Lte en wimax zijn door de International Telecommunication Union niet goedgekeurd als 4g-standaard. Het orgaan dat mobiele-netwerkstandaarden keurt, hecht wel zijn goedkeuring aan de opvolgers lte-advanced en wman-advanced.
Lte en wimax hebben vermoedelijk geen goedkeuring van de ITU gekregen omdat ze niet snel genoeg zijn. 4g-netwerktechnieken moeten downloadsnelheden bieden van minimaal 100Mbps voor mobiele toestellen zoals smartphones en 1Gbps voor elektronica op vaste plekken. Lte en wimax blijken in de praktijk een downloadsnelheid van ongeveer 50Mbps te hebben, al is in theorie wel een hogere snelheid mogelijk. De goedgekeurde technieken, wman-advanced - dat ook wel bekendstaat als IEEE 802.16m - en lte-advanced, zijn doorontwikkelde varianten van wimax en lte.
De 4g-technieken moeten de opvolgers worden van de huidige 3g-standaarden umts en ev-do, die op hun beurt opvolgers zijn van respectievelijk gsm en cdma. De meeste telecomproviders hebben gekozen voor lte, maar het is onduidelijk of zij nu zullen opschalen naar het snellere en geavanceerdere lte-advanced. Lte en wimax mogen niet meer als goedgekeurde 4g-standaard worden aangemerkt, maar 'slechts' als 3.75g of 3.9g; in de praktijk komen beide aanduidingen voor.
Sommige providers hebben al wimax- of lte-netwerken opgetuigd: de Amerikaanse provider Sprint adverteert zijn wimax-netwerk als 4g-netwerk. De Amerikaanse tak van T-Mobile claimt 4g-snelheden op zijn hsdpa-netwerk, dat een maximale downloadsnelheid van 14,4Mbps levert. Dat is een effect dat ook optrad bij de overgang van 2g naar 3g: ook toen claimden providers 3g te kunnen leveren, terwijl ze in feite doorontwikkelde 2g-technieken aanboden.