Donderdag begint in België een nieuwe overlegronde tussen de werkgevers en Sabam over het betalen van rechten voor muziek op de werkvloer. Sabam stelt dat de heffing niet van de baan is, maar dat wel besloten is voorlopig nog niet te innen.
In augustus sloten de auteursrechtenorganisatie Sabam en de werkgeversorganisatie VBO een akkoord over de betaling van auteursrechten over muziek die in bedrijven met meer dan vijf werknemers ten gehore wordt gebracht. De heffing zou moeten ingaan per 1 juli 2009. De kleinere ondernemingen waren hier nogal ontstemd over en vonden de heffing onterecht en gecompliceerd. Bovendien vonden zij dat er vrijstelling moest gelden voor bedrijven met maximaal tien werknemers in plaats van vijf.
Op aandringen van Vincent Van Quickenborne, de minister van Ondernemen, gaan de betrokken partijen donderdag met elkaar om de tafel zitten om de problemen te bespreken. Sabam heeft het uitsturen van de brief waarin om betaling wordt gevraagd, voorlopig uitgesteld, zo meldt De Morgen. Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen heeft verheugd gereageerd. De belangenbehartiger pleit voor één inningsmechanisme.
"Nu blijft er teveel geld plakken aan de verschillende inningorganismen", aldus Christine Mattheeuws, voorzitter van het NSZ. "Geld dat toekomt aan de makers en uitvoerende artiesten en producenten en waar zij wel degelijk recht op hebben. Eén inningorganisme maakt het hele proces transparanter. Zo ziet een zelfstandige meteen hoeveel hij of zij in totaal moet betalen voor het gebruik van muziek in de zaak."