Dankzij de gpu-test weet iedereen nu wel hoe zijn videokaart in Doom 3 zal presteren, maar een peperdure grafische kaart heeft natuurlijk niet veel nut als de processor een beperkende factor is. Daarom bleef een reviewer bij AnandTech nog een nachtje wakker om alle mogelijke processors te testen op hun Doom 3-prestaties. Om te illustreren dat de cpu een beperkende factor kan zijn wordt het spel opgestart op een Pentium 4 EE op 3,4GHz met een GeForce 6800 Ultra. Hierbij wordt slechts een daling in het aantal frames per seconde vastgesteld bij resoluties van 1280x1024 en hoger, waaruit we besluiten dat de processor de beperkende factor is zodat het van belang is de GeForce 6800 Ultra te combineren met een snelle processor. Met een Radeon 9800 Pro dalen de prestaties meteen al bij 800x600. Hier is de grafische kaart de beperkende factor en maakt een extreem snelle cpu niet zoveel verschil uit.
In een eerste, globale test zien we duidelijk dat het upgraden van de cpu wel degelijk resultaten kan bieden. Zo scoort een Pentium 4 op 3,2GHz in combinatie met een GeForce 6800 Ultra op 800x600 eenentwintig procent beter dan eenzelfde processor op 2,4GHz. Op 1280x1024 is deze verbetering nog dertien procent en met een Radeon 9800 Pro op 800x600 zien we een verbetering van dertien procent. Voor de rest van de test wordt gebruikgemaakt van een GeForce 6800 Ultra, maar resultaten mogen dus vergelijkbaar geacht worden met andere grafische kaarten. Het testsysteem is verder voorzien van 1GB RAM-geheugen. Een eerste benchmark zet de Prescott tegenover de Northwood.

Ondanks de dubbele hoeveelheid cache-geheugen lijkt de langere pipeline de prestaties van de Prescott in veel benchmarks een beetje te drukken. In Doom 3 is de Prescott op 3,2Ghz echter sneller dan zijn Northwood-collega. Het lijkt er dus op dat Doom 3 ten volle van het cachegeheugen profiteert, zoals nogmaals blijkt uit de prestaties van de Pentium 4 EE op 3,2GHz, die maar liefst vijftien procent sneller is dan de Northwood-core. Bovendien ziet het ernaar uit dat de Prescott ook beter schaalt in Doom 3. Naarmate de kloksnelheid stijgt, worden de prestaties nog beter ten opzichte van de Northwood-core. Na de strijd tussen de Intel-deelnemers mogen ook de AMD-atleten het tegen elkaar opnemen.
Om de invloed van de hoeveelheid cachegeheugen te controleren wordt een Sempron 3100+ (met 256KB) tegen een Athlon 64 2800+ (512KB) gezet. Hier presteert de Athlon 64-processor echter slechts vijf procent beter dan de Sempron, die op dezelfde kloksnelheid werkt met slechts de helft van het cachegeheugen. Hoewel de 256KB niet voldoende is, lijkt 512KB dus niet zo'n opmerkelijke verbetering te zijn. Daarom wordt de Athlon 64 3800+ tegenover de Atlon 64 FX-53 gezet. Een totale cachehoeveelheid van 1MB levert echter nog steeds maar minder dan vier procent prestatieverbetering op. We kunnen dus besluiten dat, dankzij de ingebouwde geheugencontroller, de cachehoeveelheid voor AMD veel minder belangrijk is dan voor Intel.
In een derde wedstrijdje worden de budgetmodellen van beide processorfabrikanten vergeleken. De K8- en K7-editie van de Sempron nemen het op tegen de Intel Celeron D. Aangezien de K7-Sempron eigenlijk een Tbred-core bevat met 256KB cache presteert deze processor gelijkwaardig met de Athlon XP. De belangrijkste beperkende factor is echter het ontbreken van een geheugencontroller bij de Sempron 2800+, wat resulteert in opmerkelijk prestatieverlies. De K8-versie, de Sempron 3100+, doet het echter veel beter en verslaat de Celeron D met maar liefst 53 procent. De Sempron is dus de onbetwistbare winnaar onder de budgetprocessors.
In een laatste test worden Intel en AMD met al hun cavalerie tegenover elkaar gezet. Opvallend is AMD's dominantie aan de top van de grafiek, met zijn Athlon 64-processors die zelfs de Pentium 4 EE op 3,4GHz verslaan. De FX-53 is zelfs achttien procent sneller dan Intels snelste chip. Iets lager op de grafiek zien we dat de Athlon 64 3000+ misschien wel de beste keuze is om Doom 3 te spelen, met prestaties die deze van de Pentium 4 benaderen, maar veel minder kost. Helemaal onderaan het rijtje wordt de Celeron nog net van een laatste plaats gered door de Athlon XP 2200+ en 2000+.
In zijn conclusie stelt de reviewer dat Doom 3 evenveel baat heeft bij een goeie processor als bij een degelijke grafische kaart. In cpu-land is het recept voor succes echter veel eenvoudiger: Doom 3 heeft cachegeheugen nodig, hoe meer hoe liever. Wie een Intel-processor met minder dan 512KB cache bezit, doet er goed aan up te graden en Prescott-gebruikers zullen tevreden zijn te zien dat hun core het iets beter doet dan de Northwood. Bij AMD is de Athlon 64 de perfecte processor voor Doom 3, zelfs de minder snelle modellen. Ook de 3000+ doet het even goed als Intels snelste Pentium 4, dankzij de ingebouwde geheugencontroller. Besluit: Met een snelle grafische kaart als een GeForce 6800 Ultra is het geld voor een high-end processor goed besteed, terwijl bezitters van een iets minder snelle kaart genoeg hebben aan een midrange processor.
![]() | |||
![]() | ![]() | ||
![]() | |||
![]() | AMD Athlon 64 FX-53 (2,4GHz - S939) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon 64 3800+ (2,4GHz - S939) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon 64 FX-51 (2,2GHz - S939) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon 64 3400+ (2,2GHz - S754) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon 64 3500+ (2,2GHz - S939) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 EE 3,4GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon 64 3000+ (2,0GHz - S754) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 EE 3,2GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 E 3,4GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon 64 2800+ (1,8GHz - S754) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 3,2GHz EE | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Sempron 3100+ (1,8GHz - S754) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 E 3,0GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 C 3,2GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 E 2,8GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 C 3,0GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon XP 3200+ (2,2GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 C 2,8GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 C 2,6GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon XP 3000+ (2,16GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Pentium 4 C 2,4GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon XP 2500+ (1,83GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon XP 2700+ (2,16GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Sempron 2800+ (2,0GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon XP 2400+ (2,00GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Intel Celeron D 335 (2,8GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon XP 2200+ (1,8GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | AMD Athlon XP 2000+ (1,6GHz) | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() |