dan ook vooral als workstationchips voor professionals, zoals engineers, architecten, artiesten en data-analisten, die behalve aan veel cores ook behoefte hebben aan grote hoeveelheden geheugen en véél PCIe-uitbreidingen. Threadripper Pro kwam aanvankelijk alleen beschikbaar via oem's die pre-built workstations verkopen, maar is inmiddels ook los verkrijgbaar. Tegelijkertijd was de gewone Threadripper-line-up al sinds de Zen 2-modellen uit 2019 niet meer geüpdatet.
Dat blijft zo, blijkt nu. AMD liet in juni weten dat het zijn 'reguliere' Threadripper-serie voor consumenten de nek omdraait. Het bedrijf deed dat naar eigen zeggen om zijn line-up te versimpelen. "Het onderzoeken van wat onze veeleisendste enthusiasts en contentcreators het meest waarderen in het platform, heeft ons ertoe gebracht om de Threadripper- en Threadripper Pro-productlijnen te verenigen", schreef het bedrijf in een toelichting.
Het bedrijf richt zich in het marktsegment van de high-end desktop nu dus volledig op bedrijven met Threadripper Pro. Met twee keer zoveel PCIe-lanes, 8 geheugenkanalen en vooral ook een fors hogere prijs liggen deze Pro-varianten buiten het bereik van veel particuliere hardware-enthousiastelingen. Zo komen er dus geen Zen 3-varianten van de gewone Threadripper-serie en ook van de Zen 4-architectuur komen alleen Threadripper Pro-chips. In feite stapt AMD hiermee dus uit de hedt-markt voor particulieren.
Het was dus AMD dat de hedt-markt in één keer een flinke push gaf met Threadripper, maar dat marktsegment tegelijk de nek omdraaide met Ryzen. Met de release van Zen 2 en de Ryzen 3000-serie verhoogde het bedrijf het aantal cores op zijn mainstreamchips naar aantallen die slechts drie jaar eerder nog niet eens denkbaar waren in het hedt-segment. De high-end desktop bewoog weliswaar mee, maar zelfs voor particuliere powerusers zijn meer dan 16 cores momenteel simpelweg al overkill.
Radiostilte bij Intel
Ook aan de kant van Intel is het al drie jaar stil. Het bedrijf bracht halverwege 2017 zijn X299-platform uit, samen met Skylake-X-chips met maximaal 18 cores, slechts 2 meer dan AMD's meest high-end consumentenchip. Daarmee is het recentste Intel-hedt-platform inmiddels al vijf jaar oud. In 2019 kwam het bedrijf nog wel met Cascade Lake-X-chips voor X299, maar de voornaamste veranderingen waren hogere snelheden, bepaalde hardwaremitigaties voor beveiligingslekken en voornamelijk een lagere prijs om beter te concurreren met AMD.
Intel komt binnenkort naar verwachting wel voor het eerst in jaren met nieuwe hedt-chips, in de vorm van Sapphire Rapids-WS, waarbij 'WS' staat voor 'workstation'. Nu we dichter bij de release van die chips komen, lijkt het steeds duidelijker dat ook dit platform niet voor de consument is bedoeld. Alles wijst erop dat dit platform, met vermeende core-aantallen tot 56, 8 DDR5-geheugenkanalen en maximaal 112 PCIe 5.0-lanes, vooral wordt gericht op professionals. Het lijkt erop dat Sapphire Rapids meer gezien moet worden als antwoord op Threadripper Pro en niet zozeer als een hedt-platform voor consumenten. Intel lijkt die chips dan ook uit te brengen onder de Xeon-merknaam. Eerder ging al het gerucht rond dat Intel de Core-X-serie voor enthusiasts zou schrappen.
Er is wel een lichtpuntje aan de horizon. In april verscheen een verwijzing naar 'Alder Lake-X' in systeemmonitorsoftware AIDA64, wat de komende release van een nieuwe hedt-chipserie voor consumenten deed vermoeden. Sindsdien is daar echter niets meer van vernomen en inmiddels staat de release van Intels volgende serie mainstreamprocessors, Raptor Lake, ook al voor de deur. Intel zelf heeft in ieder geval nog geen woord over deze mogelijke chips gerept, dus het is nog maar de vraag of het bedrijf daadwerkelijk een terugkeer naar high-end zal maken.
Wat nu?
Het lijkt er dan ook op dat het einde van de high-end desktop in zicht is. Het marktsegment blijft wel bestaan, maar met een nieuwe focus op de professional. Dat is dan de gebruiker die daadwerkelijk baat heeft bij een grote hoeveelheid cores, maar ook eerder gebruik zal kunnen maken van de extra geheugenondersteuning en PCIe-lanes.
De enthousiaste consument moet dan weer genoegen nemen met een 'beperkt' aantal cores op mainstreamplatforms, hoewel 16 cores voorlopig meer dan zat moeten zijn voor vrijwel iedere gebruiker. Datzelfde geldt voor de 2 geheugenkanalen; zeker met de opkomst van DDR5 zit het met de hoeveelheid geheugenbandbreedte voorlopig goed. Consumenten-cpu's hebben tegenwoordig ook extra PCIe-lanes aan boord voor een NVMe-ssd, met extra uitbreidingsmogelijkheden via PCIe-lanes op de chipset, zij het met potentiële extra latency. Zeker nu CrossFire en SLI eveneens verleden tijd zijn, is ook dat voorlopig voldoende.
De echte enthusiasts behouden nog de mogelijkheid om over te stappen op een AMD Threadripper Pro- of Intel Xeon-WS-chip, die een terabyte of meer aan geheugen met officiële ecc-ondersteuning kan huisvesten en nóg meer PCIe-uitbreiding via de cpu en chipset bieden. Die chips bieden in veel gebruiksscenario's voor consumenten echter soortgelijke prestaties als hun mainstreamtegenhangers, maar dan tegen aanzienlijk hogere kosten.
Een Threadripper Pro-chip met 24 cores staat momenteel bijvoorbeeld al in de Pricewatch voor € 1.244,94. Een Ryzen 9 5950X met 16 cores kost daarentegen € 319,99. Daarbij is ook het onderliggende platform duurder, aangezien bij deze chips meer geheugendimms nodig zijn om alle kanalen te benutten en ook de bijbehorende hedt-moederborden aanzienlijk duurder zijn. De vraag is dan ook of gebruikers deze stap zullen zetten.
De tussenstap, met meer geheugenkanalen en PCIe-lanes dan de mainstream, maar minder dan de workstation-hedt, ontbreekt hiermee, maar dat is dan ook een niche. De vraag is of mensen die grotere stap zullen zetten. AMD en Intel delen zelf geen concrete losse cijfers over de verkoop van Threadripper en Core-X, maar de hedt-markt zal relatief lage verkoopcijfers hebben.
Pc-bouwer Puget Systems uit de Amerikaanse staat Washington, dat zich nota bene richt op workstations, meldde eerder dit jaar bijvoorbeeld dat ruim 60 procent van zijn klanten in het afgelopen halfjaar al koos voor een consumentenprocessor van Intel of AMD. De gewone Threadripper-serie deed het toen al iets minder goed met zo'n 18 procent van de leveringen, Threadripper Pro nog iets minder, en Intels Xeon-workstationchips en Core-X-processors hadden een bijna verwaarloosbaar aandeel. Ook in de Pricewatch doen mainstreamchips het aanzienlijk beter. De eerste Threadripper-chip, de 3990X, staat wat populariteit betreft op plek 54 in het processoroverzicht en de eerste Threadripper Pro-chip, de 3995WX, staat op plek 107.
Tot slot
Hedt is voorbij. Jammer, maar uiteindelijk is de vraag hoe logisch de high-end desktop nog was. Zelfs de grootste enthusiast kan vandaag de dag waarschijnlijk prima uit de voeten op de mainstreamplatforms van Intel en AMD, en de veeleisendere gebruiker die meer cores nodig heeft, kan waarschijnlijk ook de extra geheugenkanalen en PCIe-lanes op de 'workstation-hedt' goed gebruiken. De kans bestaat natuurlijk dat AMD of Intel in de toekomst de high-end desktop weer nieuw leven inblaast. Voor nu is het genoegen nemen met 16 cores, 128GB geheugen en een stel PCIe-lanes. En dat is prima.