De overheid stopt met het controversiële controlesysteem SyRI. Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken gaat niet in beroep tegen de gerechtelijke uitspraak dat SyRI onwettig is. Wel komt er een nieuw instrument dat fraude moet bestrijden op basis van risicomodellen.
Staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat het kabinet niet in hoger beroep gaat tegen een gerechtelijke uitspraak uit februari. Toen verklaarde de rechtbank in Den Haag het Systeem Risico Indicatie-algoritme, of SyRI, in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. SyRI werd daarop stopgezet.
Sinds de uitspraak wordt SyRI ook niet meer toegepast, schrijft Van Ark. Er lopen geen huidige projecten, en er zijn geen nieuwe aanvragen binnengekomen. "Gegeven de uitspraak van de rechter is het zeer onwaarschijnlijk dat dit nog zal gebeuren", schrijft Van Ark. "Een eventuele nieuwe aanvraag wordt niet in behandeling gekomen."
Van Ark begint wel een verkennend onderzoek naar een alternatief voor SyRI. "Ons stelsel van sociale zekerheid is daarmee belangrijk voor de welvaart van ons land. Misbruik ondermijnt het draagvlak en daarom is fraudebestrijding cruciaal voor het behoud van ons sociale stelsel."
Van Ark ziet in de uitspraak van de rechter wel aanknopingspunten om een onderzoek te starten. In de uitspraak stond expliciet dat de toepassing van algoritmen en data-analyses legitiem was. Het was de specifieke implementatie van SyRI die niet mocht. Het systeem had namelijk te weinig waarborgen om de privacy van burgers te beschermen. Zo was het systeem onvoldoende inzichtelijk en controleerbaar, en buitenproportioneel voor het doel waarvoor het werd ingezet.
Hoe een vervolgsysteem eruit komt te zien weet Van Ark nog niet. Voor de ontwikkeling van 'het nieuwe instrument' wil Van Ark zich baseren op de leerpunten van SyRI. Daarbij worden partijen betrokken die ervaring met SyRI hadden om de knelpunten te bespreken en te kijken welke wensen zij hebben. Dat zijn bijvoorbeeld de Belastingdienst, het UWV, en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Van Ark wil ook samenwerken met 'andere partijen en inhoudelijke experts'. Wie dat precies zijn schrijft de staatssecretaris niet. "Samen met die verschillende partijen wil ik gaan onderzoeken hoe nieuwe technologische hulpmiddelen kunnen worden ingezet om op een effectieve en efficiënte manier fraude te bestrijden, met voldoende waarborgen ten aanzien van privacy." De staatssecretaris komt later dit jaar met 'een visie op gegevensuitwisseling en privacy in het sociaal domein.'
SyRI was een controversieel systeem waarmee overheden en instellingen zoals gemeenten en de Belastingdienst fraude konden opsporen. Dat gebeurde op basis van algoritmen die op grote groepen inwoners van bepaalde wijken werden losgelaten. Door data over bijvoorbeeld inkomens, uitkeringen of reizen te bestuderen kon een risicoanalyse gemaakt van welke burgers mogelijk fraudeerden. Het systeem werkte slecht. Het werd slechts vijf keer ingezet, waarbij het proces regelmatig fout ging en er uiteindelijk nooit een fraudeur is opgepakt. Veel burgerrechtenorganisaties en andere partijen, waaronder vakbond FNV en het Platform Burgerrechtenbescherming, waren tegen het systeem en spanden daarom een rechtszaak aan.