Tussen de 50.000 en 70.000 IT'ers hebben Rusland verlaten, nadat dat land buurland Oekraïne eind februari binnenviel. Dat schrijft The New York Times. Nog eens tot 100.000 IT'ers zouden de komende maanden kunnen volgen.
Er zijn naar schatting tussen een miljoen en twee miljoen IT'ers in Rusland, waarvan dus een klein deel naar het buitenland is gegaan afgelopen anderhalve maand. Veel daarvan gingen weg, omdat ze het niet eens waren met de inval of omdat ze niet langer onder het regime van president Vladimir Poetin wilden leven, schrijft The New York Times.
Ook zijn er veel IT'ers bij internationale bedrijven die hun Russische werknemers hebben weggehaald uit Rusland na het instellen van de sancties. Omdat IT'ers relatief veel verdienen in Rusland, hebben ze de middelen om het land te ontvluchten. De IT'ers zijn naar Armenië, Turkije, de Verenigde Arabische Emiraten en Georgië gegaan, allemaal landen waar ze zonder visum in konden.
De Russische regering probeert IT'ers in het land te houden, onder meer door ze te beloven dat ze minder belasting hoeven te betalen en makkelijker een huis kunnen kopen. Rusland wil dat de IT'ers een eigen ecosysteem van software opzetten, zoals het eigen alternatief voor de Google Play Store. Dat is lastig, omdat veel softwaretools om software te bouwen niet of beperkt werken door de sancties.