Tijdens de ISC07 is de 29e Supercomputer Top500 gepresenteerd. HP bezet veertig procent van de ranglijst en is daarmee net iets groter dan concurrent IBM. Het gebruik van Intel-processors groeit.
Voor de vierde keer op rij staat IBM's BlueGene/L bovenaan de lijst. Deze supercomputer is eigendom van de afdeling National Nuclear Security Administration van het Amerikaanse Ministerie van Energie en bevindt zich bij het Lawrence Livermore National Laboratory in California. Met 280 teraflops steekt het systeem met kop en schouders boven de rest uit. Deze rekenkracht haalt de BlueGene/L uit 65.536 dualcoreprocessors, 32TB geheugen en een 1Tbit-uplink. Op topsnelheid verstookt het systeem anderhalve megawatt aan energie in een ruimte met een oppervlak van ruim 225 vierkante meter. Slechts twee andere systemen komen boven de 100Tflops uit. De Cray XT4/XT3 van het Amerikaanse Ministerie van Energie laat zijn 11.706 dualcore 2,6GHz-AMD Opterons 101,7Tflops uitpoepen en de Cray Red Storm van Sandia National Laboratory in New Mexico haalt 101,4Tflops. Overigens wordt binnenkort in Scandinavië een nieuwe kandidaat voor een stek in de top-tien in gebruik genomen. HP verkocht daar een systeem met 2128 ProLiant BL460c-bladeservers die samen 182Tflops gaan produceren. Hiermee zal het systeem de tweede plaats innemen in de huidige ranglijst.

Amerikaanse supercomputers bezetten een significant deel van de top-tien. Het eerste Europese systeem is terug te vinden op de negende plaats. Het betreft een IBM JS21-cluster die geïnstalleerd is in het Barcelona Supercomputing Center in Spanje en een topsnelheid van 62,63Tflops heeft. In het Duitse München staat de nummer tien van de ranglijst: een SGI-systeem van 56,52Tflops, dat in het Leibniz Computer Center staat. Het eerste Japanse systeem is terug te vinden op de veertiende plaats. Het gaat om een NEC-systeem van het Tokyo Institute of Technology dat bestaat uit 648 Sun Fire x4600-computers met 11.088 Opteron-processors en 21TB geheugen.
IBM is sterk vertegenwoordigd in de top-tien, maar HP neemt met 203 systemen ruim veertig procent van de ranglijst in. Daarmee is HP de best vertegenwoordigde supercomputerleverancier in de Top500 en het aandeel is groeiende. IBM is goede tweede met 38,4 procent van de Top500. Een jaar geleden waren de rollen nog omgekeerd: 31 procent van de Top500 bestond uit HP-systemen en IBM was de leverancier van 48 procent van de supercomputers. In 289 systemen worden Intel-processors gebruikt, een stijging van 5,5 procent in een half jaar tijd.