Een groep onderzoekers heeft vastgesteld dat de door de Hongaar Rubik ontworpen puzzelkubus altijd in maximaal twintig stappen naar zijn originele staat kan worden gebracht. Voor het bewijs was het equivalent van 35 jaar computerrekentijd nodig.
De onderzoekers van de universiteiten Kent State, Darmstadt en Palo Alto schreven een programma dat een subset van posities in twintig seconden kon oplossen. Die subsets bestonden ieder weer uit ruim negentien miljard posities. De ruim 43 triljard mogelijke posities van Rubiks kubus zijn onder te verdelen in ruim 2,2 miljard subsets, maar door overlap kan dit aantal worden gereduceerd tot een kleine 56 miljoen subsets.
Op de systemen van Google, dat de benodigde rekencapaciteit aan de onderzoekers doneerde, bleek het algoritme nooit meer dan twintig stappen nodig te hebben om de puzzel op te lossen, ongeacht de uitgangspositie. Het minimale benodigde aantal stappen om de puzzel op te lossen is gestaag omlaag gebracht. In 1981 werd bewezen dat elke positie in 52 stappen kon worden opgelost; in 2008 werd een algoritme van maximaal 22 stappen gepresenteerd. Door alle mogelijke posities door te rekenen, kunnen de wiskundigen nu met zekerheid zeggen dat elke kubus in maximaal twintig stappen kan worden opgelost.
Het is niet bekend hoeveel uitgangsposities die volle twintig stappen vergen, maar vooralsnog vonden de onderzoekers er ongeveer twaalf miljoen. Ze denken dat er in totaal zo'n 300 miljoen zijn. Wel berekenden ze dat er precies 91.365.146.187.124.313 uitgangsposities zijn die in vijftien stappen zijn op te lossen. Tot dusver waren alleen de oplossingen tot en met veertien stappen bekend. Alle uitgangsposities die zestien tot twintig stappen vergen, moeten nog berekend worden.
