LG introduceert naar verluidt dit jaar een nieuwe tv-serie die onder de relatief goedkope B1-oled-tv's wordt gepositioneerd. De A1-oled-tv's zouden 4k-oledpanelen hebben, maar beschikken over een maximale verversingssnelheid van 60Hz en HDMI 2.0.
LG noemde eerder al de komst van de A1-oled-tv's en inmiddels zijn daar meer details over naar buiten gekomen. Onder meer de doorgaans goed ingevoerde website FlatpanelsHD komt met de nodige details over deze nieuwe A1-oled-tv's, die uit zullen komen in schermformaten van 48, 55, 65 en 77 inch.
Deze televisies krijgen volgens de site naast de gehalveerde verversingssnelheid ondersteuning voor HDMI 2.0 in plaats van HDMI 2.1. Televisiereviewer John Archer zegt op Forbes dat de A1 HDMI 2.0b krijgt. Daarmee zou Variable Refresh Rate in theorie een optie zijn, maar hij stelt net als FlatpanelsHD dat dat niet ondersteund zal worden. Wel zullen Auto Low Latency Mode en eARC aanwezig zijn. Ook op het vlak van high dynamic range lijken er geen beperkingen te zijn; de A1 ondersteunt HDR10, HLG, Dolby Vision en Dolby Vision IQ.
Mede door de lagere verversingssnelheid en het gebrek aan HDMI 2.1 lijkt LG met deze televisies vooral het mainstreamsegment te willen bedienen, zoals pure filmliefhebbers die geen behoefte hebben aan geavanceerde gamingfeatures. Informatie over de prijzen die LG gaat hanteren voor deze televisies is nog niet naar buiten gebracht, maar duidelijk is wel dat deze A1-televisies in 2021 de goedkoopste oledtelevisies van LG zullen zijn. De auteur van FlatpanelsHD schrijft dat hij heeft gehoord dat de A1 met een 'aanzienlijk lagere prijs' op de markt wordt gebracht.
Voorheen waren de oledtelevisies die met de letter B werden aangeduid de goedkoopste modellen, al waren er geen enorme verschillen tussen bijvoorbeeld de CX- en de BX-oled-tv's van vorig jaar. Tussen de A1 en de B1 zullen wel de nodige verschillen aan te wijzen zijn, omdat de B1-tv's wel gewoon HDMI 2.1-functies zoals VRR, waaronder ook FreeSync en G-Sync Compatible, en 120Hz-panelen krijgen. De LG B1 zal uitkomen in formaten van 55, 65 en 77 inch.
Ook zouden de B1-oledtelevisies OLED Motion Pro ondersteunen. Dit is een verbeterde versie van black frame insertion, wat LG 'OLED Motion' noemt. De basisversie van deze techniek is wel beschikbaar bij de A1. Bij de techniek worden kortstondig zwarte beelden ingevoegd tussen de verschillende frames om de bewegingsonscherpte te verminderen.
Een overeenkomst tussen de A1- en B1-oled-tv's is de aanwezigheid van de Alpha 7 Gen 4-beeldprocessor. Deze is minder geavanceerd dan de Alpha 9 Gen 4 die onder meer in de C1 en de duurdere G1 wordt geïntegreerd. Ook krijgen beide tv's webOS 6.0, ondersteuning voor Apple AirPlay 2, HomeKit, Google Assistant en Dolby Atmos. Ook is er bij beide modellen ondersteuning voor HGIG, een methode om hdr beter tot zijn recht te laten komen bij consolegames.
Informatie over de prijzen is er dus nog niet en er zijn ook nog geen foto's of afbeeldingen van de A1-oled-tv's. Verder is nog onduidelijk of andere fabrikanten dan LG ook met vergelijkbare, goedkopere oledmodellen gaan komen. Dat zal afhangen van de vraag in hoeverre panelenproducent LG Display deze panelen ook aan andere fabrikanten dan LG Electronics levert. Het is nog onbekend wanneer LG meer details over de A1-oled-tv's naar buiten zal brengen.