De Eerste Kamer moet de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden niet aannemen. Dat adviseert de Autoriteit Persoonsgegevens, omdat de overheid en organisaties 'zeer ruime' bevoegdheden zouden krijgen om persoonsdata uit te wisselen.
Met het wetsvoorstel mogen overheidsorganisaties en private partijen binnen samenwerkingsverbanden persoonsgegevens gezamenlijk delen en verwerken, bijvoorbeeld bij vermoedens van fraude of georganiseerde criminaliteit. Binnen het wetsvoorstel mogen bijvoorbeeld het Financieel Expertisecentrum, de Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen, Regionale Informatie- en Expertisecentra en Zorg- en Veiligheidshuizen dit doen. De regering mag volgens het wetsvoorstel WGS later ook nieuwe samenwerkingsverbanden aanwijzen die gegevens mogen delen.
De voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens Aleid Wolfsen erkent dat de aanpak van criminaliteit belangrijk is, 'maar dat moet je wel netjes regelen'. Dat zou binnen WGS niet gebeuren. 'Veel meer instanties' zouden binnen WGS persoonsgegevens met elkaar mogen delen, 'zonder dat er duidelijk iets aan de hand is', zegt Wolfsen. Het risico van massasurveillance ligt volgens de voorzitter op de loer.
Zo is volgens de AP het doel van de verbanden om data 'op grote schaal' te delen, op te slaan en te analyseren niet duidelijk genoeg omschreven in het wetsvoorstel. In WGS zou staan dat het bij elk samenwerkingsverband om 'zwaarwegende algemene belangen' zou gaan, maar de AP zegt dat er niet duidelijk bijstaat welke belangen dit dan zijn.
Daarnaast mogen volgens het wetsvoorstel samenwerkingsverbanden bij 'een signaal' data met elkaar delen en analyseren, waarbij volgens de AP dat signaal vaag omschreven zou zijn. Het wetsvoorstel schrijft daarbij over 'andere partijen' waarmee data gedeeld mag worden als er sprake is van een eerste vermoeden van onrechtmatige activiteiten en het data delen noodzakelijk is. Om welke partijen het dan gaat, vermeldt het wetsvoorstel volgens de AP ook niet.
De privacytoezichthouder heeft verder kritiek op de soorten gegevens die gedeeld mogen worden. De Regionale Informatie- en Expertisecentra zeggen bijvoorbeeld burgerservicenummers, woonsituatie, verblijfstatus, financiële gegevens, politiegegevens en gegevens over seksueel gedrag en seksuele geaardheid te mogen delen. Daarbij gaat het niet alleen om gegevens van een individu, maar ook om de gegevens van familieleden en vrienden van dat ene individu.
Nieuwe samenwerkingsverbanden worden volgens de WGS tot slot aangewezen met een zogenoemde algemene maatregel van bestuur. Deze algemene maatregelen van bestuur kunnen niet door de Kamers gewijzigd worden.
Vanwege deze punten adviseert de AP de Eerste Kamer dringend het wetsvoorstel niet aan te nemen. Wolfsen zegt dat het voorstel 'de deur wagenwijd openzet voor een onbegrensde surveillance door een onbegrensde hoeveelheid partijen, publiek en privaat'. Het is niet voor het eerst dat de AP kritisch is over het wetsvoorstel. De WGS werd eerder al aangenomen door de Tweede Kamer.
Tweakers schreef vorig jaar een achtergrondartikel over het wetsvoorstel dat door critici Super SyRI wordt genoemd. WGS lijkt veel onderdelen van SyRI over te nemen, maar is niet bedoeld als een directe opvolger hiervan. Het Systeem Risico Indicatie was een controversieel algoritmesysteem dat door de rechter is verboden.