Een Amerikaanse federale rechter heeft in een beroepszaak het oordeel dat Qualcomm inbreuk maakt op patenten van Broadcom in stand gelaten. Wel bestempelde hij de inbreuk als 'niet opzettelijk'.
Broadcom en Qualcomm liggen al jaren met elkaar overhoop over het gebruik van bepaalde technologieën op het gebied van cellulaire telefonie. Na een aantal rechtszaken had een jury eerder dit jaar geoordeeld dat Qualcomm inderdaad inbreuk maakte op patenten van Broadcom en hiervoor 19,6 miljoen dollar aan schadevergoeding moest betalen. Rechter James Selna had vervolgens de schadevergoeding verdubbeld, omdat de patentinbreuk volgens hem opzettelijk was gebeurd.
Sinds deze uitspraak is de wet echter veranderd, waardoor patentinbreuk minder gauw als opzettelijk wordt aangemerkt. Dezelfde rechter oordeelde nu dat volgens de nieuwe wet de inbreuk niet meer als opzettelijk zou zijn beschouwd en draaide de verdubbeling terug. Het oordeel dát er sprake was van inbreuk bleef in stand.
Rechter Selna stond Broadcom toe om een nieuw proces over het al dan niet opzettelijk zijn van de patentinbreuk te beginnen, maar dan zou daar ook opnieuw over de inbreuk als zodanig geoordeeld worden. Broadcom zag hiervan af en nam genoegen met de oorspronkelijke schadevergoeding van 19,6 miljoen dollar. Wel zal het bedrijf proberen te voorkomen dat Qualcomm nog langer telefoons met de omstreden technologie verkoopt.