Het Zweedse OM stopt met het onderzoek naar de vermeende verkrachting die WikiLeaks-voorman Julian Assange in 2010 in het land zou hebben gepleegd. Dat maakte de openbaar aanklager bekend op een persconferentie in Stockholm.
Het Zweedse OM onderzocht of Assange een Zweedse vrouw verkrachtte, nadat ze elkaar hadden ontmoet bij een WikiLeaks-conferentie in de hoofdstad van het land. Assange heeft de beschuldigingen altijd tegengesproken. De openbaar aanklager zegt volgens het Zweedse medium The Local dat de beschuldigingen van het vermeende slachtoffer geloofwaardig en betrouwbaar waren, maar zegt dat het bewijs is verzwakt door de lange tijd die sinds de gebeurtenis is verstreken.
Assange zat van 2012 tot april dit jaar in de ambassade van Ecuador in Londen, tot Ecuador het asiel introk. Sindsdien zit hij in de Britse gevangenis. In mei kreeg hij een gevangenisstraf van vijftig weken voor het schenden van de voorwaarden van zijn borgtocht. De Verenigde Staten willen dat het Verenigd Koninkrijk Assange uitlevert, omdat hij Chelsea Manning zou hebben geholpen om in te breken in computers van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Later kwamen daar zeventien nieuwe aanklachten bij. Hij riskeert nu een maximale gevangenisstraf van 175 jaar.
Zweden had vanwege de verkrachtingszaak een uitleveringsverzoek naar het Verenigd Koninkrijk gestuurd. Aangezien het onderzoek hiernaar is gestopt, is het aannemelijk dat dit verzoek ook zal worden ingetrokken. In dat geval blijft alleen het uitleveringsverzoek van de Verenigde Staten staan. Het is onbekend of het Verenigd Koninkrijk Assange daadwerkelijk zal uitleveren.