The New York Times meldt dat de Chinese autoriteiten een uitgebreid ai-gezichtsherkenningssysteem gebruiken om een minderheidsgroepering in het westen van het land in de gaten te houden. Het gaat om de Oeigoeren, een grote moslimminderheid in China.
De Chinese autoriteiten hebben eerder in de westerse regio Xinjiang, waar veel Oeigoeren wonen, al een surveillancenetwerk ingezet, maar dit is nu flink uitgebreid naar andere delen van het land, schrijft The New York Times. De politie zet de gezichtsherkenning nu ook in om Oeigoeren te volgen in rijkere, oostelijke steden als Hangzhou en Wenzhou, melden twee bronnen aan de krant. In de stad Sanmenxia is gedurende een maand een dergelijk systeem 500.000 keer ingezet om te bepalen of de inwoners Oeigoeren zijn. Het zou voor het eerst zijn dat een overheid bewust kunstmatige intelligentie inzet voor het profileren van een bepaalde etnische groep.
Uit politiedocumenten zou blijken dat de vraag naar dergelijke capaciteiten steeds verder toeneemt. Bijna twee dozijn politiedepartementen in zestien verschillende Chinese provincies en regio's proberen sinds begin 2018 de technologie in te zetten. In sommige documenten zou deze praktijk zijn omschreven als 'minderheidsidentificatie', al zeggen drie bronnen dat deze term een eufemisme is voor een systeem dat specifiek is gericht op het identificeren van Oeigoeren. Deze minderheid ziet er veelal anders uit dan de meerderheid in China, de Han-Chinezen.
Het gebruik van dergelijke systemen om mensen in de gaten te houden en te herkennen is niet bepaald nieuw in China. Zo gebruikt de Chinese politie al brillen met camera's die bedoeld zijn om criminelen op te sporen.