Toegang tot internet is een recht van ieder mens en mag daarom nooit worden afgesloten, ook niet vanwege schendigen van het auteursrecht of politieke onrust. Dat concludeert de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties.
Toegang tot internet is belangrijk voor de vrijheid van meningsuiting, concludeert speciaal rapporteur Frank La Rue van de Mensenrechtenraad in een rapport, dat vrijdag is gepresenteerd voor de Mensenrechtenraad. De raad kan zich vinden in de conclusies van La Rue, blijkt uit het verslag.
Als landen hun inwoners toegang tot internet of delen van het internet ontzeggen, overtreden ze daarmee internationale verdragen en afspraken, zo zegt La Rue. Het mensenrecht geldt voor zowel grote groepen als individuen: het afsluiten van eigen burgers zoals Noord-Korea doet is tegen internationale afspraken, maar ook het afsluiten van mensen die drie keer zijn betrapt op het downloaden van auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder toestemming van de rechthebbende is ontoelaatbaar. Onder meer Frankrijk wil downloaders afsluiten. Ook het kort afsluiten van internet, zoals in Syrië gebeurt en eerder in Egypte plaatsvond, is tegen internationale wetten. Alleen het afsluiten van sites met kinderporno is volgens La Rue gerechtvaardigd.
La Rue spreekt zich alleen uit over landen die inwoners afsluiten van internet. Wat de Mensenrechtenraad denkt van het afsluiten van specifieke diensten door providers, zoals Vodafone in Nederland al doet en KPN wil gaan doen, is onduidelijk.
De rapporteur keert zich ook tegen grove schendingen van de privacy. Vaak geven landen als reden dat ze daarmee terrorisme willen bestrijden, maar volgens La Rue klopt dat niet. "Privacyschendingen vinden vaak plaats om politieke redenen en niet om veiligheidsredenen." Ook verdedigt de VN-rapporteur in het rapport het recht om content online anoniem te posten.
Het rapport van La Rue moet de basis gaan vormen voor een internationaal verdrag dat alle landen in de Verenigde Naties ondertekenen. De conclusies van La Rue zullen vermoedelijk door de lidstaten uitonderhandeld worden, waardoor de kans bestaat dat niet alle aanbevelingen daarin zullen komen.