De heren van FiringSquad hebben een tijdje terug geprobeerd om te voorspellen hoe Half-Life 2 op verschillende processors zou presteren. Zij deden dit aan de hand van de Video Stress Test die is uitgegeven door Valve en de betaversie van Counter-Strike: Source. Beide tests lieten een ander beeld zien. Als gekeken werd naar de prestaties tijdens de Video Stress Test bleek dat vooral de grafische rekenkracht van de videokaart van invloed was op de prestaties. De Counter-Strike: Source bèta liet een heel ander beeld zien. Hier leek vooral de processor erg belangrijk te zijn voor de prestaties van het spel. Nu Half-Life 2 ook echt uit is, hebben de heren besloten om te kijken welk van de twee tests uiteindelijk het betrouwbaarst was.

De verschillende tests vinden plaats in het eerste level buiten het treinstation. Hier zijn weinig speciale effecten, die vooral door de videokaart verwerkt worden, zodat de processors maximaal belast worden. De verschillende processors worden allemaal getest onder drie verschillende sets met instellingen. In de eerste set staan vrijwel alle instellingen op de laagste stand en is de resolutie 800x600. De tweede set draait in 1280x1024 en heeft de meeste instellingen ergens in het midden staan. De laatste set draait in 1600x1200 en heeft alle instellingen maximaal open staan. Om het effect van de videokaart te minimaliseren, wordt een snelle Geforce 6800 Ultra met 256MB-geheugen gebruikt. Er is gekozen voor een Geforce in plaats van een Radeon, omdat de AGP- en de PCIe-uitvoering van de Geforce gelijk zijn en bij de Radeon verschillen deze een beetje.

De vier echte krachtpatsers worden als eerst aan de verschillende tests blootgesteld. De Athlon 64 FX-53 en FX-55 presteren vooral in de lagere resoluties duidelijk beter dan de Pentium 4 EE 3,4GHz en 3,46GHz. In 800x600 is het verschil tussen de snelste chip van Intel en AMD achttien procent. In de hogere resoluties neemt dit verschil echter af. Als de gewone Athlon 64 en de gewone Pentium 4 het tegen elkaar op moeten nemen, tekent zich hetzelfde beeld af. In 800x600 zijn de Athlon 64 3200+ en hoger alle Pentium 4's te snel af. De Athlon 4000+ is hier 23 procent sneller dan de Pentium 4 570J 3,8GHz. In de hogere resoluties komt de Pentium 4 570J 3,8GHz de Athlon 3200+ nog net voorbij, maar de Athlon 64 blijft heer en meester.
![]() | |||
![]() | ![]() | ||
![]() | |||
![]() | Athlon 64 FX-55 | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 FX-53 | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 4000+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 3800+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 EE 3,46GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 3500+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 EE 3,4GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 3200+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 570J 3,8GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 560J 3,6GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 550J 3,4GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 3000+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 540J 3,2GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon XP 3200+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 520J 2,8GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon XP 2800+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon XP 2100+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() |
Ten slotte worden ook nog een aantal Athlon XP-processors vergeleken met Intels Pentium 4 520J 2,8GHz. Een Athlon XP 2800+ en de 2,8GHz Pentium 4 blijken nog prima geschikt om Half-Life 2 op te spelen. Beide komen, zelfs in 1600x1200, niet onder de 50 beelden per seconde. Dit ligt natuurlijk ook voor een deel aan de krachtige videokaart, maar zelfs met in iets minder exemplaar is het spel waarschijnlijk nog erg goed speelbaar. Zelfs een Athlon XP 2100+ weet met de Geforce 6800 Ultra nog 40 beelden per seconde te halen in het testlevel. Het lijkt er dus op dat Valve zijn belofte, dat Half-Life 2 ook op iets mindere systemen speelbaar zou zijn, is na gekomen.
![]() | |||
![]() | ![]() | ||
![]() | |||
![]() | Athlon 64 FX-55 | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 4000+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 FX-53 | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 EE 3,46GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 3800+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 EE 3,4GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 3500+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 570J 3,8GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 3200+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 560J 3,6GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 550J 3,4GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon 64 3000+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 540J 3,2GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon XP 3200+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Pentium 4 520J 2,8GHz | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon XP 2800+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() | |||
![]() | Athlon XP 2100+ | ![]() ![]() ![]() | ![]() |
![]() |
Uiteindelijk worden de resultaten van alle tests naast die van de Video Stress Test en de Counter-Strike: Source bèta gelegd, om te kijken welk van de twee de beste indicatie van de prestaties heeft gegeven. Het blijkt dat de uiteindelijk versie van Half-Life 2 zo divers is, dat op het ene moment de prestaties het best voorspeld werden door de bèta en op het andere moment door de Stress Test. Dit is ook niet zo vreemd aangezien de Stress Test vooral de grafisch complexe scènes representeert en de bèta vooral de prestaties van de engine tijdens eenvoudigere scènes laat zien.