De netwerkindustrie is weer een stap dichter bij een eenduidige technologie voor snellere WiFi-verbindingen gekomen. IEEE 802.11n, zoals de nieuwe standaard uiteindelijk zal gaan heten, is al jaren onderwerp van discussie tussen de vele betrokken partijen. Verschillende (groepen van) bedrijven hebben voorstellen gedaan voor technieken om 100 megabit per seconde door de lucht te schieten, maar zoals wel vaker het geval is konden ze het niet met elkaar eens worden over wat de beste oplossing is. Een aantal voorstellen vielen tijdens de verschillende stemrondes af, maar eind vorig jaar was er een ware patstelling ontstaan tussen de twee overlevende ideeën: WWiSE en TGn Sync. Omdat beide ongeveer evenveel ondersteuning kregen werd voorzien dat het komen tot een compromis een buitengewoon moeizame onderneming zou gaan worden, zeker als alles via het - door sommigen als bureaucratisch omschreven - IEEE zou moeten lopen.
De 'redding' kwam uiteindelijk in de vorm van het Enhanced Wireless Consortium (EWC), een initiatief van Intel, Broadcom, Marvell en Atheros om de ontwikkeling van een compromis te versnellen door buiten de IEEE om te werken. Het EWC kwam al snel met een voorstel en kon ook op veel steun rekenen van andere bedrijven, zowel uit het WWiSE-kamp als uit de concurrerende TGn Sync-groep. Andere bedrijven voelden zich echter gepasseerd, en daarom werd gevreesd dat de standaardisatie alleen maar moeizamer zou worden door de afsplitsing. Nu blijkt dat dus ongegronde angst te zijn geweest: op de vooravond van een nieuwe IEEE-vergadering hebben de leden besloten om de uiteindelijke 802.11n-standaard te gaan baseren op het voorstel van het EWC, gecombineerd met een paar extra punten van de andere bedrijven. Het ligt nu in de lijn der verwachting dat de IEEE het plan goed zal keuren en de definitieve versie van de standaard eindelijk kan worden opgesteld.
Naast een hogere snelheid van maximaal 100 megabit moet de 802.11n-standaard ook de kwaliteit en betrouwbaarheid van WiFi gaan verbeteren. Gesproken wordt onder andere over vijftig gelijktijdige VoIP-gesprekken of meerdere HDTV-stromen die zonder gestotter verstuurd moeten kunnen worden. Verder zou het bereik tot vijftig procent beter moeten worden dankzij het gebruik van meerdere antennes en efficiëntere foutcorrectie. De hoop is om voor het einde van dit jaar de definitieve standaard te kunnen presenteren, zodat de eerste officiële producten in 2007 kunnen verschijnen. Voor die tijd zullen er waarschijnlijk echter al een hoop 'pre-n' producten worden verkocht, die al wel gebruik kunnen maken van de globale concepten, maar nog niet van de uiteindelijke versie daarvan. Omdat hiervan onderling geen compatibiliteit kan worden gegarandeerd mogen deze officieel echter geen 'WiFi' genoemd worden. Veel fabrikanten zullen dat probleem waarschijnlijk op kunnen lossen met een driver- of firmware-upgrade nadat de uiteindelijke standaard is vastgelegd.