Syrië probeert het gebruik van sociale media door activisten te verhinderen. In tegenstelling tot eerder in Egypte en Libië wordt het internet niet helemaal afgesloten, maar wie zich op Facebook negatief uitspreekt, wordt opgepakt.
Daarmee gaat de Syrische overheid subtieler te werk dan die van Egypte en Libië, die tijdens de protesten in hun landen de toegang tot het internet volledig afsloten. In Syrië probeert de overheid de protesten de kop in te drukken door burgers die zich op Facebook negatief uitlaten over de dictatuur, op te pakken, meldt The New York Times. Ook worden in wijken waar veel onrust is elektriciteit en telefoonnetwerken uitgeschakeld en wordt het 3g-netwerk bij tijd en wijlen uit de lucht gehaald, waardoor het uploaden van video's van demonstraties wordt bemoeilijkt.
Verschillende dissidenten die op Facebook hun onvrede uitten, werden opgepakt en gedwongen hun Facebook-wachtwoorden te overhandigen. Vervolgens werden op hun Facebook-pagina's uitingen geplaatst waarin de dictatuur positief werd afgeschilderd. Eén opgepakte activist zegt tegenover The New York Times inmiddels een account onder een valse naam te hebben aangemaakt.
Ironisch genoeg overtreedt hij hiermee de gebruiksvoorwaarden van Facebook, die users verplichten om hun echte naam aan te houden; doen ze dat niet, dan kan hun account worden verwijderd. Tijdens de protesten in Egypte was er al de nodige kritiek op dat beleid, omdat activisten zo eenvoudig door de overheid kunnen worden getraceerd. Facebook heeft zijn standpunt echter nog niet gewijzigd; afgelopen donderdag nog noemde Joe Sullivan, chief security officer van het bedrijf, de verplichting om echte namen te gebruiken een 'innovatie'.
Net als in veel andere landen in het Midden-Oosten protesteert de bevolking in Syrië tegen de ondemocratische overheid. De eerste protesten ontstonden in december in Tunesië. Ook in dat land voerde de overheid een strijd op het internet tegen activisten, onder meer door hun e-mailaccounts te hacken.