Meta heeft bezwaar gemaakt tegen de vergoeding die het moet betalen als onderdeel van de Europese Digital Services Act-regels. Het bedrijf moet miljoenen euro's betalen aan de EU om de kosten van toezicht te dekken, maar vindt dat andere bedrijven onterecht niets betalen.
De twintig techbedrijven die onder de Digital Services Act zijn aangemerkt als 'zeer grote onlineplatforms' moesten in 2023 gezamenlijk de ongeveer 45 miljoen euro per jaar betalen voor het toezicht dat de EU op deze platformen houdt. Het deel dat ze moeten betalen, hangt af van de grootte van de dienst, op basis van het aantal maandelijkse gebruikers, en van de 'economische capaciteit' van het bedrijf. De EU rekent maximaal 0.05 procent van de wereldwijde, jaarlijkse winst. Bedrijven die op papier geen winst hebben gemaakt, hoeven dus ook niets te betalen. Meta is het daar niet mee eens en vecht deze regeling aan bij het Hof van Justitie van de Europese Unie, schrijft Reuters.
Afgelopen jaar zou Meta iets minder dan een kwart van het totaal hebben betaald, schreef Bloomberg eerder. Googles moederbedrijf Alphabet moest het meest betalen: ongeveer 22 miljoen euro. Bedrijven als Amazon, Snapchat en X boekten afgelopen boekjaar een nettoverlies en hoeven dus niets te betalen, zelfs niet als de EU relatief veel tijd kwijt is aan het houden van toezicht op deze platformen. "Daardoor moeten andere bedrijven een onevenredig groot gedeelte van het totaal betalen", stelt een woordvoerder van Meta tegenover Reuters. Een woordvoerder van de Europese Commissie laat TechCrunch weten dat 'onze keuzes en methodologie degelijk zijn'. "We zullen ons standpunt in de rechtszaal verdedigen."
Amazon en Zalando zijn eerder al naar de rechter gestapt vanwege de DSA, al was het wel om een andere reden. Deze partijen waren het er niet mee eens dat zij als zeer grote onlineplatforms werden beschouwd. De EU-wet is vorig jaar augustus in werking getreden. Vanaf 17 februari moeten bedrijven aan de DSA-regels voldoen.