De Amerikaanse NSF heeft de bouw van een supercomputer voor DARPA uitbesteed aan het NCSA en IBM. Die twee partijen zullen voor 208 miljoen dollar bij de universiteit van Illinois een cluster bouwen dat de petaflopsgrens moet doorbreken.
Inmiddels wordt er al zeker zes jaar gesproken over het bouwen van een supercomputer die de 1PFlops-grens doorbeekt. Het computergrid van de NSF, Blue Waters genaamd, moet deze grens doorbreken en de snelste supercomputer ter wereld worden. Of dat lukt is echter nog maar de vraag, aangezien het rekenwonder niet de enige is in de race naar deze magische grens: minstens drie andere teams zijn al op jacht naar dat record. Zo sleepten IBM en AMD in september vorig jaar het contract van het Amerikaanse Department of Energy binnen om Road Runner te bouwen: een supercomputer met AMD Opteron- en IBM Cell BE-processors die 1,6 petaflops als doel heeft.
Sun bouwt voorlopig aan de snelste supercomputer, een Constellation-configuratie. Dit grid moet bij voltooiing 1,7 petaflops beschikbaar stellen aan het Texas Advanced Computing Center. Verder bouwt Cray aan een 200 miljoen dollar kostende petaflopscomputer voor het Oak Ridge National Laboratory van het Amerikaanse Ministerie van Energie. Die supercomputer moet volgend jaar opgeleverd worden, waarmee hij meteen de grootste kanshebber is om de strijd om het doorbreken van de de petaflopsbarrière te winnen. De snelste supercomputer van dit moment is de BlueGene/L, die 280 teraflops aan rekenkracht heeft. De opvolger van dat systeem is de BlueGene/P die volgens IBM schaalbaar is tot drie petaflops. Zelfs die machine wordt in de schaduw gesteld door BlueGene/Q, die tot 10Pflops zou moeten schalen. Wanneer die grens doorbroken zal worden, is echter nog in nevelen gehuld.