De Verenigde Staten hebben de Britse beroepszaak over de uitlevering van WikiLeaks-oprichter Julian Assange gewonnen. Daarmee is een uitspraak van een lagere rechter van begin dit jaar dat Assange niet uitgeleverd kon worden, ongedaan gemaakt.
Dat Julian Assange naar de VS uitgeleverd mag worden, is vrijdag volgens The Telegraph bepaald in een vonnis van het Britse High Court. Assange kan tegen het vonnis beroep aantekenen. De rechters verwierpen in hun beslissing de uitspraak van een lagere rechter in januari. Die besliste toen dat Assange niet uitgeleverd mocht worden omdat er een reëel risico bestond dat de WikiLeaks-oprichter zelfmoord zou plegen als hij in isolatie geplaatst zou worden in een zwaarbeveiligde Amerikaanse gevangenis.
De VS ging in beroep tegen die uitspraak en betoogde dat Assange na uitlevering niet onder de meest stringente vrijheidsbenemende maatregelen zou vallen, tenzij daar op basis van eventuele toekomstige gedragingen van hem aanleiding voor zou zijn. Ook zou zijn mentale gesteldheid niet dusdanig slecht zijn, dat uitlevering niet mogelijk zou zijn. De rechters bleken overtuigd te zijn door de toezeggingen en claims: "Het risico is naar ons oordeel weggenomen door de garanties die worden geboden. Als die garanties voor de lagere rechter waren gegeven, had ze de relevante vraag volgens ons anders beantwoord."
De verdediging vond de garanties die de VS gaf, onder andere dat het land geen special administrative measures toe zou passen, te vaag. Assange bevindt zich sinds 2019 in een Britse gevangenis, nadat hij jaren in de ambassade van Ecuador in Londen verbleef. Daar nam hij in 2012 zijn toevlucht, om uitlevering aan Zweden wegens verdenking van verkrachting te voorkomen. Zweden stopte in 2019 het onderzoek in die zaak.
De VS wil Assange uitgeleverd krijgen vanwege vermeende computerinbraak in een Amerikaanse staatscomputer en overtredingen van de Amerikaanse spionagewet. Hij zou op basis van de aantijgingen 175 jaar cel opgelegd kunnen krijgen.