Medewerkers van het MIT hebben technieken ontwikkeld om elektronica op een ondergrond van papier aan te brengen. Op die manier produceerden zij onder meer zonnecellen. Ook andere onderzoekers hebben papier als substraat ontdekt.
De MIT-onderzoekers maken gebruik van een printtechniek die in het laboratorium van chemica Karen Gleason werd ontwikkeld. Zij voorspelt dat de papieren zonnecellen binnen vijf jaar tot commercieel product kunnen worden ontwikkeld. Het rendement dient dan wel verbeterd te worden: de zonnecellen zetten nu nog slechts één procent van het licht om in elektriciteit. Gleason wil minimaal een rendement van vier procent voor de papieren zonnepanelen.
De zonnecellen worden geproduceerd door een proces van chemical vapor deposition, waarbij de voor zonnecellen benodigde lagen een voor een worden geproduceerd. Belangrijk is dat de techniek van Gleason geschikt is voor toepassing bij lage temperaturen. Zo kunnen de lagen niet alleen op papier, maar ook op andere flexibele substraten als plastic worden aangebracht.
Naast het MIT-project werken onderzoekers van de universiteit van Illinois samen met twee startups, Diagnostics For All en MC10, aan de productie van wegwerpelektronica. Diagnostics For All werkt met papier om een goedkope 'lab-on-a-chip' voor ontwikkelingslanden te maken. MC10 ontwikkelt onder meer lichtsensors, transistors en led-verlichting die op papier worden aangebracht.
Hierbij wordt een chemische ets-methode gebruikt, waarna de componenten met een stempel worden aangebracht. Een enkele wafer levert op deze manier meerdere lagen elektronische componenten, wat de productiekosten omlaag brengt. De dunne lagen zijn bovendien robuust genoeg om op een flexibele onderlaag als papier, stof of plastic te worden aangebracht.
