De Raad van de Europese Unie heeft een resolutie aangenomen waarin staat dat autoriteiten toegang moeten kunnen krijgen tot versleutelde data. De Raad stelde daar in november al een draft van op.
Dergelijke resoluties zijn niet juridisch bindend, maar omvatten standpunten van de Raad. De Raad van de Europese Unie maakte de resolutie maandag bekend. Een draft van deze resolutie verscheen eerder al online, maar is inmiddels door de Raad aangenomen. Sindsdien lijkt er weinig inhoudelijk te zijn veranderd aan de eerste versie. In de resolutie, die nog steeds 'Security through encryption and security despite encryption' wordt genoemd, stelt de Raad onder andere dat het de ontwikkeling en het gebruik van sterke encryptie steunt. Tegelijkertijd meldt de Raad dat er 'een betere balans' gevonden moet worden tussen encryptie en beveiliging.
"Encryptie is door de gegevensbeschermings- en cybersecurityinstanties van de EU aangemerkt als een belangrijk instrument dat bijvoorbeeld bijdraagt aan de bescherming van persoonsgegevens die buiten de EU worden doorgegeven", zo schrijft de Raad. "Er zijn echter gevallen waarin encryptie de toegang tot elektronisch bewijsmateriaal uiterst moeilijk of praktisch onmogelijk maakt, ondanks het feit dat de toegang tot dergelijke gegevens rechtmatig zou zijn." De EU-Raad vindt dat autoriteiten toegang moeten kunnen krijgen tot dergelijk versleuteld bewijs. De Raad noemt hierbij onder andere het tegengaan van terrorisme, georganiseerde misdaad en kindermisbruik als doel.
De Raad beschrijft niet hoe dergelijke toegang met behoud van sterke versleuteling moet werken. Wel stelt de Raad dat hiervoor een actieve discussie met de techindustrie aan moet worden gegaan. Ook moeten mogelijke oplossingen 'transparant' ontwikkeld worden. "Technische solutions voor het verkrijgen van toegang tot gecodeerde gegevens moeten voldoen aan de beginselen van wettigheid, transparantie, noodzakelijkheid en evenredigheid, met inbegrip van de bescherming van persoonsgegevens."
Er wordt al langer gepleit voor toegang tot versleutelde data door autoriteiten. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid pleitte bijvoorbeeld vorig jaar al over een zogeheten achterdeur in encryptie. Grapperhaus zei daarbij bijvoorbeeld dat het 'onmogelijk zou moeten zijn om encryptie te gebruiken om kinderporno uit te wisselen'. Later verduidelijkte hij echter dat hij niet voor het verzwakken van encryptie pleit.