De poging van de University van San Francisco om een ter plaatse gevormde supercomputer in de top-500 op te nemen, is helaas niet gelukt. Het voornemen van de initiatiefnemers was enigszins vernieuwend te noemen: men organiseerde een soort flash mob, waarbij iedereen die beschikte over een laptop of eventueel een desktop met een processor die minstens op 1,3GHz geklokt was, welkom was. Door al deze machines in een netwerk op te nemen en een speciaal stukje software te laten uitvoeren creëerde men een supercomputer, en het was dus de ambitie om op deze manier een plaatsje in de top-500 van de krachtigste supercomputers te veroveren.
Dat de poging mislukt is kan te maken hebben met het aantal computers dat uiteindelijk ter beschikking werd gesteld; de organisatoren hadden zo'n 1.000 stuks verwacht, maar uiteindelijk zijn het er circa 660 geworden. Toch zijn ze al met al tevreden met het resultaat: er was een belangrijke politieke boodschap verbonden aan de actie en het was tevens de bedoeling om 'supercomputing' in de schijnwerpers te plaatsen. Gezien de relatief grote media-aandacht voor het project zijn de organisatoren in dat opzicht ongetwijfeld in hun opzet geslaagd.