De Telecommunicatiewet die een einde moest maken aan ongewenste verkooptelefoontjes van bedrijven 'werkt niet goed', zegt de Consumentenbond. Uit onderzoek van de organisatie blijkt dat ongeveer 80 procent van de consumenten nog weleens last heeft van telefoontjes van marketeers.
Vanaf 1 juli 2021 is het door de komst van de Telecommunicatiewet niet meer toegestaan dat bedrijven in Nederland telefonisch contact opnemen met consumenten om producten of diensten aan te bieden, tenzij er expliciet toestemming voor is gegeven of de consument al klant is. In de praktijk worden consumenten echter nog geregeld lastiggevallen met dergelijke telefonische verkooppraatjes.
Van de 1100 consumenten die de Consumentenbond ondervroeg, geeft acht op de tien respondenten aan in het afgelopen jaar ongevraagd te zijn gebeld door een telemarketeer. In een kwart van de gevallen werd de ondervraagde maandelijks benaderd, in tien procent van de gevallen zelfs op wekelijkse basis. Opmerkelijk is dat deze cijfers in lijn liggen met een soortgelijk onderzoek uit 2019, toen de telemarketingwet nog niet van kracht was. De meeste ongewenste verkooptelefoontjes zijn nog altijd afkomstig van of in opdracht van energieleveranciers, loterijen en goede doelen.
De Consumentenbond pleit bovendien voor aanscherping van de telemarketingwet. Volgens de wet mogen bedrijven namelijk consumenten benaderen die in de afgelopen drie jaar klant zijn geweest. Uit het onderzoek blijkt echter dat 68 procent van de ondervraagden hier niet op zit te wachten. Consumenten geven bijvoorbeeld aan dat zij 'niet voor niets' de overeenkomst met het bedrijf hebben opgezegd.