Christopher Blizzard van Red Hat laat via zijn blog weten dat de eerste 200 laptops voor het One Laptop Per Child-project in elkaar zijn gezet. Naast dit goed nieuws is er ook slecht nieuws, want volgens Thannews zou Thailand zich uit het project terug getrokken hebben.
Eerder deze week produceerde het Chinese Quanta al tien prototypes van de XO-1 om eventuele problemen met het bouwen van de goedkope computers te ontdekken. Deze werden schijnbaar niet gevonden, waarop er gestart kon worden met een ietwat grotere productie van 900 laptops, waarvan de eerste 200 nu klaar zijn. Deze laptops zullen hun weg vinden richting de ontwikkelaars van software voor de OLPC-laptop.
Op de flashgeheugencontroller en de touchpad na, zijn de geproduceerde laptops gelijk aan de laptops die in het tweede kwartaal van 2007 in groten getale gemaakt en verscheept gaan worden. Voor de flashgeheugencontroller wordt namelijk geen dedicated chip gebruikt, maar een hiervoor geprogrammeerde FPGA die twee keer zo langzaam is. Verder waren er elektrische problemen met het pen-gedeelte van het touchpad, waardoor dit tijdelijk is uitgeschakeld. De software (build178) die op de machines draait is in een stadium waarin er geen nieuwe mogelijkheden meer worden toegevoegd.
In tegenstelling tot de afgezette premier van Thailand, Thaksin Shinawatra, ziet de militaire junta, die enkele maanden geleden naar de macht greep, geen heil in het project en wil het kijken of het niet zelf een goedkope computer kan ontwikkelen. De nieuwe Thaise minister van ict vergelijkt de laptop zelfs met een stuk speelgoed. De Thai Kamthorn, die voor het OLPC de software lokaliseerde, laat echter weten dat de organisatie nooit een kans heeft gekregen om het project aan de junta uit te leggen.
