Tijdens een paneldiscussie over digitale piraterij bleek dat vertegenwoordigers van softwarebouwers, isp's en contentleveranciers van mening zijn dat de tijd rijp is voor het filteren op het netwerkniveau om piraterij tegen te gaan.
De afgelopen decennia hebben internetproviders vrijwel zonder uitzondering en zonder vragen te stellen data doorgegeven op het door hen aangeboden stukje digitale snelweg. Bij een paneldiscussie die gehouden werd op de conferentievloer van de Consumer Electronics Show in Las Vegas stelden vertegenwoordigers van NBC, Microsoft, verschillende aanbieders van filtersoftware en telecomgigant AT&T echter dat de tijd rijp is voor het op netwerkniveau filteren van auteursrechtelijk beschermd materiaal. De reden is simpel, aldus AT&T'er James Cicconi. "De huidige maatregelen om piraterij tegen te gaan werken niet."
Organisaties die zich hebben opgeworpen als beschermers van digitale burgerrechten hebben zich in het verleden reeds uitgesproken tegen dergelijke filterpraktijken. Het zou een inbreuk vormen op de vrijheid van meningsuiting en het filteren zou fair-use onmogelijk maken. Volgens Cicconi zal het, mocht het zover komen, nodig zijn om zowel de beleidsmakers als de consumentenorganisaties mee te krijgen in deze plannen. Hij wil namelijk Comcast-achtige situaties voorkomen.
Concreet houdt het filteren op netwerkniveau in dat de internetprovider actief nagaat wat de inhoud is van het dataverkeer dat een eindgebruiker uitwisselt met andere internetters en dat in het geval van piraterij wordt ingegrepen. Op websiteniveau wordt dergelijke filtering al toegepast: onder meer YouTube en MSN Soapbox verwijderen filmpjes die inbreuk maken op het auteursrecht van derden.