Meta en TikTok schenden mogelijk de Digital Services Act, meldt de Europese Commissie. Beide bedrijven zouden onderzoekers niet voldoende toegang geven tot data. Daarnaast is het melden van illegale content op Instagram en Facebook volgens de EU te omslachtig.
Als onderzoekers toegang vragen tot openbare data op TikTok, Facebook en Instagram, krijgen ze vaak slechts onvolledige of onbetrouwbare gegevens. Dat schrijft de Europese Commissie in haar voorlopige bevindingen. Hiermee schenden de bedrijven mogelijk de transparantievereisten van de Europese DSA-wetgeving. Volgens de EU kunnen onderzoekers hierdoor onder meer moeilijker controleren wat de mogelijke impact van de platforms is op de fysieke en mentale gezondheid van gebruikers.
Meta zou daarnaast mogelijk artikel 16 van de DSA schenden, waarin vereisten worden gesteld aan de 'kennisgevings- en actiemechanismen' van online platforms. Met deze mechanismen kunnen gebruikers illegale content melden. De methoden die daarvoor zijn toegevoegd aan Facebook en Instagram, maken volgens de EU echter mogelijk gebruik van dark patterns. Melders zouden verschillende 'onnodige stappen' moeten doorlopen en er worden 'aanvullende eisen' aan hen gesteld. Daardoor zijn de meldmethoden wellicht ineffectief.
Tot slot is de Europese Commissie ook niet tevreden over de manier waarop gebruikers moderatiebeslissingen op Facebook en Instagram kunnen aanvechten, bijvoorbeeld als hun account is geschorst of een post is verwijderd. Met de tool die ze hiervoor moeten gebruiken, kunnen gebruikers geen uitleg of bewijsstukken bijvoegen. Daardoor is het volgens de EU lastig voor gebruikers om goed uit te leggen waarom ze het oneens zijn met de moderatiebeslissingen.
Meta en TikTok krijgen nu de kans om te reageren op de voorlopige bevindingen. Ook mogen ze maatregelen nemen om de potentiële DSA-schendingen weg te nemen. Het is niet duidelijk hoelang ze hier de tijd voor hebben. Als de bedrijven definitief schuldig worden bevonden aan het overtreden van de DSA, kunnen ze een boete opgelegd krijgen van hoogstens zes procent van hun wereldwijde jaaromzet.