Anders dan gedacht heeft de Egyptische overheid het internet niet compleet afgesloten tijdens de demonstraties. Alleen internationale uplinks gingen offline, meldt een Amerikaanse krant, maar daardoor werden verbindingen nutteloos.
Toen Egypte eind januari van het internet werd afgesloten, was de gedachte aanvankelijk dat alle internetverbindingen offline gingen, ook de verbindingen tussen binnenlandse nodes. Dat ligt anders, meldt The New York Times; alleen de uplinks naar het buitenland zouden offline zijn gehaald. Verbindingen tussen Egyptische nodes waren nog steeds mogelijk, maar dat viel niet op; veel Egyptenaren gebruiken diensten die buiten dat land worden gehost.
Ook geeft een eigenaar van een kleine Egyptische isp aan dat hij bijvoorbeeld wel een lokale irc-server kon opzetten, maar dat de benodigde software niet voorhanden was, omdat hij die vanaf een buitenlandse server moest downloaden. Door de grote afhankelijkheid van internetdiensten in het buitenland, was het Egyptische internet dus feitelijk nutteloos geworden.
De Amerikaanse krant onthult ook dat Vodafone tegenstribbelde toen het te horen kreeg dat het zijn telefonienetwerk offline moest halen. De provider kreeg veel kritiek te verduren omdat het meewerkte met de Egyptische machthebbers door zijn netwerk uit de lucht te halen, maar volgens The New York Times zou de telco weinig keus hebben gehad. De autoriteiten dreigden het netwerk zelf uit de lucht te halen als Vodafone niet wilde meewerken. Daardoor zou het Vodafone veel meer tijd kosten om de verbindingen weer te herstellen.
De overheid in Egypte beperkte het internet- en telefonieverkeer om de grootschalige protesten de kop in te drukken. Dat heeft weinig geholpen; dictator Hosni Mubarak is vorige week afgetreden. Maandag werd al bekend dat Egyptische providers klanten compenseren voor geleden schade; ze hoeven een halve maand geen abonnementsgeld te betalen.