De overheid mag burgers verplichten hun vingerafdruk af te geven bij het aanvragen van een identiteitskaart. Hoewel dat een schending van de privacy is, is die gerechtvaardigd. Dat oordeelt het Europese Hof van Justitie, dat wel vraagtekens zet bij de opslag ervan.
Het Europese Hof deed de uitspraak in de zaak van een Duitse advocaat, Michael Schwartz, die een paspoort wilde aanvragen maar weigerde zijn vingerafdrukken af te geven. De zaak escaleerde tot aan het Europese Hof, die nu heeft geoordeeld dat de overheid wel degelijk vingerafdrukken van burgers mag opeisen bij het aanvragen van een paspoort.
De rechters erkennen dat het afnemen van vingerafdrukken de privacy schendt, maar die privacyschending is volgens hen gerechtvaardigd omdat paspoorten moeten worden beschermd tegen frauduleus gebruik, zo blijkt uit de uitspraak. Bovendien is er geen maatregel voorhanden die even goed werkt en de privacy minder schendt. Zo zijn irisscanners veel minder betrouwbaar en veel duurder.
Wel stelt het hof vraagtekens bij de opslag van vingerafdrukken. De Europese richtlijn bevat geen rechtvaardiging om vingerafdrukken voor iets anders te gebruiken dan voor verwerking voor opname het paspoort, stellen de rechters. Dat wil niet zeggen dat de opslag van vingerafdrukken direct illegaal is: EU-lidstaten kunnen wetgeving aannemen waarmee ze die opslag alsnog legitimeren. "Je kunt uit de uitspraak niet afleiden of dat wel of niet mag", aldus woordvoerder Stefaan Van der Jeught van het Hof.
In Nederland worden vingerafdrukken opgenomen in het paspoort, maar de overheid is voorlopig gestopt met de opslag ervan. Er waren namelijk twijfels gerezen over de veiligheid van de opslag. Daarnaast wil het kabinet dat vingerafdrukken niet meer hoeven te worden afgegeven bij de aanvraag van een identiteitskaart.