Tijdens de monopolierechtszaak heeft een hoge medewerker van Sun Microsystems gewaarschuwd dat Microsoft nog steeds bezig is met het misbruiken van haar machtspositie. Het misbruik zou nu in het voordeel van de .NET-technologie worden toegepast. Door deze aan te bieden met de Windows-besturingssystemen en het Internet Explorer-surfprogramma wordt de gebruiker niet op andere mogelijkheden gewezen zoals programma's gebaseerd op Java, Sun's stokpaardje.
Deze verklaring is door de Jonathan Schwartz, chief strategy officer, schriftelijk afgegeven aan het federale gerechtshof. In eerste instantie was rechter Kollar-Kotelly niet van plan om voorspellingen over Microsoft's toekomst en technieken die nog niet bekend waren tijdens de start van de kartelrechtszaak ook in de beoordeling van deze rechtszaak mee te nemen. Maar een uitspraak van het Hooggerechtshof uit eerdere antitrustrechtszaken kwam naar voren dat toekomstvoorspellingen ook van belang zijn om mogelijk verder misbruik te voorkomen. De rechter heeft wel een slag in de arm gehouden, door aan te geven als de relevantie van deze extra feiten voor deze rechtszaak niet worden aangetoond, het eventuele misbruik ervan niet zal worden gebruikt in de beoordeling.
In combinatie met een andere getuigenis, waarin wordt gezegd dat het mogelijk is om Windows in een modulaire vorm aan te bieden, zou Java weer op Windows-besturingssystemen kunnen terecht komen. Precies wat Sun aan het nastreven is, aangezien Java niet meer standaard wordt geleverd met Windows XP. De modulaire versie wordt door de negen resterende staten als eis gesteld voordat zij akkoord gaan met het schikkingsvoorstel. Een ander argument tegen de .NET-technologie is dat het Passportsysteem zodanig is geprogrammeerd dat deze niet met concurrerende programma's om kan gaan. Hierdoor worden potentiële concurrenten niet toegelaten op het Windowsplatform doordat de .NET-technologie erin verweven zit.