Nokia, Ericsson, Texas Instruments, Panasonic, Broadcom en NEC zijn gezamelijk naar de Europese Unie gestapt om te klagen over Qualcomm. Volgens de groep van zes concurreert Qualcomm op een oneerlijke manier; klanten die chips voor mobiele telefoons bij Qualcomm kopen zouden minder moeten betalen voor hun licenties op patenten dan bedrijven die verder géén klant zijn. Op deze manier zou het bedrijf zijn eigen producten een oneerlijk voordeel geven boven die van de concurrentie. De klacht is de nieuwste zet in een juridische strijd tussen de verschillende grote spelers in de telecomsector. Broadcom - een van de bedrijven die nu in Europa klaagt - heeft ook in Amerika al drie zaken tegen Qualcomm lopen. Ook Nokia, Ericsson en Texas Instruments hebben Qualcomm al eerder aangeklaagd.
Volgens Qualcomm zelf is er niets aan de hand: het noemt de beschuldigingen onjuist en juridisch ongegrond. Het licentiemodel is al door een groot aantal bedrijven geaccepteerd - inclusief vijf van de zes klagers - wat er op zou duiden dat het eerlijk is. Ook analisten zijn er niet van overtuigd dat de zes een sterke zaak hebben. Alleen het feit dat de een meer moet betalen dan de ander is namelijk nog geen misdrijf, en zou wel vaker voorkomen als het gaat om patenten. Volgens Ericsson zou Qualcomm echter 'excessief en buitenproportioneel' veel geld vragen voor zijn WCDMA (UMTS) technologie, een sterke groeimarkt binnen Europa. De bedrijven redeneren dat ze met de hoge tarieven min of meer worden buitengesloten, met als gevolg dat de consument uiteindelijk het slachtoffer wordt van een gebrek aan concurrentie. De EU heeft laten weten de klacht in behandeling te zullen nemen.