De FBI en CISA stellen dat cyberaanvallen die Amerikaanse verkiezingen willen beïnvloeden, weinig effect hebben op het verkiezingsprocessen in het land. Volgens de Amerikaanse overheidsdiensten zijn er voldoende controles en procedures actief om inmenging te vermijden.
De FBI stelt samen met het Amerikaanse Cybersecurity and Infrastructure Security Agency, ofwel CISA, dat er tot op heden geen enkel geval bekend is waarin criminele cyberactiviteiten erin geslaagd zijn om Amerikaanse verkiezingsuitslagen te beïnvloeden. Volgens de twee Amerikaanse overheidsdiensten hebben digitale pogingen om verkiezingen te beïnvloeden tot nu toe meestal op een lokale schaal plaatsgevonden. Deze pogingen werden naar verluidt in de kiem gesmoord en hadden haast geen invloed op de verkiezingsprocessen. De FBI en CISA rekenen phishing, ransomware, ddos-aanvallen en domain-spoofing tot cybercriminaliteit.
De overheidsorganisaties claimen dat de overheidsambtenaren die aangesteld zijn om verkiezingen in goede banen te leiden, een hele reeks technologische en fysieke maatregelen nemen om de risico's van cybercriminaliteit in de kiem te smoren. Daardoor menen de FBI en CISA dat het manipuleren van verkiezingsuitslagen op grote schaal zeer moeilijk is.